- 1 Gezegend hij, die in der bozen raad
- 2 Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch
- 3 O Heer, de vijand stelt
- 4 Laat als ik roep mij op U hopen
- 5 Laat mij, mijn koning, tot U spreken
- 6 Heer, toon mij uw genade
- 9 Met heel mijn hart zing ik uw eer
- 12 Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken
- 13 Hoe lang, Heer, gaat Gij mij voorbij?
- 18 Ik heb U lief van ganser harte, Here
- 22 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij
- 24 De aarde en haar volheid zijn
- 25 Heer, ik hef mijn hart en handen
- 27 Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here
- 28 Ik roep tot U, mijn rots, mijn Here
- 30 Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd
- 31 Op U vertrouw ik, Heer der heren
- 32 Heil hem, wien God zijn ontrouw heeft vergeven
- 35 Twist, Here, met mijn twisters, strijd
- 38 Laat toch niet uw toorn, o Here
- 40 Met heel mijn hart heb ik de Heer verwacht
- 41 Heil hem die de geringe helpt in nood
- 42 Evenals een moede hinde
- 43 O God, kom mijn geding beslechten
- 44 Met luide stem breng ik de koning hulde
- 51 Ontferm u God, ontferm u, hoor mijn klacht
- 54 O God, verlos mij door uw naam
- 55 God, laat mij smekend tot U treden
- 56 Wees mij genadig, Heer, want een geweld
- 57 Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij
- 69 Red mij, o God, het water stijgt en stijgt
- 70 Haast u om mij te redden, God!
- 74 Waarom, o God, verstoot Gij voor altoos
- 77 Roepend om gehoor te vinden
- 80 O God van Jozef, leid ons verder
- 87 Op Sions berg sticht God zijn heilige stede
- 88 Heer, die mijn heil, mijn helper zijt
- 89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
- 91 Heil hem wien God een plaats bereidt
- 95 Steekt nu voor God de lofrompet
- 102 Heer, hoor mijn gebed, laat blijken
- 109 God die ik loof te allen tijde
- 119 Welzalig wie de rechte wegen gaan
- 120 Ik hief mijn stem in vrees en beven
- 122 Hoe sprong mijn hart hoog op in mij
- 123 Tot U, die zetelt in de hemel hoog
- 125 Wie op de Here God vertrouwen
- 129 Zij hebben immer van mijn jeugd af aan
- 130 Uit diepten van ellende
- 137 Aan Babels stromen zaten wij gevangen
- 140 Bescherm mij, Heer, behoed mijn leven
- 141 U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken
- 142 Tot God de Heer hief ik mijn stem
- 143 O Here, hoor naar mijn gebeden
- 144 Gezegend zij de Heer, die te allen tijde
- 160 Lied van de deemoed
- 187 Runderen, schapen en duiven te koop
- 213 Morgenglans der eeuwigheid
- 367c Ontferm u God, ontferm u over ons
- 367f Heer, verhoor mijn gebed
- 368d Houd ons in leven, wees onze redding
- 368e God in de hemelen, zie naar uw mensen
- 435 Hef op uw hoofden, poorten wijd
- 438 God lof! Nu is gekomen
- 457 Hoever is de nacht
- 535 Introïtusantifoon veertigdagentijd
- 536 Alles wat over ons geschreven is
- 537 Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft
- 538 Een mens te zijn op aarde
- 539 Jezus, diep in de woestijn
- 540 Het waren :en geboden
- 541 Veertig jaren lopen door het hete zand
- 542 God roept de mens op weg te gaan
- 543 Gij zijt in glans verschenen
- 544 Christus naar wie wij heten
- 545 Christus staat in majesteit
- 546 Wees blijde nu, in ’t midden van het lijden
- 547 Met de boom des levens
- 548 Het heeft de Heilige behaagd
- 549 De ezelruiter! Kijk, die ezelruiter
- 550 Verheug u, gij dochter van Sion
- 551 Hosanna, hosanna, de Heer komt voorbij
- 552 Dit is een dag van zingen
- 553 Stap voor stap gaat door Jeruzalem
- 554 Welkom, welkom, koning Jezus
- 555 Dans en zing: hosanna voor de koning
- 556 Alles wat over ons geschreven is
- 557 Naam van Jezus die ten dode
- 558 Jezus, om uw lijden groot
- 559 Gij die ver voor ons uit
- 560 Hij ging de weg zo eenzaam
- 561 O liefde die verborgen zijt
- 562 Ik wil mij gaan vertroosten
- 563 De geur van mirre hangt
- 574 Glorie zij U, Christus, U leed onze nood
- 607 Gij zijt voorbijgegaan
- 651 Christus heeft voor ons geleden
- 763 Zij zullen de wereld bewonen
- 809 Blijf niet staren op wat vroeger was
- 843 Wat te kiezen, leven, dood
- 858 Vernieuw in ons, o God
- 936 Luister naar de wind, die een lied van liefde zingt
|