Tegen de wind in zingen

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):

Zangen van Zoeken en Zien 433 (a)
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.

Tegen de wind in zingen Een lied van verlangen
Vorm	Lied met refrein
Herkomst
Taal	Nederlands
Land	Nederland
Periode	2000
Tekst
Dichter	Willem Barnard
Bijbelplaats	Job 38 Job 39 Job 40 Job 41
Metrisch	7-7-10-6/7-8-7-7-7
Muziek
Componist	Fokke de Vries (a) Tom Löwenthal (b)
Solmisatie	5-5-5-1-1-7-7 (a) 6-6-6-7-7-6-6 (b)
Gebruik
Trefwoord	4 mei
Liedbundels
Zangen van Zoeken en Zien 433 (a)
In wind en vuur I-324 (a); III-324 (b)

Tegen de wind in zingen is een lied op een tekst van Willem Barnard en met muziek van Fokke de Vries of Tom Löwenthal.

Tekst

De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven. De tekst van het keervers luidt:

Tegen de wind in zingen,
tegen de heersende wind,
dat het verhaal van de eerste dingen
weer eens te meer begint.

Ontstaan

Het lied is geschreven voor de 65e verjaardag van Huub Oosterhuis, maar enkele jaren later 'verbouwd' door Barnard tot een 4 mei-gedicht.

"In een geloofsgemeenschap weet je je omringd met mensen die hun geloof min of meer hetzelfde onder woorden brengen als jij. Op vragen heeft de gemeenschap een antwoord. Dat geeft zekerheid. Maar wat als die antwoorden niet langer aansluiten bij jouw vragen of alleen maar meer vragen oproepen?

Voor veel mensen is dit aanleiding geweest om hun kerk te verlaten. Wat daar werd verkondigd, miste de aansluiting met hun dagelijks bestaan. Anderen bleven, maar begonnen een zoektocht naar andere woorden, een andere beleving.

Dichters hebben daarin een belangrijke en bevrijdende rol gespeeld. Zij lieten zich niet inperken door het leergezag van de kerk. Welbeschouwd zijn het ketters, want hun lied is van een andere toonhoogte dan de kerk voorstaat. Zij veroorloven zich dichterlijke vrijheid die ook geloofsvrijheid betekent. De dichter Huub Oosterhuis bijvoorbeeld werd door de Rooms-katholieke Kerk ontheven van zijn priesterambt maar zijn liederen hebben veel mensen geraakt in hun hart en geloof. Zij zijn gebleven omdat iemand hun de relevantie van hun geloof teruggaf en openingen bood voor vernieuwing. Zonder vragen kunnen wij niet groeien in geloof. Er is niks mis met een beetje ketterij."(Bron: Dagdominee)

Inhoud

De beginregels van de strofen luiden:

1. Tegen de wind in zingen
2. Wat immers niet kan gebeuren
3. Dat van de vele planeten
4. En dat daar die God zal wezen

Muziek

De eerste toonzetting van dit lied is geschreven door Tom Löwenthal voor driestemmig vrouwenkoor, gemeente en piano, waarbij de gemeente het keervers zingt. Naderhand schreef Fokke de Vries een melodie bij de tekst, meer geschikt voor de liturgie.

Hymnologische informatie

De tekst is voor het eerst gepubliceerd in De mare van God-bewaar-me

Literatuur

• Willem Barnard, De mare van God-bewaar-me. Over de eerste drie hoofdstukken van het vierde evangelie. Uitg. Meinema/Pelckmans Zoetermeer/Kapellen.
• In wind en vuur - III, blz. 1097-1099