Wie ons steunt met € 10,- krijgt een leuk aandenken: de unieke Ubi-cari-tas
• info@kerkmuzieknetwerk.nl
|
Bijbelliederen voor jonge kinderen/Inhoud
Uit Kerkliedwiki
Bijbelliederen voor jonge kinderen bevat liederen voor kinderen van 4 tot ongeveer 9 jaar, en zijn bedoeld om te zingen in kerk, school en gezin. Aan sommige liederen zijn spelbeschrijvingen toegevoegd. De meeste teksten en melodieën zijn van de hand van kerk- en schoolmusicus Jan D. van Laar.
Inhoud
Inhoud
Deel 1
- 1. De schepping - Alles was donker boven de vloed
- 2. De boom van het leven - In het midden van de tuin daar staat een boom
- 3. Adam en Eva - Met alle dieren om zich heen
- 4. Het paradijs - Heb je wel gehoord van het paradijs
- 5. De slimme slang - In de boom in het paradijs
- 6. Kaïn en Abel - Er waren eens twee broers
- 7. De ark van Noach - Van alle dieren groot en klein
- 8. De toren van Babel - Daar in Babel stond een toren
- 9. Abram onderweg - Abram, zeg me toch, waar kom jij vandaan
- 10. Jakob's dromen - Toen Jakob lag te dromen
- 11. Jozef en zijn broers - Vader Jakob's zonen
- 12. Mozes in het riet - Mozes, waarom lig je in het riet
- 13. De brandende braamstruik - Wat is er aan de hand?
- 14. Mozes bij de Rode Zee - Heer, ga met ons mee
- 15. Door de woestijn - Veertig jaren lopen, lopen door het zand
- 16. Veertig jaren lopen - Veertig jaren lopen door het hete zand
- 17. Het gouden kalf - Mozes is al heel lang weg
- 18. De koperen slang - Een koperen slang aan een paal in de grond
- 19. Bileam - De ezel zag de engel staan
- 20. Rachab - Op de muur van de stad
- 21. Jericho - Door klinkende bazuinen
- 22. De haren van Simson - Simson met zijn zeven vlechten
- 23. De sterke Simson - Niemand is zo sterk als Simson
- 24. Naomi en Ruth - Naomi ging naar Bethlehem en Ruth ging mee
- 25. Ruth - In Bethlehem is brood
- 26. Samuël - Samuël, waar ben je
- 27. Saul en David - Saul zit voor zich uit te staren
- 28. De wijze Salomo - Koning Salomo is rijk en wijs
- 29. De koningin van Scheba - De koningin van Scheba ging op reis
- 30. Elia bij de beek Krith - Weet je waar Elia zit
- 31. De hemelvaart van Elia - Elia rijdt op een vurige wagen
- 32. Naäman - Een twee drie vier vijf zes zeven
- 33. Joas, de kleine koning - Luister allemaal: de koning komt er aan
- 34. Hiskia - Hiskia was zo ziek
- 35. Esther - Haman haatte alle Joden
- 36. Job - Drie vrienden uit het Oosten
- 37. De mannen in de brandende oven - Drie mannen moeten in de oven
- 38. Daniël in de leeuwekuil - Daniël in de donkere kuil
- 39. Het graf van Jona - Vis, vis, grote vis
- 40. Jona in de grote vis - Jona in de grote vis
- 41. Maria en Gabriël - Een echte engel kwam bij mij
- 42. Elisabeth verwelkomt Maria - Als de regen
- 43. Jezus is geboren - De klokken van de toren
- 44. De engel, de herders en het Kind - De engel zei met blijde stem
- 45. 'k Ben een engel van de Heer - 'k Ben een engel van de Heer
- 46. Vrede op aarde - Engelen zongen in de nacht
- 47. Maria ging op reis - Maria ging op reis
- 48. Wijzen van ver - Wijzen van ver
- 49. De wijzen en de ster - Kijk, daar komen de wijzen
- 50. Jozef en Maria stellen hun kind aan God voor - Jozef en Maria komen
- 51. Toen Jezus twaalf jaar was - Wat deed Jezus toen Hij twalef was (sic)
- 52. Johannes doopte in de Jordaan - Johannes doopte in de Jordaan
- 53. De bruiloft te Kana - In Kana was het feest
- 54. Jezus in Kana - Heer Jezus is te gast geweest
- 55. Matthéüs de tollenaar - Matthéus de tollenaar
- 56. Het schip in de storm - O Jezus, wij vergaan
- 57. Het dochtertje van Jaïrus - Het kind was twalef jaar (sic)
- 58. De nauwe poort - Heb je wel gehoord van de nauwe poort
- 59. Melaats - Met m'n ratel en m'n stem
- 60. Brood en vis - Vijf en twee is zeven, brood en vis
- 61. Worden als een kind - Jezus zegt tot al z'n vrinden
- 62. De goede herder (1) - De herder kent zijn schapen
- 63. De goede herder (2) - De Heer is onze herder
- 64. Het feestmaal voor de armen - Er was eens een man
- 65. Het verdwaalde schaap - Er waren honderd schapen
- 66. Het verloren geld - Een vrouw heeft tien gulden
- 67. De kinderen gaan voor - Alle kinderen groot en klein
- 68. Bartiméus (1) - Jezus kwam voorbij
- 69. Bartiméus (2) - Bartiméus de blinde man
- 70. Zachéüs - Zachéüs denkt: al ben ik klein
- 71. Palmpasen - Dans en zing: Hosanna voor de Koning
- 72. Gethsémane - Jezus neemt z'n vrienden mee
- 73. Simon Petrus - Simon Petrus, hij was moe
- 74. Simon van Cyrene - Ik wil zo graag naar huis toe gaan
- 75. Jezus en de moordenaars - Op de heuvel Golgotha
- 76. De moeder van Jezus bij het kruis - Maria heeft verdriet
- 77. Jezus is opgestaan - Jezus is opgestaan, Hij is uit het graf gegaan (ter onderscheid aangevuld, als de beginregel al bestaat)
- 78. De Heer is opgestaan - De rode zon is opgegaan
- 79. Heer, blijf bij ons - Heer, blijf bij ons, kom in ons huis
- 80. Emmaüs - Jezus wandelt langs de straten
- 81. Jezus en de zeven vissers - De zeven vissers zijn nat en moe
- 82. Hemelvaart - Jezus kijkt naar boven
- 83. Pinksteren - Op het Pinksterfeest is er storm geweest (ter onderscheid aangevuld, als de beginregel al bestaat)
- 84. Saulus - Saulus kon ons wel vermoorden
- 85. Zeg, ken jij... - Zeg, ken jij...
- 86. De Heer houdt de wacht - De klok slaat zeven
Deel 2
- 1. God en Adam - God maakt alle dieren
- 2. De kleren van Adam en Eva - Adam en Eva zagen: zij waren naakt
- 3. Goed en kwaad - Te kennen goed en kwaad
- 4. Henoch - Henoch was een goede vriend van God de Heer
- 5. Noach en de dieren - Noach en zijn dieren
- 6. De regenboog - De regenboog hoog in de wolken
- 7. Abram en de hand van God - Abram heeft het woord
- 8. Sara - Sara in haar tent
- 9. De vrouw van Lot (1) - De vrouw van Lot
- 10. De vrouw van Lot (2) - De engel zei: 'Lot, haast je nou
- 11. De zegen van Isaäk - Jakob is heel goed in liegen
- 12. Jakob ziet een ladder staan - Jakob ligt vannacht te rusten
- 13. Vechten met God - Jakob vocht met God de Heer
- 14. Jozef was als slaaf verkocht - Jozef was als slaaf verkocht
- 15. Jozef heeft zijn volk gered - Jozef heeft zijn volk gered
- 16. Mozes in zijn biezen kist - Mozes in zijn biezen kist
- 17. De plagen van Egypte - De plagen van Egypte
- 18. Mara - Bitter water uit de bron
- 19. Manna - Voldoende eten zal er zijn
- 20. Het grote gebod - Zeg, ken jij het grote gebod
- 21. Door de Jordaan - God baant een pad door de brede Jordaan
- 22. Jericho, die sterke stad - Jericho, die sterke stad
- 23. Simson wil de stad uit - Simson wil de stad uit
- 24. Samuël zoekt een nieuwe koning - Isai heef zeven zonen
- 25. David en Goliath - David vocht met Goliath
- 26. De weduwe met de oliekruik - Elisa, ik ben weduwvrouw
- 27. De drijvende bijl - De bijl op de bodem van de Jordaan
- 28. Esther - Esther heeft haar leven op het spel gezet
- 29. Alles heeft Job verloren - Alles heeft Job verloren
- 30. Daniël - Weet je wel dat Daniël
- 31. Jona is overboord - Jona is overboord
- 32. Maria en Elisabeth - Maria reist van Nazareth
- 33. Als Jezus wordt geboren - Geen feestklok laat zich horen
- 34. Gloria - Engelen zingen: Gloria
- 35. De herders - Mensen moet je horen
- 36. Herodes - Herodes is een koning
- 37. Heer Jezus laat zich dopen - Heer Jezus laat zich dopen
- 38. Andréas haalt Simon op - Simon, luister, een wonder
- 39. Zorgen - Pieker toch niet over morgen
- 40. Een ander - Het kwaad dat jou wordt aangedaan
- 41. De barmhartige Samaritaan - Wie heeft geholpen de beroofde man
- 42. Overvloed - Ook al heeft iemand veel geld en goed
- 43. Nauw is de poort - Nauw is de poort
- 44. De brede weg en het smalle pad - Velen nemen de brede weg
- 45. Twee huizenbouwers - Wie tot Mij komt, mijn woorden hoort
- 46. De genezing van een melaatse - Een melaatse man valt neer
- 47. De hoofdman - De hoofdman moest bij Jezus wezen
- 48. De jongen uit Naïn - In Naïn is een jongen dood
- 49. De vogelnesten - De vogelnesten hoog in de boom zitten vol
- 50. De twee blinden - Kijk, twee blinden
- 51. De Heiland - De Heiland wil mensen van ziekte bevrijden
- 52. Een mosterdzaadje - Wat God de Heer ontkiemen laat
- 53. De schat - In het midden van de akker lag een schat
- 54. De parel - Er was eens een man die een parel zocht
- 55. Het bad Bethesda - Een engel raakt het water aan
- 56. Vijf broden en twee vissen - De jongen die naar de Heer wil gaan
- 57. Op het grote meer - In een stormnacht loopt de Heer
- 58. Een zieke in Gennésareth - Mijn vrienden legden mij hier neer
- 59. De verloren zoon - Ik heb gezondigd, weet ik nu
- 60. Tien melaatsen zijn genezen - Tien melaatsen zijn genezen
- 61. Zachéüs en Jezus - Zoals Zachéüs Jezus ziet
- 62. Goede oren - Goede oren kan niemand kopen
- 63. Geloven - Wij geloven wat wij hopen
- 64. Vergeven - Hoe vaak moet ik mijn broer vergeven
- 65. Opzij voor de kinderen - Mensen, ga eens wat opzij
- 66. De rijke man (1) - De rijke man verzet geen voet
- 67. De rijke man (2) - Er is een rijke man
- 68. Evenveel verdienen - Die werkeloos op het marktplein staan
- 69. Ik ben herder - Ik ben herder, ik loop voor
- 70. De opwekking van Lazarus - De steen is weg
- 71. Palmpasen - De Heer die op een ezel zit
- 72. De kooplui in de tempel - Jezus maakt een zweep van touw
- 73. De offerkist - De rijken gooiden veel in de offerkist
- 74. De voeten wassen - Jezus, de Meester die diende
- 75. Judas - Zeg, ken jij Judas
- 76. Eén van u zal Mij verraden - Deze woorden van de Heer
- 77. De arrestatie - Daar komen de soldaten aan
- 78. De bespotting - Alle haat is op de Heer gericht
- 79. De moordenaar aan het kruis - Ver van God en ver van huis
- 80. Maria bij het kruis - Maria die bij het kruis stond
- 81. Jezus is opgewekt - Jezus is opgewekt
- 82. De vrouwen en de opwekking - Wij vrouwen hebben ontdekt
- 83. Thomas - Thomas kan niet geloven
- 84. De hemelvaart - De Heer gaat naar de hemel
- 85. De discipelen over Pinksteren - De Heilige Geest op het Pinksterfeest
- 86. De kamerheer - De kamerheer van Candacee
- 87. Saulus ziet een hemels licht - Saulus ziet een hemels licht
Deel 3
- 1. Adam - God roept alle dieren samen
- 2. De slang - Ken jij de slang uit het mooie paradijs
- 3. De regenboog - En de grote vloed
- 4. De geboorte van Isaäk - De oude Sara lacht
- 5. Hagar en Ismaël (1) - Hagar, huil maar niet
- 6. Hagar en Ismaël (2) - Ismael ligt onder een struik
- 7. Rebekka - Kijk, de knecht van Abraham
- 8. Jozef en zijn broers - Mooie Jozef in de put
- 9. Jozef als onderkoning - Jozef was een arme slaaf
- 10. De twaalf spionnen - Er waren twaalf spionnen
- 11. Mozes - Geduldiger dan Mozes was er geen
- 12. De vrijstad - Als je in de bijbeltijd
- 13. Gideon - Met dreigende geluiden
- 14. Samuel (1) - Samuel, al is hij klein
- 15. Samuel (2) - Hanna zingt op blijde toon
- 16. Eli en zijn zonen - Eli had twee zonen
- 17. Saul wordt koning - Saul wordt aangewezen
- 18. David kan ook zingen - David is een herder, loopt voor de schapen uit (toegevoegd ter onderscheid, als de beginregel al bestaat)
- 19. David de herder - David de herder
- 20. De intocht van de ark in Jeruzalem - Luister naar het feestorkest
- 21. Absalom - Absalom, de koningszoon
- 22. Elia op de Karmel - De profeten worden bang
- 23. Koning Achab - Koning Achab gebood
- 24. Giftige groente - Giftige groente in de pan
- 25. Elisa en de vrede - Elisa heeft een leger in de stad gelokt
- 26. Het beleg van Samaria - Benhadads soldaten omsingelden de stad
- 27. Esther en Haman - Esther koningin
- 28. Babel, stad waar ik zoveel van houd - Babel, stad waar ik zoveel van houd
- 29. De leeuwekuil - Daniel in de leeuwekuil
- 30. Zacharias - Je krijgt een zoon, zegt Gabriël
- 31. Jozef en Maria gaan op reis - Jozef en Maria gaan op reis
- 32. De herders uit Bethlehem - De herders uit Bethlehem
- 33. Engelen en herders - Engelen kwamen lang geleden
- 34. De bruiloft in Kana - Geen vogel kan zingen
- 35. Simon en Andreas - Simon en Andreas
- 36. Zon en regen - Kleine mensen en grote mensen
- 37. De Samaritaanse vrouw - 't Lijkt wel of u alles weet
- 38. Alle vogels vliegen - Alle vogels vliegen
- 39. Door een gat in het dak - Door een gat in het dak
- 40. De vrouw is kromgebogen - De vrouw is kromgebogen
- 41. Poortje poortje - Poortje, poortje, blijf maar staan
- 42. Boom en vrucht - De takken wijzen naar de lucht
- 43. De melaatse (1) - De melaatse is onrein
- 44. De melaatse (2) - Ik ben melaats van top tot teen
- 45. De storm - Jezus slaapt in de kajuit
- 46. Het medicijn - Voor de rijke tollenaars
- 47. De visvangst - Vis, vis
- 48. De bruidegom - Wij zeuren niet
- 49. De vrouw is ziek - De vrouw is ziek, de vrouw is moe
- 50. Twee blinden roepen - De blinden roepen over straat
- 51. De oogst - Heer, wij bidden voor de oogst
- 52. Wij hebben op de fluit gespeeld - Wij hebben op de fluit gespeeld en zongen daarna een droevig lied (toegevoegd omdat er meerdere zelfde beginregels zijn)
- 53. Het goede zaad - De zaaier strooit het goede zaad
- 54. Martha en Maria - Martha en Maria houden
- 55. Onkruid tussen het graan - Een boer is naar zijn land gegaan
- 56. De vogelboom - Een zaadje is het klein begin
- 57. Kom maar meer naar voren - Laat de voorste stoelen staan
- 58. Te eten vragen - Wie moet jij te eten vragen
- 59. De verwerping in Nazareth - Jezus met zijn mooie woorden
- 60. Heer, ik kan U horen - U opent mij de oren
- 61. Een blinde die een blinde leidt - Een blinde die een blinde leidt
- 62. Jezus geneest de zieken - De mensen lopen langs de zee
- 63. Een schaap is gaan dwalen - Een schaap is gaan dwalen
- 64. De rijke man en de arme Lazarus - Er was een rijke man
- 65. De Farizeeër en de tollenaar in de tempel - De Farizeeer bidt heel goed
- 66. Jezus diende - Hij hielp alle zieken
- 67. Kinderen in de tempel - Kinderen in de tempel
- 68. Twee jongens moeten werken - Twee jongens moeten werken
- 69. Het gebod - Wat noemt Jezus het gebod
- 70. Maria zalft Jezus' voeten - Jezus komt bij haar te gast
- 71. Het verraad van Judas - Judas heeft de Heer gekust
- 72. Jezus of Barabbas - Jezus heeft geen kwaad gedaan
- 73. Jezus en Pilatus - Jezus is een koning
- 74. Jezus aan het kruis - Jezus wordt bespot
- 75. Maria, huil maar niet - Maria, huil maar niet
- 76. Maria, waarom huil je? - Maria, waarom huil je
- 77. Wachten op de Heer - We kijken naar de wolken
- 78. Pinksterfeest - Ware verhalen
- 79. De eerste gemeente - Niemand bewaarde stiekem een schat
- 80. Dorcas - In Joppe woonde Dorcas
- 81. Petrus in de gevangenis - Petrus zit in het gevang
- 82. Paulus kwam van overzee - Paulus kwam van overzee
- 83. Paulus en Silas zingen in de nacht - In de stadsgevangenis
- 84. Paulus op reis - Paulus spreekt van Jezus
- 85. Het nieuwe Jeruzalem - Er wordt een nieuwe stad gebouwd
- 86. Morgenlied - Heer, ik dank u voor het licht
- 87. Avondlied - Ik ga slapen, lieve Heer