Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
De tale Kanaäns/Inhoud
De volgende liederen zijn in deze bundel opgenomen. De vindplaats verwijst naar het paginanummer waarop de tekst is vermeld. Sommige liedteksten bevatten een verwijzing naar een melodie, deze is echter nooit afgedrukt.
Inhoud
I. Lent en Lente
Septuagesima
- 17. Van Adam den vader der mensen - Van alle creaturen
- 17. Van de uittocht - Uit nacht en ontij komen wij
- 19. Van het werk in de wijngaard - Die vroeg zijn aangeworven
Sexagesima
- 20. Van Noach den vader der volkeren - Dit is een lied van Noach
- 20. Van de ondergang - Waak op, verlaat ons niet, o Heer
- 21. Van de zaaier - Een zaaier ging uit om te zaaien
Quinquagesima
- 22. Van Abraham, vader der gelovigen - Uit Oer is hij getogen
- 23. Van de opgang (1) - Alles wat over ons geschreven is (1)
- 23. Van de blinde te Jericho - Toen Jezus kwam van de Jordaan
Aswoensdag
- 25. Van de schat in de hemel - Waar zal uw schat zijn
- 25. O Schepper goedertieren - O schepper goedertieren
- 26. Van de pelgrimsreis - Hier staan wij samen op een rij
Invocabit
- 27. Van veertig regels - Het waren tien geboden
- 28. Ten dage des heils - Zij zullen de wereld bewonen
- 28. Van de mens op aarde - Een mens te zijn op aarde (Barnard)
Reminiscere
- 29. Van de berg des verbonds - Op de berg van het verbond
- 30. Van het geduld - Christus naar wie wij heten
- 31. Van de verheerlijking op de berg - De winter is vergangen
Oculi
- 32. Van een huis voor God - Er zal geen huis bestaan
- 33. Verhoor ons, Here Jezus - Verhoor ons, Here Jezus
- 33. Van hemels dauwe - Het viel eens hemels dauwe
Laetare
- 34. Klein Pasen (1) - Weest blijde nu, in 't midden van het lijden
- 35. Klein Pasen (2) - O Jezus Christus, Zoon van God
- 35. Van Jeruzalem onze moeder - Een moeder van ons allen
- 36. Zeven is voldoende - Zeven was voldoende
Judica
- 37. Van de tabernakel (1)- Wat staat in de tabernakel
- 37. Van de tabernakel (2)- Wat staat in Gods nabijheid (1)
- 38. Van de tabernakel (3)- Wat staat in Gods nabijheid (2)
- 39. Van de hogepriester - Wie zal voor God verschijnen
- 39. Voorop door alle tijden - Voorop door alle tijden
- 40. Van Abrahams nazaat - God heeft Abraham verkoren
Palmzondag
- 41. Hosanna - O mensen, hoort wat is geschied
- 42. Naam van Jezus (1) - Naam van Jezus die ten dode
- 42. Van de intocht - De koning van de vrede
Stille week
- 44. Van de opgang (2) - Alles wat over ons geschreven is (2)
- 44. Een dubbel-lied van veertig regels - De Heer zal ons bevrijden
Paaswake
- 47. Van de nacht - Wanneer het licht ten einde gaat
- 47. Van de doop (1) - Het water van de grote vloed
- 48. De dageraad gaat stralen - De dageraad gaat stralen
Paasfeest
- 49. Ter-nauwer-nood - De toekomst van de Heer is daar
- 49. Van de overwinning - Nu heeft de Heer gebroken
- 50. Over Emmaüs - Gij volgt ons uit Jeruzalem
De eerste na Pasen, Beloken Pasen of Quasimodo Geniti
- 51. Quasimodo-geniti - Als kinderen nieuw geboren
- 51. Hoog aan de tijd - De mond der aarde spreekt
- 52. Wij komen in witte kleren - Wij komen in witte kleren
De tweede na Pasen, Misericordia Domini
- 53. Misericordia Domini (1) - De aarde is vervuld
- 53. Misericordia Domini (2) - De aarde is vervuld van Gods barmhartigheid
- 54. Van de schaapherder Abel - Abel was een herder
- 55. Van het lam en de herder - Christus heeft voor ons geleden
De derde na Pasen, Jubilate
- 56. Van nacht en morgen - Dat uur tussen nacht en morgen
- 56. Van Henoch de vriend van God - Henoch heeft gewandeld
- 57. Welbeminden - Welbeminden, U vermaan ik
De vierde na Pasen, Cantate
- 58. Cantate - Zingt voor de Heer een nieuw gezang
- 58. Van Noach met zijn achten - Daar is de ark van Noach
- 59. Alle goede gave - Bij God is geen schijn of schaduw
De vijfde na Pasen, Rogate of Vocem Jucunditatis
- 60. Rogate - Brood om te eten
- 60. Van het nieuwe verbond - De zonen van de vader
- 61. Van horen en doen - Al wie het woord zal horen
Hemelvaartsdag, het einde van de veertigdaagse Paastijd
- 62. Van Christus Triumphator - Zie den Christus Triomphator
- 63. Messias van ons allen - Messias van ons allen
- 63. Naam van Jezus (2) - Naam van Jezus, nu verheven
De zesde na Pasen, Exaudi of Wezen-zondag
- 64. Van wezenzondag / Van de lente - De lente is gekomen
- 64. Van de toren van Babel - De toren van de vromen
- 65. Van de nuchterheid - Het einde aller dingen is nabij
De zevende na Pasen, de vijftigste dag of Pinksteren
- 66. Van God op het Pinksterfeest - Die licht geeft aan het oog
- 66. Kom heden tussenbeide - Kom heden tussenbeide
- 67. Van de adem - Gods adem die van boven kwam
- 67. Van de Pinksterbruid - God heeft de mens geschapen
- 68. Van de vogel duif - Ik weet van een vogel
- 68. Van het jaar van den Heer - De zon is tienmaal opgestaan
II. Zomer
De eerste zondag
- 69. Van Abraham geroepen uit Oer - Abram is geroepen
- 69. Van wind en water - Het water is bekend
- 70. Met al de heiligen - Hoor een heilig koor van stemmen
De tweede
- 71. Van Abraham als broodbidder aan het grote huis - Een vader in den vreemde
- 71. Van de samenleving - Weest niet verbaasd als u de wereld haat
- 72. Van rijk en arm - Rijke man, gij zit gevangen
De derde
- 73. Van Abram en Lot op de tweesprong - Er zijn er die geloven
- 73. Van de ootmoed - Wie zich hovaardig heffen
- 74. Van het verloren schaap - De schapen alle honderd
De vierde
- 75. Van Abram en de priester-koning uit de Sjalom-stad - De koningen der aarde
- 76. Van de schepping - De schepping heeft ontvangen
- 76. Van de visvangst - De vissen scholen samen
De vijfde
- 77. Van den Allerhoogste en zijn vriend Abraham - God die ons leest
- 77. Welbeminden (2) - Wie het leven wil beminnen
- 78. Van de broederschap - Wie naar het altaar gaat
De zesde
- 79. Van Sara en Hagar - Egypte, grote moeder
- 79. Van de doop (2) - De dood van een voor allen
- 80. Van het brood - Het brood, het goede brood
De zevende
- 81. Van de drie mannen bij Mamre - Er staat een boom geplant
- 81. Van de slavernij - Wat is de soldij van de zonde
- 82. Van boom en vrucht - De boom van goede vrucht
De achtste
- 83. Van Lot te Sodom - De dag staat in de ochtend
- 83. Van de oude wet - Zo gij zoudt leven naar de oude wet
- 84. Van de Mammon - De messiaanse mare (2)
De negende
- 85. Van de twee zonen - Een vader had twee zonen (Barnard)
- 85. Van de kwade kans - Die meent te staan, zie toe dat hij niet valle
- 86. Van de tranen over Jeruzalem - Hoe was zijn hart bedroefd in Hem
De tiende
- 88. Van het verboden offer - Er gingen twee tesamen
- 88. Van de nieuwe eredienst - Blindelings, broeders, werden wij gedreven
- 89. Van de farizaeër - O Heer, ik ben uw knecht
De elfde
- 90. Van moeder Rebekka bij de bron - De stroom van de genade
- 90. Van Pasen - Zingt ten hemel toe
- 91. Effatha - Ontsloten is de mond
De twaalfde
- 92. Van het eerstgeboorterecht - De aarde was gesloten
- 92. Van de openbaring - Het woord ligt in de boeken
- 93. Een Rozendaals kerklied - Dit huis, gereinigd en versierd
De dertiende
- 95. Van Jakob in het huis van God - Jakob is gekomen
- 95. Van belofte - Mensen, wij zijn geroepen om te leven
- 96. Van de tiende melaatse - God heeft een kring getrokken
De veertiende
- 97. Van Lea en Rachel - Niemand kan twee heren
- 97. Van vlees en geest - Wat zijn de goede vruchten
- 98. Van de vogels en de bloemen uit de Bergrede - De vogels van de bomen
De vijftiende
- 100. Van de ontmoeting met den engel - De man die uit den vreemde
- 100. Van de lasten - Draagt elkanders lasten
- 101. Van de jongen te Naïn - O Jezus wees ter plaatse
De zestiende
- 102. Van de twee broeders - De eersten zijn de laatsten
- 102. Van de liefde - Wij moeten veel beminnen
- 103. Van de genodigden - De laatsten worden de eersten
De zeventiende
- 104. Van kerk en wereld - Samen op de aarde
- 104. Van de ware kerk des Heren - De ware kerk des Heren
- 105. Van den zoon van David - Gij wortel van de takken
III. Herfst en winter
- 106. Van Babylon - O Babylon, o Babylon
- 107. Van Jeruzalem - Jeruzalem, mijn vaderstad
- 108. Van Salomo en de koningin van Scheba - Het hooglied van de koning
De achttiende zondag
- 109. Da Pacem - O lieve Heer, geef vrede
- 109. Van verlangen - Laat komen, Heer, uw rijk
- 110. Van de vijgeboom - In Kanaän, dat heilig land
De negentiende zondag
- 111. Van Jozef en de zoon van Juda - De zon, de maan en de sterren
- 112. Van het harnas des Heren - Het harnas van de Heer
- 112. Van het grote bruiloftsmaal - Mij roept een stem die hemel
De twintigste
- 114. Van Juda en Tamar - De vader van ons leven
- 114. Van de waterkant - Wij zaten bij de stromen
- 115. Van de lier aan de wilgen - Wij moeten Gode zingen
De een-en-twintigste
- 116. Van Jozef en de vrouw des huizes - Wie wijs is weet te wachten (1)
- 117. Het lofgebed van Mordechaï - Wanneer ik denk aan al uw daden
- 117. Van de wapenrusting - Wordt krachtig in de Heer
De twee-en-twintigste
- 119. Van de schenker en de bakker (1) - De bakker en de schenker
- 120. Van de schenker en de bakker (2) - De schenker en de bakker
- 120. Het lofgebed van Esther - O Gij die onze Koning zijt
- 121. Van den Caesar - De messiaanse mare (1)
De drie-en-twintigste
- 122. Van de vorstelijke dromen - De koning heeft gedroomd
- 122. Het lofgebed van Jeremia - Zo sprak de Heer der legerscharen
- 123. Van het dochtertje van Jaïrus - O Heer die overwint
De zondag van de kentering
- 124. Van de kentering der tijden - Het ene boek is over
- 124. Van de goede vrucht - Met de boom des levens
- 125. Vier apocalyptische liederen (1) - Een stem, die niemand stuit
- 126. Vier apocalyptische liederen (2) - Ik zag een grote witte troon
- 126. Vier apocalyptische liederen (3) - Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen
- 127. Vier apocalyptische liederen (4) - Die op de troon zat zeide
De eerste zondag van Advent
- 128. Van Mozes en het biezen kistje - Er komt een schip gedreven
- 128. Gij die de sterren hebt bereid - Van al wie U geloven
- 129. Dochter van Sion - Verheug u, gij dochter van Sion
De tweede zondag van Advent
- 130. Van Mozes de man Gods - God zendt een middelaar
- 130. Ik hoor een stem verluiden - Ik hoor een stem verluiden
- 131. Van het riet in de wind - Wat zijt gij uitgegaan
De derde zondag van Advent, Gaudete
- 132. Van Mozes in Midian - Ach, Mozes is verdreven
- 132. Gaudete - Verblijd u in de Heer te allen tijd
- 133. Veni, veni Emmanuel - O kom, o kom, Immanuel
De vierde zondag van Advent, Rorate
- 134. Van het brandende braambos - Een vuur dat niet verteert
- 134. Rorate Coeli - Geen kracht meer om te leven
- 135. Het hoge woord der eeuwen - Het hoge woord der eeuwen
Kerstnacht
- 136. Van Titus - Gods genade is verschenen
- 136. Van de engel des Heren - Herders, hoort, ik deel u mede
- 137. Van gloria in excelsis - Eer zij God in onze dagen
- 137. Van het licht op de kandelaar - O Heer, hoe zijt ge daar
- 138. Van den Zoon Gods - In 't midden van de tijd
- 138. Het heil van de dieren - De dieren zijn geschapen
Kerstmis
- 139. Vanwaar de zon gaat schijnen - Vanwaar de zon gaat schijnen
- 139. Jesu redemptor omnium - Jezus, ons aller toeverzicht
- 140. Behouder en bevrijder - Behouder en bevrijder
Epifanie
- 141. Van de doop (3) - Toen Mozes was geboren
- 141. Van koning Herodes - Herodes, wrede koning
- 142. Hostis Herodes Impie - Herodes, vijand niets ontziend
- 143. Van de duif en het lam en de vis - Hier is de duif van Noach
De eerste na Epifanie
- 144. Van Salomo biddende - De koning heeft gebeden
- 144. Van de twaalfjarige in de tempel (1) - Gij die de ster van David zijt
- 144. Van de twaalfjarige in de tempel (2) - Toen Jezus nog een jongen was
De tweede na Epifanie, Kana-zondag
- 146. Van het begin der tekenen - Na veertig dagen vasten
- 146. Van de liefste - Mijn liefste is gekomen
- 147. Van de bruiloft te Kana - Het water stroomt onder de maan
IV. De Wisselweken
In het voorjaar, de derde zondag na Epifanie en vervolgens
- 148. De engelen van het kwaad - De engelen van het kwaad
- 148. Van komen en gaan - Lieve Heer, Gij zegt 'kom' en ik kom
- 149. Van de storm op zee - Het water wijd en zijd
- 149. Van het levende water - De zee is overstelpend
- 150. Van het zaad in de akker - Gij hebt met uw brede gebaren
- 150. Van moeder aarde - De vader is de toekomst
In het najaar, de vier-en-twintigste zondag na Pinksteren en vervolgens
- 151. Van de zegetocht - De aarde is van God alleen
- 151. Van de nieuwe tijd - Zingt voor de Heer als nooit tevoren
- 152. Van de berg Zion - De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan
- 153. Van dies illa - Die dag zal komen, brandend als een oven
- 154. Van de bruid die versierd is - Ik zag een engel komen
- 154. Van de grote dag - De bruid heeft in haar ogen
V. Bijzondere vierdagen
Dankdag voor het gewas
- 155. Van de opdracht der gaven - Wij dragen onze gaven
Allerheiligen
- 156. Drie liederen over de doden (1) - De doden zijn begraven
- 156. Drie liederen over de doden (2) - De doden zijn bescheiden
- 157. Drie liederen over de doden (3) - Niemand die U verstaat
Tweede Kerstdag
- 158. Van Stephanus - De hemel is opengesprongen
Nieuwjaar, Dag van besnijdenis en Naamgeving des Heren
- 159. Van oud en nieuw - Als Daniël tussen de leeuwen