Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Ik zag een grote witte troon
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Ik zag een grote witte troon Van het levensboek | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | Omstreeks 1954 |
Tekst | |
Dichter | Willem Barnard |
Bijbelplaats | Openbaring 20:11-15 |
Metrisch | 8-6-8-6-8-6 |
Muziek | |
Componist | Adriaan C. Schuurman (a) Willem Vogel (b) |
Herkomst | oud-kerkelijk (c) |
Solmisatie | 1-1-1-7-5-3-4-1 (a) 6-3-4-3-2-1-2-3 (b) 5-6-5-1-3-2-1-7-1 (c) |
Liedbundels | |
Oude en nieuwe zangen 90 (a) | |
Adem van het jaar 212a (b) | |
De tale Kanaäns 126 | |
Verzamelde Liederen 167 | |
In wind en vuur I-202 (b); III-202 (a, c) |
Ik zag een grote witte troon is een liedtekst van Willem Barnard. Een eerste liedzetting was van de hand van Adriaan C. Schuurman; later schreef ook Willem Vogel een melodie bij deze tekst.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.
Ontstaan
Barnard schreef dit lied bij de lezing uit Openbaring 20:11-15, als onderdeel van een vijftal apocalyptische liederen. Deze werden voor het eerst gepubliceerd in de bundel Oude en nieuwe zangen van de stichting Van Woensel Kooy. In de 12e druk uit 1954 is het opgenomen als lied 90.
Inhoud
De beginregels van de strofen luiden:
- 1. Ik zag een grote witte troon
- 2. Ik zag de doden klein en groot
- 3. Maar nog een ander boek had Hij
- 4. Toen werd het oordeel uitgebracht.
Muziek
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
- In wind en vuur geeft ook een oud-kerkelijke melodie aan (solmisatie c), zoals gepubliceerd in het bundeltje Psalmen en gezangen ten dienste van de liturgieviering van het aartsbisdom Utrecht.
Culturele informatie
Literatuur
- In wind en vuur - III, blz. 756-759