Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Looft den HEER, want Hij is goed
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Looft den HEER, want Hij is goed | ||
Vorm | Strofelied | |
Psalm 136 | ||
Latijnse titel | Confitemini | |
Vulgaat | Psalm 135 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Dichter | Genootschap Laus Deo, Salus Populo | |
Metrisch | 7-7-7-7 | |
Muziek | ||
Componist | Walter Bond Gilbert (b) | |
Melodie | Psalm 136 (a) Maidstone (b) | |
Herkomst | Genève 1562 (a) | |
Solmisatie | 5-5-1-2-3-4-5 (a) 5-6-7-1-2-3-4-3-2-3 (b) | |
Liedbundels | ||
Op Toonhoogte 2015 66 | ||
Psalmberijming van 1773 136 | ||
Opwekkingsliederen Bromet 141 |
Looft den HEER, want Hij is goed is een berijming van Psalm 136 in de psalmberijming van 1773.
Tekst
Psalm 136
1 Looft den Heer, want Hij is goed;
Looft Hem met een blij gemoed;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
2 Looft den grooten God, wiens troon
Hooger rijst dan die der goôn;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
3 Looft der heeren Opperheer;
Buigt u needrig voor Hem neêr;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
4 Looft Gods magt, die onbeperkt,
Gadelooze wondren werkt;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
5 Looft Gods wijsheid: door zijn woord
Bragt Hij al de heemlen voort;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
6 D’ aard hief uit der waatren schoot
Zich omhoog, toen ’t God gebood;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
7 God schiep aan des hemels trans
Groote lichten, rijk van glans;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
8 Aan de zon schonk God gezag
D’ opperheerschappij bij dag;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
9 Maan en sterren, min in pracht,
Schonk Hij heerschappij bij nacht;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
I. Pauze
10 Looft Hem, die Egyptens Staat
Sloeg in ’t eerstgebooren zaad;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
11 Looft den Heer, wiens heerschappij
Isrel voerd’ uit slavernij;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
12 Looft den Heer, wiens sterke hand
Isrel leidd’ uit Faroos land;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
13 Looft Hem, die het roode meir
Heeft verdeeld voor Mozes heir;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
14 Die, door dien verdeelden plas,
Israëls geleider was;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
15 Die vorst Faroos legermagt
In de schelfzee t’ onderbragt;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
16 Die zijn volk, als bij de hand,
Leidde door woestijn en zand;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
17 Die, tot weering van ’t geweld,
Koningen heeft neêrgeveld;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
18 Die de vorsten, trotsch van moed,
Heeft doen smooren in hun bloed;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
II. Pauze
19 Looft Hem, die den Amoriet
Van zijn’ grootschen zetel stiet;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
20 Looft Hem, wiens geduchte magt
Bazans Koning t’ onderbragt;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
21 Die hun land, dat d’ oogen streelt,
Israël heeft toegedeeld;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
22 Looft Hem, nu die erfenis
Naar zijn woord bevestigd is;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
23 Die in onzen laagen stand
Ons genadig bood de hand;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
24 Die ons, onder ’t leed gebukt,
Heeft uit ’s vijands magt gerukt;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
25 Looft Hem, looft Hem, al wat leeft,
Die al ’t vleesch zijn voedsel geeft;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
26 Geeft den God des hemels eer;
Lof zij aller schepslen Heer’;
Want zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
Muziek
Hymnologische informatie
Meier Salomon Bromet publiceerde de strofen 1-6 en 26 op Maidstone (melodie) van Walter Bond Gilbert (1829-1910). Zie de zetting hieronder:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 |