Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Neig, o Heer, uw gunstig' oren
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Neig, o Heer, uw gunstig' oren | ||
Psalm 86 | ||
Schrijver | David (volgens opschrift) | |
Latijnse titel | Inclina, Domine | |
Vulgaat | Psalm 85 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Dichter | Johannes Eusebius Voet | |
Metrisch | 8-8-7-7-8-8-7-7 | |
Muziek | ||
Melodie | Psalm 86 | |
Solmisatie | 2-2-1-2-3-4-3-2 | |
Liedbundels | ||
Zangbundel Joh. de Heer 370 | ||
Psalmberijming van 1773 86 |
Neig, o Heer, uw gunstig' oren is de beginregel van Psalm 86 in de Psalmberijming van 1773 De Zangbundel Joh. de Heer heeft daarvan de strofen 3 ( Heer, door goedheid aangedreven ) en 6.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
1 Neig, o HEER! uw gunstig’ ooren,
Om mij in mijn’ angst te hooren:
’k Ben ellendig, diep in nood,
Gansch van heul en hulp ontbloot.
Hoed mijn ziel, Gij zijt almagtig,
En ik ben uw gunst deelagtig:
O mijn God, die mij aanschouwt!
Red uw’ knecht, die U vertrouwt.
2 Wie toch is, als Gij, weldaadig?
Wees mij dan, o HEER! genadig;
Want mijn roepen en geklag
Klimt tot U, den ganschen dag;
Wil de ziel uws knechts verblijden,
Ondersteun hem in zijn lijden,
Want ik hef mijn hart en oog,
Trouwe God, tot U omhoog.
3 HEER, door goedheid aangedreeven
Zijt Gij mild in ’t schuld vergeeven:
Wie U aanroept in den nood
Vindt uw gunst oneindig groot:
HEER, neem mijn gebed ter ooren;
Wil naar mijne smeeking hooren;
Merk, naar uw goedgunstigheên,
Op de stem van mijn gebeên.
4 ’k Ben gewoon, in bange dagen,
Mijn benaauwdheid U te klaagen;
Gij toch, die d’ ellenden ziet,
Hoort mij, en verstoot mij niet:
Heer, wat goôn de heidnen roemen,
Niemand is bij U te noemen;
Daaden, als uw groote daên,
Treft men nergens elders aan.
Pauze
5 Al de heidnen, door uw handen
Voortgebragt in alle landen,
Zullen tot U komen, Heer,
Bukken voor uw aanschijn neêr,
En uw’ naam ter eere leeven;
Gij zijt groot en hoog verheven;
Gij doet duizend wonderheên;
Gij zijt God, ja Gij alleen.
6 Leer mij naar uw’ wil te handlen,
’k Zal dan in uw waarheid wandlen;
Neig mijn hart, en voeg het saam
Tot de vreez’ van uwen naam.
Heer, mijn God, ik zal u looven,
Heffen ’t gansche hart naar boven;
’k Zal uw’ naam en majesteit
Eeren tot in eeuwigheid.
7 Want uw goedheid, hoogst gereezen,
Hebt Gij dikwijls mij beweezen,
Een mijn ziel, hoe zeer verdrukt,
Uit het diepst van ’t graf gerukt.
O mijn God! de trotsaarts spannen
Boos te samen met tyrannen,
Tot mijn’ dood en zielsverdriet;
Zij ontzien uw hoogheid niet.
8 Maar Gij, Heer, Gij zijt lankmoedig,
Zeer barmhartig, overvloedig
In genaê, die ons behoedt,
Groot van waarheid, eindloos goed.
Wend U tot mijn ziel genadig;
Sterk uw’ knecht, en geef weldaadig
Ondersteuning aan den zoon
Uwer dienstmaagd, van den troon.
9 Doe een teeken mij ten goedde,
Dat mijn haaters in hun woede
Moogen zien, hoe, tot hunn’ spijt,
Gij mij troost, en mij bevrijdt.
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
De Zangbundel Joh. de Heer geeft strofe 3 en 6 vanaf de 1e uitgave (1905).
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |