Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Nu wij naad'ren tot het water
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Nu wij naad'ren tot het water | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 1982 |
Tekst | |
Dichter | Hans Mudde |
Bijbelplaats | Matteüs 3:13-17 |
Metrisch | 8-6-5-7-7 |
Muziek | |
Componist | Dick Troost |
Solmisatie | 1-7-3-2-1-7-6-7 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Paasnacht |
Thema | Doop |
Liedbundels | |
Op de wijze van het lied 76 | |
Zingend Geloven 2-75 |
De eerste regel van iedere strofe luidt: Nu wij naad'ren tot het water. Hans Mudde schreef de tekst, en Dick Troost de melodie.
Inhoud
Tekst
Ontstaan
Dit lied dateert uit 1982 en is gedacht als lied voorafgaand aan de bediening van de doop.Mudde schreef zijn tekst oorspronkelijk op de melodie van Luther's Paaslied 'Jesus Christus unser Heiland'.
Inhoud
De oudtestamentische achtergronden van de doop spelen een belangrijke rol in dit lied. Hier en nu naar het doopwater gaan is in wezen weer de weg gaan, die Israël ging uit Egypte door de zee en de woestijn naar het beloofde land. In de Exodus-verhalen wordt ons die weg diepgaand getekend. Zo zijn de verschillende aspecten van deze exodus, deze uittocht, herkenbaar in dit lied.
In strofe 1 de zee 'die door moest laten / wie in het diensthuis zaten'; in strofe 2 de gevaren van de woestijn, veertig jaar lang, 'maar één God zal met ons zijn'; in strofe 3 de wolk als teken van Gods voorgaan, in strofe 4 het vuur, de lichtkolom 'van waken en van wachten', in strofe 5 het brood, het manna 'dat ons verzadigt' als een 'wonder bij het morgenrood'. In strofe 6 de rots 'die ons zal laven' en in strofe 7 de Jordaan als grensrivier van woestijn en het beloofde land, maar ook als de dooprivier van Jezus. Al deze aspecten in dit lied monden uit in het uitzicht van het 'eeuwig groene Kanaän'. (Bron: toelichting ontleend aan het Documentatieblad bij Zingend Geloven, II-118 (oude nummering).)
De zeven vijfregelige strofen hebben als rijmschema: a b c c b.
Suggestie voor gebruik
Dit lied kan gezongen worden voorafgaand aan het bidden van het Zondvloedgebed.
Muziek
Op verzoek van de redactie van 'Zingend Geloven' schreef Dick Troost een melodie bij dit lied van Hans Mudde. De toonsoort is a kleine terts. De belangrijkste intervallen zijn de reine kwart en secunde. De zevende noot van de toonladder (leidtoon) krijgt als slotnoot van de tweede regel tijdelijk tonica-betekenis (= rustpunt). De melodie bestaat uit steeds stijgende en dalende curven, waarmee een golvende beweging van de woorden 'water' en 'zee' gerealiseerd wordt. De tekst van elk couplet bereikt in de laatste regel een zeker hoogtepunt, melodisch onderstreept door het bereiken van de hoogste noot d-twee gestreept. De melodie van regel 1 keert in de laatste regel terug, krijgt echter een stuwender vervolg, met als afsluiting een dalende kwart.