Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Op, Christus’ rijksgenooten
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Op, Christus’ rijksgenooten | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Auf, auf, ihr Reichsgenossen |
Taal | Duits |
Land | Duitsland |
Periode | 1651 |
Tekst | |
Dichter | Johann Rist |
Vertaler | Dirk Christiaan Meijer jr |
Metrisch | 7-6-7-6-6-7-7-6 |
Muziek | |
Melodie | Aus meines Herzens Grunde |
Herkomst | 16e eeuw/EKG |
Solmisatie | 1-1-5-3-2-1-7-1-2 |
Liedbundels | |
Christelijke Liederen 18 |
Op, Christus’ rijksgenooten is een vertaling, door Dirk Christiaan Meijer jr. (1839-1908), van een deel van Auf, auf, ihr Reichsgenossen (zie daar), een lied voor de eerste zondag van Advent, van Johann Rist (1607-1667), op de melodie van Aus meines Herzens Grunde.
Opname beluisteren
Tekst
1 Op, Christus’ rijksgenooten!
Uw Koning is nabij.
De poorte Hem ontsloten!
Begroet, ontvangt Hem blij!
Zijn groote wondermacht
Gaat alle kracht te boven.
Laat ons Hem dankend loven,
Hem, dien g’ als Heiland wacht!
2 Op, gij gebogen zielen!
Uw Helper is niet ver.
Komt dankend voor Hem knielen!
Hij is de Morgenster,
Wier glans uw oog bekoort;
Hij noemt u zijn beminden,
Hij laat zich door u vinden
In Nachtmaal, Doop en Woord.
3 Hoopt blijd’ op Hem in lijden:
Uw Koning kent uw nood,
Hij, die vol medelijden
Zijn hulp en troost u bood.
Hij toch is allen goed.
Wilt dan getroost de plagen,
Die Hij u zendt, verdragen,
Geduldig en vol moed!
4 Vergeet uw smart, bedroefden!
Uw Koning komt met macht;
Hij heeft aan u, beproefden,
Ten goede reeds gedacht.
Geen straf, die ons meer treft,
Geen leed doet ons meer schade,
Daar Hij ons uit genade
Tot kindren Gods verheft.
5 Komt allen Hem begroeten!
Hij is tot hulp gereed;
Hij kan uw smart verzoeten,
Heeft troost voor ieder leed;
Hij schenkt u zijn genâ;
Hij wil voor u zijn leven,
Hij wil zichzelven geven,
Slaat steeds u liefdrijk gâ.
6 o Heer, wat rijke zegen,
Stroomt ons, uw gunst onwaard,
Ons, armen zondaars, tegen,
Voor wie Gij kwaamt op aard! —
Komt, stemmen w’ allen saâm,
Om Hem met luide klanken
Uit ’t volle hart te danken!
„Verlosser” is zijn naam!