Op, al gij rijksgenoten

Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.

Op, al gij rijksgenoten
Vorm	Strofelied
Herkomst
Titel	Auf, auf, ihr Reichsgenossen
Taal	Duits
Land	Duitsland
Periode	1651
Tekst
Dichter	Johann Rist
Vertaler	Hendrik Willem Sepmeijer
Metrisch	7-6-7-6-6-7-7-6
Muziek
Componist	Thomas Selle
Melodie	Auf, auf, ihr Reichsgenossen
Solmisatie	3-6-6-5-4-3-3
Gebruik
Kerkelijk jaar	Adventstijd
Liedbundels
Gezangboek der ELK 6

Op, al gij rijksgenoten is een vertaling, door Hendrik Willem Sepmeijer (1866-1944), van een deel van Auf, auf, ihr Reichsgenossen (zie daar), een lied voor de eerste zondag van Advent, van Johann Rist (1607-1667), op de oorspronkelijke melodie van Thomas Selle.

Tekst

1 Op, al gij rijksgenoten,
uw Koning tegemoet.
De poorten Hem ontsloten,
die grote wond’ren doet.
Schaart, Christ’nen, u te zaam,
laat ons vóór alle dingen
Hem hosianna zingen.
Lof zij zijn heil’ge naam.

2 Op, gij bedroefde harten,
de Koning is nabij.
Weg nu all’ angst en smarten,
die helpt, is aan uw zij.
Ziet, troost en kracht spruit voort,
waar al zijn welbeminden
Hem altijd kunnen vinden:
in Nachtmaal, Doop en Woord.

3 Op, gij zo zeer geplaagden,
de Koning is niet ver.
Weest vrolijk, gij versaagden,
hier straalt de Morgenster.
De Heer wil in de nood
met rijke troost u spijzen,
Hij wil u hulp bewijzen,
heenleiden door de dood.

4 Vergeet uw smart, bedroefden,
de Koning komt met macht,
Hij heeft aan u, beproefden,
ten goede steeds gedacht.
Nu zullen angst noch pijn
noch toorn ons voortaan schaden,
wij mogen uit genade
des Vaders kind’ren zijn.

5 Gij schenkt met volle handen,
die zelf in armoe waart,
torst zelf het kruis der schande,
Gij, die de zondaars spaart.
Wij willen, groot en klein,
voor al uw zegeningen
U hosianna zingen
en eeuwig dankbaar zijn.