Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Reizend naar het land van ons verlangen
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Reizend naar het land van ons verlangen Een avondmaalslied | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 1982 |
Tekst | |
Dichter | Hans Mudde |
Bijbelplaats | Numeri |
Metrisch | 10-9-10-9 |
Muziek | |
Componist | Dick Troost |
Melodie | Reizend naar het land van ons verlangen |
Solmisatie | 5-4-6-5-1-2-3-1-2-2 |
Gebruik | |
Liturgie | Maaltijd van de Heer |
Liedbundels | |
Tussentijds 110 | |
Op de wijze van het lied 80 | |
Zingend Geloven 2-88 |
Inhoud
Tekst
Ontstaan
Het lied is ontstaan in 1982, toen de verhalen uit Numeri in het leesrooster van De Eerste Dag centraal stonden.
Inhoud
De openingszinnen luiden: Reizend naar het land van ons verlangen / staan wij in de kring voor even stil. De kringviering voor het avondmaal is wenselijk. De dichter licht zijn tekst als volgt toe: We staan maar 'even stil' (strofen 1 en 4), het is niet meer dan een moment, een adempauze in het onderweg-zijn. Avondmaal vieren is niet alleen Jezus' laatste avondmaal en zijn sterven gedenken. Maar er klinkt en er trilt hopelijk meer mee. Het is ook gedachtenis aan Pesach en aan de vieringen tijdens Israëls tocht door de woestijn op weg naar het beloofde land. Avondmaal is bovendien voorproef: er is ook uitzicht naar het grote avondmaal eens in het Koninkrijk van God. Intussen bevinden we ons als avondmaal-vierende gemeente nog helemaal 'in de woestijn', hier en nu, in dit vaak barre en weerbarstige leven met de dood om ons heen en in onszelf (strofe 3). En toch: die even gesloten kring (strofe 4) geeft ons al dat genoemde uitzicht. In de vier strofen gedenken we de dood van Christus, 'totdat Hij komt!'. Maar een echte viering staat niet alleen stil bij de gestorvene, maar vooral bij de opgestane met het oog op de toekomst. En dat gebeurt ook in dit Avondmaalslied, dat een lied voor onderweg wil zijn. (Bron: toelichting ontleend aan Documentatieblad bij Zingend Geloven, II-140 (oude nummering).)
Muziek
Het beeld van het reizen en onderweg zijn heeft in dit lied vooral gestalte gekregen door het bijna continue kwartenritme. Direct in de eerste regel blijkt al dat 'het land van ons verlangen' een klimtocht is, die van laag naar hoog moet gaan en inspanning vergt: de lage, donkere tonen zetten de sfeer, waarmee ook de diepte van het verlangen verklankt wordt. De eerste regel heeft de omvang van een septime - ook al een 'verlangend' interval dat oplossing zoekt. Bij de tekst in de eerste strofe past de tweede melodieregel precies: 'stilstaan' heeft een naar binnen gerichte beweging in zich, en dat is juist wat de melodie verbeeldt. Het hoogtepunt wordt in de derde regel bereikt: 'de goede gaven' komen immers van de Hoogste! In de vierde regel wordt de reis melodisch voortgezet. De omvang van deze melodie beslaat een none (c - d twee gestreept). De toonsoort is g kleine terts en het ritme is steeds tweedelig. Het lied ademt een rustige sfeer. (Bron: toelichting ontleend aan Documentatieblad bij Zingend Geloven, II-140 (oude nummering).)
Muziekuitgaven
Zie Reizend naar het land van ons verlangen (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen van deze melodie.