Pagina
|
Titel
|
Beginregel
|
302 |
Al heb ik hoge woorden |
Al heb ik hoge woorden
|
303 |
Al wat een mens te kennen zoekt |
Al wat een mens te kennen zoekt
|
304 |
Al wie bemint |
Al wie bemint
|
305 |
Al wie dolend in het donker |
Al wie dolend in het donker
|
306 |
Alle dagen wachten |
Alle dagen wachten, vragen
|
307 |
Alle grenzen zijn verdwenen |
Alle grenzen zijn verdwenen
|
308 |
Alleen wie het gegeven is |
Alleen wie het gegeven is
|
309 |
Als een schaduw aan mijn zijde |
Als een schaduw aan mijn zijde
|
310 |
Als er voor de armen geen voedsel |
Als er voor de armen geen voedsel meer is
|
312 |
Als Gij ons niet verschenen was |
Als Gij ons niet verschenen was
|
313 |
Als handen open |
Als handen open
|
314 |
Als handen zijn gevouwen |
Als handen zijn gevouwen
|
315 |
Als ik naar uw woorden hoor |
Als ik naar uw woorden hoor
|
316 |
Als ik uw lof zing elke dag |
Als ik uw lof zing elke dag
|
317 |
Als je naar de woorden luistert |
Als je naar de woorden luistert
|
318 |
Als regen die de aarde drenkt |
Als regen die de aarde drenkt
|
319 |
Bekleed ons met eerbied |
Bekleed ons met eerbied
|
320 |
Belijd mij voor de mensen |
Belijd mij voor de mensen
|
321 |
Beziel ons met uw woorden |
Beziel ons met uw woorden, Heer
|
322 |
Bezing en prijs de Naam |
Bezing en prijs de naam van God
|
323 |
Blijf bij ons nu de avond daalt |
Blijf bij ons nu de avond daalt
|
324 |
Brood op tafel |
Brood op tafel, een hand gevuld
|
325 |
De aarde zal een woning zijn |
De aarde zal een woning zijn
|
326 |
De avond en de morgen |
De avond en de morgen
|
327 |
De klanken van uw woord |
De klanken van uw woord
|
328 |
De letters van uw naam |
De letters van uw naam
|
329 |
De rijkdom van het leven |
De rijkdom van het leven
|
330 |
De stilte is vervuld |
De stilte is vervuld
|
331 |
De stilte zingt voor u een lied |
De stilte zingt voor u een lied
|
332 |
Die alles overstemt |
Die alles overstemt
|
333 |
Die de aarde hemel maakt |
Die de aarde hemel maakt
|
334 |
Die de mensen heeft geroepen |
Die de mensen heeft geroepen
|
335 |
Die ons tijd van leven geeft |
Die ons tijd van leven geeft
|
336 |
Droom die ons maar niet verlaat |
Droom die ons maar niet verlaat
|
337 |
Een schaal met brood |
Een schaal met brood, een beker wijn
|
338 |
Een vogel heeft geen zekerheid |
Een vogel heeft geen zekerheid
|
339 |
Een vreemdeling zou ik hier zijn |
Een vreemdeling zou ik hier zijn
|
340 |
Een woord was voldoende |
Een woord was voldoende
|
341 |
Eet en drink van brood en wijn |
Eet en drink van brood en wijn
|
342 |
Ga met ons mee |
Ga met ons mee op onze wegen
|
343 |
Gaf Gij ons niet het licht |
Gaf Gij ons niet het licht
|
344 |
Gedenk de bron van je bestaan |
Gedenk de bron van je bestaan
|
345 |
Geen kracht die u weerhouden kan |
Geen kracht die u weerhouden kan
|
346 |
Geen woning komt tot stand |
Geen woning komt tot stand
|
347 |
Geen woord dat mij mijn leven lang |
Geen woord dat mij mijn leven lang
|
348 |
Gelukkig de mens |
Gelukkig de mens
|
349 |
Gelukkig die Gods woord bewaren |
Gelukkig die Gods woord bewaren
|
350 |
Gelukkig is je leven |
Gelukkig is je leven
|
351 |
Gever van alle goed |
Gever van alle goed
|
352 |
Gezegend die de wereld schept |
Gezegend die de wereld schept
|
353 |
Gezegend Gij om deze dag |
Gezegend Gij om deze dag
|
354 |
Gezien zijn wij |
Gezien zijn wij, van meet af aan
|
355 |
Gij die begin en einde zijt |
Gij die begin en einde zijt
|
356 |
Gij die behoedt |
Gij die behoedt
|
357 |
Gij die de last van ‘t leven draagt |
Gij die de last van 't leven draagt
|
358 |
Gij die de mens geschapen hebt |
Gij die de mens geschapen hebt
|
359 |
Gij die de nood van mensen ziet |
Gij die de nood van mensen ziet
|
360 |
Gij die de Schepper zijt |
Gij die de Schepper zijt
|
361 |
Gij die de wereld hebt gemaakt |
Gij die de wereld hebt gemaakt
|
362 |
Gij die het eerst gesproken hebt |
Gij die het eerst gesproken hebt
|
363 |
Gij die het licht geroepen hebt |
Gij die het licht geroepen hebt
|
364 |
Gij die het licht geschapen hebt |
Gij die het licht geschapen hebt
|
365 |
Gij die in de wildernis |
Gij die in de wildernis
|
366 |
Gij die met maan en sterren |
Gij die met maan en sterren
|
367 |
Gij die mijn wezen |
Gij die mijn wezen en mijn hart doorgrondt
|
368 |
Gij die naar ons hebt omgezien |
Gij die naar ons hebt omgezien
|
369 |
Gij die onderweg verschijnt |
Gij die onderweg verschijnt
|
370 |
Gij die ons het leven geeft |
Gij die ons het leven geeft
|
371 |
Gij die onzichtbaar |
Gij die onzichtbaar en kwetsbaar
|
372 |
Gij die roept |
Gij die roept, mensen zoekt
|
373 |
Gij die uw mensen onderweg |
Gij die uw mensen onderweg
|
374 |
Gij die uw volk in de woes,jn |
Gij die uw volk in de woestijn
|
375 |
Gij die van oudsher mensen maakt |
Gij die van oudsher mensen maakt
|
376 |
Gij die vertrouwen in ons wekt |
Gij die vertrouwen in ons wekt
|
377 |
Gij die voor alle mensen |
Gij die voor alle mensen
|
378 |
Gij geeft ons oren voor uw woord |
Gij geeft ons oren voor uw woord
|
379 |
Gij houdt ons gaande door uw woord |
Gij houdt ons gaande door uw woord
|
380 |
Gij verschijnt als een bron |
Gij verschijnt als een bron
|
381 |
Gij verschijnt niet op de wolken |
Gij verschijnt niet op de wolken
|
382 |
Gij waakt en draagt |
Gij waakt en draagt
|
383 |
Gij woont niet waar het onrecht heerst |
Gij woont niet waar het onrecht heerst
|
384 |
God roept de mens op weg te gaan |
God roept de mens op weg te gaan
|
385 |
God wil een tempel bouwen |
God wil een tempel bouwen
|
386 |
Heilig |
Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven
|
387 |
Herinner u de naam |
Herinner u de naam
|
388 |
Het aangezicht van God |
Het aangezicht van God
|
389 |
Het donker is ons licht genoeg |
Het donker is ons licht genoeg
|
390 |
Het is geen nieuw gebod |
Het is geen nieuw gebod
|
391 |
Het kwaad heeft niet het laatste woord |
Het kwaad heeft niet het laatste woord
|
392 |
Het morgenlied in onze mond |
Het morgenlied in onze mond
|
393 |
Het rijk van God |
Het rijk van God is als een zaad
|
394 |
Hier wordt een huis voor God gebouwd |
Hier wordt een huis voor God gebouwd
|
395 |
Hij brak het brood |
Hij brak het brood
|
396 |
Hij die de blinden weer liet zien |
Hij die de blinden weer liet zien
|
397 |
Hij die woont in eeuwig licht |
Hij die woont in eeuwig licht
|
398 |
Hoe is uw naam |
Hoe is uw naam, waar kan ik u vinden
|
399 |
Hoe wonderlijk de woorden |
Hoe wonderlijk de woorden
|
400 |
Hoe zouden wij geloven |
Hoe zouden wij geloven, Heer
|
401 |
Hoor hoe God met mensen omgaat |
Hoor hoe God met mensen omgaat
|
403 |
Hoor ik s,l uw stem |
Hoor ik stil uw stem
|
404 |
Horen, s,lstaan bij de woorden |
Horen, stilstaan bij de woorden
|
405 |
Ik geloof in de God |
Ik geloof in de God
|
406 |
Ik lees de woorden van het boek |
Ik lees de woorden van het boek
|
407 |
Ik proef uw woorden en beken |
Ik proef uw woorden en beken
|
408 |
Ik sla mijn ogen op tot God |
Ik sla mijn ogen op tot God
|
409 |
Ik wandel op de ene weg |
Ik wandel op de ene weg
|
410 |
In angstland opgestaan |
In angstland opgestaan
|
411 |
In de schaduw leven |
In de schaduw leven
|
412 |
In den beginne was het woord |
In den beginne was het woord:
|
413 |
In wie van hun armoe delen |
In wie van hun armoe delen
|
414 |
Israel, jij vocht met God |
Israel, jij vocht met God
|
415 |
Je moet de zee doorgaan |
Je moet de zee doorgaan
|
416 |
Kom en volg mij |
Kom en volg mij op de weg
|
417 |
Kom, luister naar de woorden |
Kom, luister naar de woorden
|
418 |
Kom, Vader van allen |
Kom, Vader van allen
|
419 |
Laat ons de wegen zien |
Laat ons de wegen zien
|
420 |
Laat u geen vader noemen |
Laat u geen vader noemen
|
421 |
Laat uw hart zich niet verharden |
Laat uw hart zich niet verharden
|
422 |
Leer ons de le-ers spellen |
Leer ons de letters spellen van uw lieve naam
|
423 |
Leven is de moeite waard |
Leven is de moeite waard
|
424 |
Licht is het eerste woord |
Licht is het eerste woord
|
425 |
Luister en leer wat leven is |
Luister en leer wat leven is
|
426 |
Luister naar mijn dienaar |
Luister naar mijn dienaar
|
427 |
Maak ons tot het zout der aarde |
Maak ons tot het zout der aarde
|
428 |
Meer is er niet |
Meer is er niet dan dit
|
429 |
Mensen blijven stof en as |
Mensen blijven stof en as
|
430 |
Messias, neem verblijf in ons |
Messias, neem verblijf in ons
|
431 |
Mij moet je niet vrezen |
Mij moet je niet vrezen
|
432 |
Naam die als een rode draad |
Naam die als een rode draad
|
433 |
Naam die mij van meet af aan |
Naam die mij van meet af aan
|
434 |
Neem en eet met elkaar |
Neem en eet met elkaar
|
435 |
Nergens ben ik |
Nergens ben ik
|
436 |
Niemand heeft U ooit gezien |
Niemand heeft U ooit gezien, niemand kan verstaan
|
437 |
Niemand kan U zien |
Niemand kan U zien
|
438 |
Niet tot de dienst der wraak |
Niet tot de dienst der wraak
|
439 |
Nu het brood gebroken is |
Nu het brood gebroken is
|
440 |
Nu het leven is verschenen |
Nu het leven is verschenen
|
441 |
Nu ons het morgenlicht verschijnt |
Nu ons het morgenlicht verschijnt
|
442 |
Om een mens te zijn op aarde |
Om een mens te zijn op aarde
|
443 |
Om in water te geloven |
Om in water te geloven
|
444 |
Oorsprong van licht en duisternis |
Oorsprong van licht en duisternis
|
445 |
Op een God die door de eeuwen |
Op een God die door de eeuwen
|
446 |
Roep ons in het morgenlicht |
Roep ons in het morgenlicht
|
447 |
Schouder aan schouder leven |
Schouder aan schouder leven
|
448 |
Sterk als een berg |
Sterk als een berg
|
449 |
Stilte die geen mens verbreekt |
Stilte die geen mens verbreekt
|
450 |
Stilte die voelbaar |
Stilte die voelbaar
|
451 |
Toen het uur was aangebroken |
Toen het uur was aangebroken
|
452 |
U zij de glorie |
U zij de glorie, opgestane Heer
|
453 |
Uw koninkrijk kome |
Uw koninkrijk kome
|
454 |
Uw naam is als een stille stem |
Uw naam is als een stille stem
|
455 |
Uw woord heeft mij gemaakt |
Uw woord heeft mij gemaakt
|
456 |
Uw woord is een lamp voor mijn voet |
Uw woord is een lamp
|
458 |
Van ‘t gloren van de dageraad |
Van ‘t gloren van de dageraad
|
459 |
Van jongs af aan draag ik uw Naam |
Van jongs af aan draag ik uw Naam
|
460 |
Vanuit de dromen |
Vanuit de dromen ben ik gekomen
|
461 |
Vergeef ons onze schuld |
Vergeef ons onze schuld
|
462 |
Verkondig alle mensen |
Verkondig alle mensen
|
463 |
Verte die ons wenkt |
Verte die ons wenkt
|
464 |
Vervul ons verlangen |
Vervul ons verlangen
|
465 |
Voor mensen die naamloos |
Voor mensen die naamloos
|
466 |
Voor mensen geboren |
Voor mensen geboren
|
467 |
Voor mensen kunnen spreken |
Voor mensen kunnen spreken
|
468 |
Voor wie het leven in wil gaan |
Voor wie het leven in wil gaan
|
469 |
Voor wie in duisternis |
Voor wie in duisternis
|
470 |
Voor wie op de aarde wonen |
Voor wie op de aarde wonen
|
471 |
Vriendelijk licht |
Vriendelijk licht dat ons omstraalt
|
472 |
Vruchteloos zou leven zijn |
Vruchteloos zou leven zijn
|
474 |
Waarom leven de volken |
Waarom leven de volken
|
475 |
Wanneer de aarde hemel wordt |
Wanneer de aarde hemel wordt
|
476 |
Wanneer de avond komt |
Wanneer de avond komt
|
477 |
Wanneer geen ander woord mij rest |
Wanneer geen ander woord mij rest
|
478 |
Wanneer gij niet gesproken had |
Wanneer gij niet gesproken had
|
479 |
Wanneer het leven mij terneerslaat |
Wanneer het leven mij terneerslaat
|
480 |
Wanneer je rechterhand niet weet |
Wanneer je rechterhand niet weet
|
481 |
Wanneer men smalend om mij lacht |
Wanneer men smalend om mij lacht
|
482 |
Wanneer uw woord mijn leven schraagt |
Wanneer uw woord mijn leven schraagt
|
483 |
Water van de zee |
Water van de zee
|
484 |
Wees hier aanwezig, God |
Wees hier aanwezig, God
|
485 |
Wek onrust in ons hart |
Wek onrust in ons hart
|
486 |
Wie is die God die eeuwig leeft |
Wie is die God die eeuwig leeft
|
487 |
Wie leven van genade |
Wie leven van genade
|
488 |
Wie leven van verwondering |
Wie leven van verwondering
|
489 |
Wie spreekt ons van de naam van God |
Wie spreekt ons van de naam van God
|
490 |
Wie van het leven goeds verwacht |
Wie van het leven goeds verwacht
|
491 |
Wie van u zonder zonde is |
Wie van u zonder zonde is
|
492 |
Wie zouden wij vrezen |
Wie zouden wij vrezen
|
493 |
Wij bidden u om vrede |
Wij bidden u om vrede
|
494 |
Wij bouwen hier huizen |
Wij bouwen hier huizen
|
495 |
Wij danken U |
Wij danken U voor al wat leeft
|
496 |
Wij leven niet van woorden |
Wij leven niet van woorden
|
497 |
Wij zijn van u met al ons kwaad |
Wij zijn van u met al ons kwaad
|
498 |
Wij zoeken U als wij samenkomen |
Wij zoeken U als wij samenkomen
|
499 |
Zal er ooit een dag van vrede |
Zal er ooit een dag van vrede
|
500 |
Zeg mijn broeders dat Ik leef |
Zeg mijn broeders dat Ik leef
|
501 |
Zegen ons allen |
Zegen ons allen, leid ons voort
|
502 |
Zegen onze oren |
Zegen onze oren, Heer
|
503 |
Zien wij u dan niet |
Zien wij u dan niet?
|
504 |
Zing een lied |
Zing een lied voor onze Heer
|
505 |
Zing nu voor God |
Zing nu voor God en breng hem dank
|
506 |
Zing van de vader |
Zing van de Vader die in den beginne
|
507 |
Zing voor God die alle namen |
Zing voor God die alle namen
|
508 |
Zo teder als het morgenlicht |
Zo teder als het morgenlicht
|
509 |
Zoals een kind |
Zoals een kind, gevoed, gekust
|
510 |
Zoals ik zelf gezonden ben |
Zoals ik zelf gezonden ben
|
511 |
Zolang gij ons de dagen geeft |
Zolang gij ons de dagen geeft
|
512 |
Zult gij, wanneer de avond daalt |
Zult gij, wanneer de avond daalt
|
513 |
Pelgrimsliederen (Ps 120) |
Roep mij weg uit vervreemding
|
513 |
Pelgrimsliederen (Ps 122) |
Gezegend de steen die
|
513 |
Pelgrimsliederen (Ps 121) |
Als ogen bewogen ons aanzien
|
514 |
Pelgrimsliederen (Ps 123) |
Ogen die niet uit de hoogte
|
514 |
Pelgrimsliederen (Ps 124) |
Gehaat en miskend
|
514 |
Pelgrimsliederen (Ps 125) |
Als ik mij op U
|
515 |
Pelgrimsliederen (Ps 126) |
Zolang dromen ons overkomen
|
515 |
Pelgrimsliederen (Ps 128) |
Wie wandelt voor uw ogen
|
515 |
Pelgrimsliederen (Ps 127) |
Ons huis geen tehuis
|
516 |
Pelgrimsliederen (Ps 131) |
Maak mij niet groter dan ik ben
|
516 |
Pelgrimsliederen (Ps 130) |
Geen diepte te ver
|
516 |
Pelgrimsliederen (Ps 129) |
Als mensen en machten
|
517 |
Pelgrimsliederen (Ps 132) |
Wilt Gij wonen in ons midden
|
517 |
Pelgrimsliederen (Ps 134) |
Als wij uw naam uitspreken
|
517 |
Pelgrimsliederen (Ps 133) |
Als wij hier eensgezind
|