Wat staat in Gods nabijheid (1)

Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.

Wat staat in Gods nabijheid Van de tabernakel (2)
Vorm	Strofelied
Herkomst
Taal	Nederlands
Land	Nederland
Periode	Omstreeks 1960
Tekst
Dichter	Willem Barnard
Bijbelplaats	Exodus 16:33-34 Exodus 40 Numeri 17:23 Leviticus 4:4 Leviticus 17:5-6 Hebreeën 9
Metrisch	7-6-7-6
Muziek
Componist	Toon Hagen
Melodie	Wat staat in de tabernakel
Solmisatie	7-1-6-1-2-3-2 (a1) 3-3-6-6-2-2-5 (a2)
Gebruik
Kerkelijk jaar	Judica
Liedbundels
Verzamelde Liederen 21-2
De tale Kanaäns 37
In wind en vuur I-43

Wat staat in Gods nabijheid is de beginregel van het tweede van drie gedichten gepubliceerd onder de titel Van de tabernakel van Willem Barnard. Tezamen met het lied Wat staat in de tabernakel en Wat staat in Gods nabijheid (2) is het in In wind en vuur opgenomen (nr. 43) en van een dubbelmelodie voorzien door Toon Hagen.

Tekst

De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.

Ontstaan

Barnard typeert deze tekst als een zondagslied en leerdicht voor zondag Judica, de vijfde zondag in de vastentijd. De twee andere gedichten uit de cyclus zijn Wat staat in de tabernakel en Wat staat in Gods nabijheid (2). De laatste, zevende, strofe van elk gedicht is nagenoeg gelijkluidend.

Inhoud

De beginregels van de strofen luiden (tweede vermelding zoals in In wind en vuur:

• 1. (8) Wat staat in Gods nabijheid
• 2. (9) En wie zal daar verschijnen
• 3. (10) Het is een hogepriester
• 4. (11) Hij is de nieuwe Aäron
• 5. (12) Daar brengt Hij de gebeden
• 6. (13) De hemel is verschoven
• 7. (14) Zo zingen wij ter ere / van Hem halleluja / in driemaal zeven keren / op zondag Judica.

Literatuur

• In wind en vuur - II, p. 306-310.