1 |
Daarom ben ik blij |
Zal ik je iets vertellen
|
2 |
Gebed op een feestdag |
Wij bidden tot U, Heer
|
3 |
Feestliedje |
Bim bam, bim bam
|
4 |
Lied van de hoop |
Wij hebben deze weken
|
5 |
Het lied van de kaarsen |
Eerste kaars, ik steek je aan
|
6 |
Lied voor Advent |
Een kaars gaat er nu branden
|
7 |
Lied voor Advent |
De eerste kaars is aangestoken
|
8 |
Adventsliedje |
Eén kaarsje
|
9 |
Verwachting |
Je weet wel wie Maria is
|
10 |
Lied op het kerstfeest |
Vandaag is het kerstfeest
|
11 |
Als alle kaarsjes branden |
Als alle kaarsjes branden
|
12 |
Er is een kind geboren |
Er is een kind geboren
|
13 |
O kindje zo klein |
O kindje zo klein
|
14 |
Op weg naar Bethlehem |
Zeg, zullen wij op weg gaan
|
15 |
Zeg eens, herder |
Zeg eens, herder
|
16a/b |
De Messias is geboren |
Allen die op aarde wonen
|
17 |
God met ons |
In een kleine stad in Juda
|
18 |
De herders van Bethlehem dromen |
De herders van Bethlehem dromen
|
19 |
Zie het Kind van Bethlehem |
Zie het Kind van Bethlehem
|
20 |
God, wanneer |
Wat al eeuwen is verteld
|
21 |
Het is kerstmis overal |
Het is kerstmis overal
|
22 |
Kerstlied |
In het donker van de nacht
|
23 |
Zingen wil ik op het kerstfeest |
Zingen wil ik
|
24 |
Op palmzondag |
Hosanna, hosanna
|
25 |
Het leven wint |
Jezus heeft het leed geleden
|
26 |
Paaswakelied |
De nacht vóór Pasen
|
27 |
De torenklokken zingen |
De torenklokken zingen
|
28 |
De morgen staat vol vrolijk licht |
De morgen staat vol vrolijk licht
|
29 |
Wie lopen in het morgenlicht |
Wie lopen in het morgenlicht
|
30 |
Paaslied |
't Was de eerste dag der week
|
31 |
Paaslied |
De Heer is waarlijk opgestaan
|
32 |
Lied voor Maria Magdalena |
Maria, waarom huil je
|
33 |
Kom, laat ons zingen |
Kom laat ons zingen
|
34 |
Heb je het gehoord |
Heb je het gehoord
|
35 |
Pasen |
Op het Paasfeest mag je zingen
|
36 |
Het is Paasfeest |
Het is Paasfeest
|
37 |
De dood heeft niet het laatste woord |
Wat Abram heeft geloofd
|
38 |
De Emmaüsgangers |
Hebben wij plaats
|
39 |
Heer, wil nu met ons blijven |
Heer, wil nu met ons blijven
|
40 |
Hemelvaart |
De Heer die uit de dood verrees
|
41 |
Pinksteren |
Het Pinksterfeest staat voor de deur
|
42 |
De eerstelingen |
Veel mensen komen
|
43 |
Pinksterlied |
Wat is dat voor een vreemd geluid
|
44 |
In vuur en vlam |
Gooi nu de ramen open
|
45 |
Kom en luister allemaal |
Kom en luister allemaal
|
1 |
Simeon |
Toen Jezus in de tempel kwam
|
2 |
Wat Simeon ziet |
Als Jezus nog een kindje is
|
3 |
Lucas heeft een boek geschreven |
Lucas heeft een boek geschreven
|
4 |
De twaalfjarige Jezus |
Waar is Jezus toch gebleven
|
5 |
Bij de Jordaan |
Zeg, heb je wel die man gezien
|
6 |
De doop van Jezus |
Jezus komt aan de Jordaan
|
7 |
Jezus en Johannes de Doper |
Jezus komt bij de Jordaan
|
8 |
Feest in Kana |
Een feest, een feest in Kana
|
9 |
Bruiloft in Kana |
Een bruiloftsfeest in Kana
|
10 |
Jezus volgen |
Simon, Andreas, daar op het meer
|
11 |
Het lied van goede en slechte vruchten |
Wie zoekt aan dorens druiven?
|
12 |
Storm op het meer |
Storm, storm, storm op het meer
|
13 |
De zaaier |
Een zaaier ging uit om te zaaien
|
14 |
Het lied van het mosterdzaadje |
Er lag een mosterdzaadje
|
15 |
Wij brengen het brood |
Wij brengen het brood naar de schare
|
16 |
Zie, Hij komt |
Zie, Hij komt om alle volken
|
17 |
De goede herder |
De herder telt zijn schaapjes
|
18 |
Ook dit schaap |
Een twee drie vier en zo verder
|
19 |
Jezus zegent de kinderen |
Kind'ren kom, keer je om
|
20 |
De Heer zegent de kinderen |
Kinderen in Israël waren niet in tel
|
21 |
Hij blijft ons nabij |
Eenmaal mochten kinderen
|
22 |
Het lied van de wijngaard |
Hoog tegen de bergen van mooi Israël
|
23 |
Het lied van ja en nee |
Is wat je zegt wel echt?
|
24 |
De werkers in de wijngaard |
Wij wachten op het plein
|
25 |
Het lied van de tempelbouwers |
Ze bouwden een tempel
|
26 |
Er is een feest ophanden |
Er is een feest ophanden
|
27 |
Maria heeft een mooi geschenk |
Maria heeft een mooi geschenk
|
28 |
Aren plukken |
De Heer gaat door de velden
|
29 |
Het lied van de Samaritaan |
Er reisde van Jeruzalem
|
30 |
Het licht der wereld |
Gij zult het licht der wereld zijn
|
31 |
Verloren en gevonden |
Al heb ik er wel honderd
|
32 |
De verloren schelling |
Eens was een vrouw haar schelling kwijt
|
33 |
Zacheüs |
Zacheüs woont in Jericho
|
34 |
Het lied van eersten en laatsten |
Veel eersten zullen laatsten zijn
|
35 |
Nikodémus |
In de nacht gaat Nikodémus
|
36 |
Petrus |
Simon, Simon, roept de Heer
|
37 |
De minister uit Ethiopië |
Filippus waarom loop jij hier zo alleen
|
38 |
Paulus, apostel |
Paulus, apostel, het schip ligt gereed
|
1 |
Zing alle dagen |
Zing alle dagen een lied voor de Heer
|
2 |
Het lied van de week |
Een week telt zeven dagen
|
3 |
Klein loflied |
Een nieuwe dag is weer gekomen
|
4 |
Een goede dag |
Ik vind het fijn je te ontmoeten
|
5 |
Een nieuwe dag |
Er is een nieuwe dag vandaag
|
6 |
Ochtendgebed |
Dank u Heer, voor deze morgen
|
7 |
Dankliedje |
Dank u Heer voor deze nieuwe dag
|
8 |
Zing met ons de Heer |
Zing met ons de Heer
|
9 |
Alle dagen nieuw |
Iedere dag is een nieuwe dag
|
10 |
Avondgebed |
Ook deze dag is weer voorbij
|
11 |
Er was er eens een jongetje |
Er was er eens een jongetje
|
12 |
Avondliedje |
Here God, ik wil u danken
|
13 |
't Is zondag |
De zondag is een fijne dag
|
14 |
Ik heb een droom |
Tussen nacht en dageraad
|
15 |
Kom erbij in onze kring |
Kom erbij in onze kring
|
16 |
Zondagslied |
Een dag van licht aan het begin
|
17 |
Geboortelied |
Wij hebben lang op jou gewacht
|
18 |
Dooplied |
Mijn lieve kleine kindje
|
19 |
Avondmaalslied |
Wij worden genodigd aan tafel te gaan
|
20 |
Het koren ruist |
Het koren ruist
|
21 |
Zaaien, maaien, oogsten |
Zaaien, maaien, oogsten
|
22 |
Oogstlied |
Weet je wat het oogstfeest is?
|
23 |
Liedje bij de maaltijd |
Loof de Heer, want hij is goed
|
24 |
Geloofslied |
O Vader die het leven voedt
|
25 |
Dank u, Here |
Dank u, Here, voor het eten
|
26 |
Klein tafellied |
Heer, wij willen als wij eten
|
27 |
Wij leggen onze gaven |
Wij leggen onze gaven
|
28 |
Sparen |
Kun je sparen, kun je sparen?
|
29 |
Wie groot wil zijn |
Wie groot wil zijn is klein
|
30 |
Als kaarsjes in de nacht |
Jezus zegt dat hij hier van ons verwacht
|
31 |
Hier ben ik, Heer |
Heer blijf bij mij
|
32 |
Welkomstlied |
Kom erbij, kom erbij
|
33 |
Vandaag zijn wij blij |
Vandaag zijn wij blij
|
34 |
Wie is er hier jarig? |
Wie is hier jarig vandaag
|
35 |
Van dag tot dag |
Wij leven hier ons leven
|
36 |
Versier het huis |
Versier het huis
|
37 |
Wie is er ziek? |
Weet je waar ik nu van zing
|
38 |
Eén plaatsje in de kring is leeg |
Eén plaatsje in de kring is leeg
|
39 |
Lied voor de vakantie |
Wij gaan nu met vakantie
|
40 |
Kom maar hier |
Kom maar hier en volg me maar
|
41 |
Geef mij je hand |
Geef mij je hand
|
42 |
Speelliedje |
In een rij gaan staan
|
43 |
Wij zijn blij |
Wij zijn blij
|
44 |
Kind'ren in een grote kring |
Kind'ren in een grote kring
|
45 |
De Heer vergeet ons niet |
Kom, laat ons zingen nu het lied
|
46 |
Zing samen |
Zing samen met de tamboerijn
|
47 |
Laten wij samen zingen |
Laten wij gaan zingen
|
48 |
De aarde is goed |
Zing van de Here
|
49 |
Een liedje van plezier |
Kom laten wij een liedje zingen
|
50 |
Loflied |
Al wat mooi is om ons heen
|
51 |
Wees goed voor elkaar |
Wees goed voor de dieren
|
52 |
Horen en zien |
Moet je horen
|
53 |
Kom, zing mee |
Kun je zingen, zing dan mee
|
54 |
Nieuwjaar |
't Is nieuwjaarsdag
|
55 |
Veel heil en zegen |
Het oude jaar is om
|