Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Beveel gerust uw wegen: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Hymnologische informatie)
k
(41 tussenliggende versies door 5 gebruikers niet weergegeven)
Regel 5: Regel 5:
 
|taal=Duits
 
|taal=Duits
 
|land=Duitsland
 
|land=Duitsland
|periode=17e eeuw
+
|jaartal=1653
 
|dichter1=Paul Gerhardt
 
|dichter1=Paul Gerhardt
 
|vertaler1=Bernard ter Haar
 
|vertaler1=Bernard ter Haar
Regel 47: Regel 47:
 
|componist3=Georg Philipp Telemann
 
|componist3=Georg Philipp Telemann
 
|componist3-v=b
 
|componist3-v=b
 +
|componist4=Hans Leo Hassler
 +
|componist4-v=c
 
|melodie1=Beveel gerust uw wegen
 
|melodie1=Beveel gerust uw wegen
 
|melodie1-v=a
 
|melodie1-v=a
|solmisatie1=1-3-2-3-5-4-3
+
|melodie2=Befiehl du deine Wege
 +
|melodie2-v=b
 +
|melodie3=Herzlich tut mich verlangen
 +
|melodie3-v=c
 +
|solmisatie1=1-3-2-3-5-4-3-3-2-1-4-3-2
 
|solmisatie1-v=a
 
|solmisatie1-v=a
|solmisatie2=2-2-3-4-5-6-6
+
|solmisatie2=1-3-2-3-4-5-5-7-6-5-5-4-5
 
|solmisatie2-v=b
 
|solmisatie2-v=b
 
|Thema=Vertrouwen; Pelgrimage;
 
|Thema=Vertrouwen; Pelgrimage;
|kop-liedbundels=Ja
+
|LB=904
|LB=904 (a)
+
|LvdK Gez=427
|LvdK Gez=427 (a)
+
|JdH=411
|WK=501 (b)
+
|Liedbundels={{Ld lb|119 Gezangen|91a}}{{Ld lb|Gezangboek der Evangelisch-Lutherse Kerk|182 (b)}}{{Ld lb|Hervormde Bundel 1938|180, 180a (c)}}{{Ld lb|Lieteboek 2013|904}}{{Ld lb|Liederen van het Leger des Heils|215}}{{Ld lb|Lieteboek foar de tsjerken|427}}{{Ld lb|Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen|273}}{{Ld lb|Liedbundel met Bijbellezingen|453}}
|JdH=411 (a)
 
|LB Fr=904 (a)
 
|ELK=182 (a)
 
|LdH=215
 
|Fil=4 (b)
 
|H1938=180 (a)
 
|LvdK Fr=427 (a)
 
 
}}
 
}}
'''Beveel gerust uw wegen''' is een lied afkomstig uit Duitsland, ontstaan in de 17e eeuw. Het is een vertaling van '''Befiehl du deine Wege''', een geestelijk lied van de dichter [[Paul Gerhardt]] (1607-1676). Hij was een evangelisch-lutherische theoloog en wordt naast [[Martin Luther]] als een van de belangrijkste Duitstalige dichters van kerkliederen beschouwd. Het lied werd voor het eerst gepubliceerd in 1653 in de vijfde editie van Johann Crügers Gesangbuch ''Praxis Pietatis Melica''.<br />
+
'''Beveel gerust uw wegen''' is een vertaling, door [[Bernard ter Haar]], van [[Befiehl du deine Wege]] (zie daar), een lied van [[Paul Gerhardt]]. De vertaling werd in elf strofen opgenomen in de [[Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen]] en daar voorzien van de in Nederland dominante melodie van [[Johannes Gijsbertus Bastiaans]] (1812-1875).
De bekendste Nederlandse vertaling is die van [[Bernard ter Haar]] (1806-1880). Ze werd in elf coupletten opgenomen in de [[Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen]] en daar voorzien van de melodie van [[Johannes Gijsbertus Bastiaans]] (1812-1875).
+
 
 +
Voor de modernisering door [[Hendrik Hasper]], zie [[Beveel gerust uw wegen, al wat uw leven deert]].
  
 
==Opname beluisteren==
 
==Opname beluisteren==
* Nederland Zingt (2015):
+
* Nederland Zingt (2015) - melodie a:
 
: {{youtube|7eEjf0Uot4Q}}
 
: {{youtube|7eEjf0Uot4Q}}
 
* Met tekstondertiteling:
 
* Met tekstondertiteling:
 
: {{youtube|HgE96US2xRU}}
 
: {{youtube|HgE96US2xRU}}
* [[Henk Lemckert]] op Orgel Abdijkerk van Loosduinen C.F. in sopraan en alt (www.liedboekzettingen.nl)
+
* [[Henk Lemckert]] op Orgel Abdijkerk van Loosduinen C.F. in sopraan en alt ([https://www.liedboekzettingen.nl/category/liedboek-2013/904 liedboekzettingen.nl])
 
: <html5media height="50" width="200">File:Nlb_904_gem.mp3</html5media>
 
: <html5media height="50" width="200">File:Nlb_904_gem.mp3</html5media>
 +
 +
*  Cantorij Emmeloord o.l.v. [[Co-Jongsma-Hoekstra]]; [[Toon Hagen]], orgel (strofe 1 en de strofen 3 en 8 van gezang 427 uit het Liedboek voor de kerken) op https://www.liedboekcompendium.nl/lied/904-beveel-gerust-uw-wegen-8_6_3
  
 
== Tekst ==
 
== Tekst ==
 
{| class=vatop
 
{| class=vatop
! Origineel
+
! origineel
! Huidige Duitse tekst
+
! Evangelische Gezangen 1869
! Nederlandse vertaling
 
 
|-
 
|-
 
|<poem>
 
|<poem>
Befiehl du deine wege /
+
1 Beveel gerust uw wegen,
Und was dein hertze kränckt /
+
Al wat u ’t harte deert,
Der allertreusten pflege
+
Der trouwe hoede en zegen
Deß / der den himmel lenckt /
+
Van Hem, die ’t al regeert:
Der wolcken / lufft und winden /
+
Die wolken, lucht en winden
Gibt wege / lauf und bahn /
+
Wijst spoor en loop en baan,
Der wird auch wege finden /
+
Zal ook wel wegen vinden,
Da dein fuß gehen kan.
+
Waarlangs uw voet kan gaan.
  
Dem Herren must du trauen /
+
2 Den Heer moet gij vertrouwen,
wann dirs soll wol ergehn:
+
Begeert gij de uitkomst goed;
Auf sein werck must du schauen /
+
Op Hem uw hope bouwen,
Wann dein werck sol bestehn.
+
Zal ’t slagen, wat gij doet;
Mit sorgen und mit grämen
+
Door uw bekommeringen,
Und mit selbsteigner pein
+
Uw klagen in uw pijn,
Läßt Gott ihm gar nichts nehmen /
+
Laat God zich niets ontwringen,
Es muß erbäten seyn.
+
Hij wil gebeden zijn.
  
Dein ewge treu und gnade /
+
3 Uw trouw en Uw genade
O Vater / weiß und sieht /
+
o Vader! weet zóó goed,
Was gut sey oder schade
+
Wat nut is of tot schade,
Dem sterblichen geblüt /
+
Van sterflijk vleesch en bloed;
Und was du denn erlesen /
+
En hebt Ge iets uitgelezen,
Das treibst du / starcker Held /
+
Dat werkt Ge, o sterke Held!
Und bringst zum stand und wesen /
+
En brengt in stand en wezen,
Was deinem rath gefällt.
+
Wat Ge U hebt voorgesteld!
  
Weg hast du allerwegen /
+
4 Een’ weg hebt Ge allerwegen!
An mitteln fehlt dirs nicht /
+
Geen middel dat  U faalt!
Dein thun ist lauter segen /
+
Uw doen is louter zegen,
Dein gang ist lauter liecht /
+
Uw  gang met licht bestraald.
Dein werck kan niemand hindern /
+
Uw werk kan niemand hind’ren,
Dein arbeit darf nicht ruhn /
+
’t Blijft rustloos voorwaarts spoên,
Wenn du / was deinen kindern
+
Als Gij, wat voor Uw kind’ren
Ersprießlich ist / wilt thun.
+
Het heilzaamst is, wilt doen.
  
Und ob gleich alle teufel
+
5 Schoon alle duivels kwamen
Hie wolten widerstehn /
+
Om God te wederstaan;
So wird doch ohne zweifel
+
Geen helsche magt te zamen
Gott nicht zurücke gehn /
+
Doet God teruggegaan.
Was er ihm fürgenommen /
+
Wat Hij heeft voorgenomen,
Und was er haben wil /
+
Hoe lang ook de uitkomst draalt,
Das muß doch endlich kommen
+
Dat moet toch eind’lijk komen
Zu seinem zweck und ziel.
+
Aan ’t doel, door Hem bepaald.
  
Hoff / o du arme seele /
+
6 o Arme ziel, blijf hopen!
Hoff und sey unverzagt /
+
Blijf hopen onverzaagd;
Gott wird dich aus der höle /
+
Al spert zich de afgrond open,
Da dich der kummer plagt /
+
Schoon u de kommer plaagt;
Mit grossen gnaden rücken /
+
God rukt u uit die zorgen,
Erwarte nur die zeit /
+
Verwacht alleen Gods tijd,
So wirst du schon erblicken
+
En eerlang rijst de morgen,
Die Sonn der schönsten freud.
+
Wiens licht uw ziel verblijdt.
  
Auf / auf / gib deinem schmertze
+
7 Schep moed! zeg aan uw smarte
Und sorgen gute nacht /
+
En zorgen: goeden nacht!
Laß fahren / was das hertze
+
Laat varen, wat uw harte
Betrübt und traurig macht /
+
In onrust heeft gebragt!
Bist du doch nicht Regente /
+
Gij wilt toch niet regeren,
Der alles führen sol /
+
Als een, die alles kent;
GOtt sitzt im regimente
+
God staat als Heer der heeren
Und führet alles wol.
+
Aan ’t hoofd van ’t regement.
  
Ihn / ihn laß thun und walten /
+
8 Laat Hem besturen, waken!
Er ist ein weiser Fürst /
+
’t Is wijsheid wat Hij doet;
Und wird sich so verhalten /
+
Hij zal zóó alles maken,
Daß du dich wundern wirst /
+
Dat ge u verwond’ren moet,
Wann er / wie ihm gebüret /
+
Als Hij, die alle magt heeft,
Mit wunderbarem rath
+
Met wonderbaar beleid,
Das werck hinaus geführet /
+
Geheel het werk volbragt heeft,
Das dich bekümmert hat.
+
Waarom uw oog thans schreit.
  
Er wird zwar eine weile
+
9 Wel kan zijn hulp vertragen,
Mit seinem trost verziehn
+
En ’t schijnt soms in den nacht,
Und thun an seinem theile /
+
Alsof geen licht zal dagen,
Als hätt in seinem sinn
+
Alsof geen troost u wacht,
Er deiner sich begäben /
+
Als ging Hij u begeven;
Und soltst du für und für
+
Wel kunnen op uw pad
In angst und nöthen schweben /
+
Gevaren u omzweven,
So frag er nichts nach dir.
+
Alsof u God vergat.
  
Wirds aber sich befinden /
+
10 Maar zoo uw trouw mag blijken,
Daß du ihm treu verbleibst /
+
Zoo gij Gods wil betracht,
So wird er dich entbinden /
+
Dan doet Hij d’ onspoed wijken,
Da dus am wengsten gläubst /
+
Ligt als gij ’t minst verwacht;
Er wird dein herzze lösen
+
Hij zal uw hart bevrijden
Von der so schweren last /
+
Van d’ opgelegden last,
Die du zu keinem bösen
+
Houdt gij slechts onder ’t lijden
Bisher getragen hast.
+
Aan God en godsvrucht vast.
  
Wohl dir / du kind der treue /
+
11 Wel u, gij kind der trouwe!
Du hast und trägst davon
+
Ge ontvangt dan vóór Gods troon,
Mit ruhm und danckgeschreye
+
Aan d’ eindpaal van uw rouwe,
Den sieg und ehrenkron /
+
Uw overwinningskroon.
Gott gibt dir selbst die palmen
+
God zelf reikt u de palmen,
In deine rechte hand
+
In uwe regterhand,
Und du singst freudenpsalmen /
+
En gij zingt vreugdepsalmen
Dem / der dein leid gewandt.
+
In ’t hemelsch Vaderland!
  
Mach end / o HErr / mach ende
+
12 Hoor onze smeekgebeden!
An aller unser noth /
+
Heer! red uit allen nood!
Stärck unser füß und hände /
+
Sterk onze wank’le schreden,
Und laß bis in den tod
+
En leer ons, tot den dood
Uns allzeit deiner pflege /
+
Op Uwe hoede en zegen
Und treu empfohlen sein /
+
Vertrouwen, vroom van zin;
So gehen unsre wege
+
Zóór voeren onze wegen,
Gewiß zum himmel ein.</poem>
+
Gewis ten Hemel in!
|<poem>
+
</poem>
''Befiehl'' du deine Wege
 
und was dein Herze kränkt
 
der allertreusten Pflege
 
des, der den Himmel lenkt.
 
Der Wolken, Luft und Winden
 
gibt Wege, Lauf und Bahn,
 
der wird auch Wege finden,
 
da dein Fuß gehen kann.
 
 
 
''Dem Herren'' musst du trauen,
 
wenn dir’s soll wohlergehn;
 
auf sein Werk musst du schauen,
 
wenn dein Werk soll bestehn.
 
Mit Sorgen und mit Grämen
 
und mit selbsteigner Pein
 
lässt Gott sich gar nichts nehmen,
 
es muss erbeten sein.
 
 
 
''Dein’'' ewge Treu’ und Gnade,
 
o Vater, weiß und sieht,
 
was gut sei oder schade
 
dem sterblichen Geblüt;
 
und was du dann erlesen,
 
das treibst du, starker Held,
 
und bringst zum Stand und Wesen,
 
was deinem Rat gefällt.
 
 
 
''Weg'' hast du allerwegen,
 
an Mitteln fehlt dir’s nicht;
 
dein Tun ist lauter Segen,
 
dein Gang ist lauter Licht;
 
dein Werk kann niemand hindern,
 
dein Arbeit darf nicht ruhn,
 
wenn du, was deinen Kindern
 
ersprießlich ist, willst tun.
 
 
 
''Und'' ob gleich alle Teufel
 
hier wollten widerstehn,
 
so wird doch ohne Zweifel
 
Gott nicht zurücke gehn;
 
was er sich vorgenommen
 
und was er haben will,
 
das muss doch endlich kommen
 
zu seinem Zweck und Ziel.
 
 
 
''Hoff'', o du arme Seele,
 
hoff und sei unverzagt!
 
Gott wird dich aus der Höhle,
 
da dich der Kummer plagt,
 
mit großen Gnaden rücken;
 
erwarte nur die Zeit,
 
so wirst du schon erblicken
 
die Sonn der schönsten Freud.
 
 
 
''Auf'', auf, gib deinem Schmerze
 
und Sorgen gute Nacht,
 
lass fahren, was das Herze
 
betrübt und traurig macht;
 
bist du doch nicht Regente,
 
der alles führen soll,
 
Gott sitzt im Regimente
 
und führet alles wohl.
 
 
 
''Ihn'', ihn lass tun und walten,
 
er ist ein weiser Fürst
 
und wird sich so verhalten,
 
dass du dich wundern wirst,
 
wenn er, wie ihm gebühret,
 
mit wunderbarem Rat
 
das Werk hinausgeführet,
 
das dich bekümmert hat.
 
 
 
''Er'' wird zwar eine Weile
 
mit seinem Trost verziehn
 
und tun an seinem Teile,
 
als hätt in seinem Sinn
 
er deiner sich begeben,
 
und sollt’st du für und für
 
in Angst und Nöten schweben,
 
als frag er nichts nach dir.
 
 
 
''Wird’s'' aber sich befinden,
 
dass du ihm treu verbleibst,
 
so wird er dich entbinden,
 
da du’s am mindsten glaubst;
 
er wird dein Herze lösen
 
von der so schweren Last,
 
die du zu keinem Bösen
 
bisher getragen hast.
 
 
 
''Wohl'' dir, du Kind der Treue,
 
du hast und trägst davon
 
mit Ruhm und Dankgeschreie
 
den Sieg und Ehrenkron;
 
Gott gibt dir selbst die Palmen
 
in deine rechte Hand,
 
und du singst Freudenpsalmen
 
dem, der dein Leid gewandt.
 
 
 
''Mach En''d, o Herr, mach Ende
 
mit aller unsrer Not;
 
stärk unsre Füß und Hände
 
und lass bis in den Tod
 
uns allzeit deiner Pflege
 
und Treu empfohlen sein,
 
so gehen unsre Wege
 
gewiss zum Himmel ein.</poem>
 
 
|<poem>
 
|<poem>
 
1 Beveel gerust uw wegen,
 
1 Beveel gerust uw wegen,
Regel 335: Regel 229:
 
Als Gij, wat voor uw kindren
 
Als Gij, wat voor uw kindren
 
Het heilzaamst is, wilt doen.
 
Het heilzaamst is, wilt doen.
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
 +
  
 
5 Mijn lijdend hart blijv’ hopen,
 
5 Mijn lijdend hart blijv’ hopen,
Regel 340: Regel 243:
 
Al spert zich d’ afgrond open,
 
Al spert zich d’ afgrond open,
 
Schoon u de kommer plaagt,
 
Schoon u de kommer plaagt,
God rukt u ut die zorgen:
+
God rukt u uit die zorgen:
 
Verwacht alleen Gods tijd,
 
Verwacht alleen Gods tijd,
 
En eerlang rijst de morgen,
 
En eerlang rijst de morgen,
Regel 391: Regel 294:
  
 
11 Hoor onze smeekgebeden!
 
11 Hoor onze smeekgebeden!
Heer! redt uit allen nood!
+
Heer! red uit allen nood!
 
Sterk onze wankle schreden,
 
Sterk onze wankle schreden,
 
En leer ons tot den dood
 
En leer ons tot den dood
Regel 397: Regel 300:
 
Vertrouwen, vroom van zin:
 
Vertrouwen, vroom van zin:
 
Zoo voeren onze wegen
 
Zoo voeren onze wegen
Gewis ten hemel in!</poem>
+
Gewis ten hemel in!
 +
</poem>
 
|}
 
|}
  
=== Inhoud ===
+
===Ontstaan===
In de Duitse versie vormen de beginwoorden van de 12 strofen een acrostichon die de tekst van Psalm 37:5 opleveren. Ps 37,5 LUT: „Befiehl dem Herren dein’ Weg und hoff auf ihn, er wird’s wohl machen“. Vanuit deze beginwoorden behandelen de strofen het thema Godsvertrouwen via allerlei beelden en vergelijkingen.
+
* De vertaling van Ter Haar verscheen met de titel '''Vertrouwen op God''' in: P. Hofstede de Groot e.a., ''Geschiedenis der Christelijke Kerk, in Tafereelen. Vijfde deel'', Amsterdam: G. Portielje & Zoon, 1859, p. 202-205 (uit het Tiende Tafereel: De geestelijke liederen-poëzij in de protestantse kerk) (zie boven).
 +
* Ze werd licht bewerkt voor de [[Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen]] 1869; de 5e strofe werd  er weggelaten.
 +
* Van de versie 1869 werden de strofen 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9 en 11 voor het [[Liedboek voor de Kerken]] gemoderniseerd, dat wil zeggen soms stevig bewerkt.
 +
* Van de acht strofen van de versie 1973 bleven in het [[Liedboek 2013]] er 5 over, dat wil zeggen t.o.v. de versie 1869 de strofen 1, 2, 7, 8 en 9.
  
 
==Muziek==
 
==Muziek==
Regel 408: Regel 315:
  
 
== Hymnologische informatie==
 
== Hymnologische informatie==
 +
* De ''Christelijke Gezangen'' (ELK) 1886 geven als nr. 116 de strofen 1, 3, 5, 6, 9b/10a en 11 van de versie 1869 op de melodie [[Herzlich tut mich verlangen (melodie)]] van [[Hans Leo Hassler]].
 +
* De [[Zangbundel Joh. de Heer]] geeft vanaf de 1e uitgave (1905) de strofen 1, 2, 6 en 7 van de versie 1869.
 +
* De [[Hervormde Bundel 1938]] geeft als nr. 180 de versie 1869 en als nr. 180a dezelfde tekst op de melodie [[Herzlich tut mich verlangen (melodie)]] van [[Hans Leo Hassler]].
 +
* De [[Liederen van het Leger des Heils]] geven de strofen 1, 2, 7 van de versie 1869 en een eigen bewerking van strofe 9.
 
* [[Cor Waringa]] en  [[Douwe Annes Tamminga]] maakten de Friese vertaling: '''Betrou mar stil dyn wegen '''
 
* [[Cor Waringa]] en  [[Douwe Annes Tamminga]] maakten de Friese vertaling: '''Betrou mar stil dyn wegen '''
* De [[Hervormde Bundel 1938]] geeft alle verzen, met een enkele wijziging.
 
* De [[Zangbundel Joh. de Heer]] geeft vers 1, 2, 6 en 7.
 
* Het [[Liedboek voor de Kerken]] geeft vers 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9 en 11, soms stevig bewerkt.
 
* Het [[Liedboek 2013]] houdt, met de bewerking van LvdK, de verzen 1, 2, 7, 8 en 9 over.
 
 
* In [[Filippus Liederenboek]] staan alleen de strofen 1 t/m 6, 8
 
* In [[Filippus Liederenboek]] staan alleen de strofen 1 t/m 6, 8
* In [[Weerklank]] zijn vijf strofen opgenomen, maar alle enigszins bewerkt door [[Hendrik Hasper]]. In deze hertaling eerder gepubliceerd in de bundel [[Liederen voor de Gemeentezang]], nr. 380, van de Unie van Baptistengemeenten.
+
* Het [[Gezangboek der Evangelisch-Lutherse Kerk]] (1955) geeft als enige Nederlandse liedbundel alle twaalf strofen op [[Befiehl du deine Wege (melodie)]] van Gesius/Telemann. De tekst is opnieuw licht bewerkt. Vermelding  verdienen alleen de 5e en 6e strofe:
* Hoewel in het [[Gezangboek der Evangelisch-Lutherse Kerk]] vermeld staat dat de melodie van Gesius/Telemann wordt gebruikt, is het genoteerde solmisatieschema anders: [[1-3-2-3-4-5-5]].
+
<poem>
 +
5 Schoon alle helse machten,
 +
Hem woedend,  stut en stug,
 +
weerstaan met alle krachten, —
 +
God wijkt geen stap terug.
 +
Wat Hij heeft voorgenomen,
 +
wat Hij volbrengen wil, —
 +
daar moet het toch toe komen;
 +
voor Hem zwijgt alles stil.
 +
 
 +
6 O lijdend hart, blijf hopen,
 +
blijf hopen onversaagd.
 +
Al spert zich d' afgrond open,
 +
schoon u de komer plaats, —
 +
God rukt u uit die zorgen;
 +
verwacht alleen zijn tijd, —
 +
en eerlang  rijst de morgen,
 +
wiens licht u weer verblijdt.
 +
</poem>
  
== Literatuur ==
+
==Literatuur==
 
Toelichting:
 
Toelichting:
* Arie Eikelboom, Hymnologie VII, blz. 385-398
+
* Liedboekcompendium: https://www.liedboekcompendium.nl/lied/904-beveel-gerust-uw-wegen-8_6_3
 +
* ''Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 Gezangen uit het Liedboek voor de Kerken'', kol. 963-966
  
 
== Externe links ==
 
== Externe links ==
* Artikel over het lied op [https://de.wikipedia.org/wiki/Befiehl_du_deine_Wege Wikipedia] (Duits).
+
* [https://www.liedboekcompendium.nl/lied/904-beveel-gerust-uw-wegen-8_6_3 liedboekcompendium.nl]

Versie van 15 jan 2021 om 20:46

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Liedboek 2013 904 Liedboek voor de kerken Gezang 427 Zangbundel Joh. de Heer 411
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Beveel gerust uw wegen
Vorm Strofelied
Herkomst
Titel Befiehl du deine Wege
Taal Duits
Land Duitsland
Periode 1653
Tekst
Dichter Paul Gerhardt
Vertaler Bernard ter Haar (a)
Cor Waringa (Fr)
Douwe Annes Tamminga (Fr)
Hendrik Hasper (b)
Bijbelplaats Psalm 37:5
Psalm 121:3
Psalm 127:2
Matteüs 7:7
Psalm 33:9
Openbaring 2:10
Openbaring 7:8
Jesaja 28
Metrisch 7-6-7-6-7-6-7-6
Muziek
Componist Johannes Gijsbertus Bastiaans (a)
Bartholomäus Gesius (b)
Georg Philipp Telemann (b)
Hans Leo Hassler (c)
Melodie Beveel gerust uw wegen (a)
Befiehl du deine Wege (b)
Herzlich tut mich verlangen (c)
Solmisatie 1-3-2-3-5-4-3-3-2-1-4-3-2 (a)
1-3-2-3-4-5-5-7-6-5-5-4-5 (b)
Gebruik
Thema Vertrouwen
Pelgrimage
Liedbundels
Liedboek 2013 904
Liedboek voor de kerken Gezang 427
Zangbundel Joh. de Heer 411
119 Gezangen 91a
Gezangboek der ELK 182 (b)
Hervormde Bundel 1938 180, 180a (c)
Lieteboek 2013 904
Liederen van het Leger des Heils 215
Lieteboek foar de tsjerken 427
Vervolgbundel Evang. Gezangen 273
Liedbundel met Bijbellezingen 453

Beveel gerust uw wegen is een vertaling, door Bernard ter Haar, van Befiehl du deine Wege (zie daar), een lied van Paul Gerhardt. De vertaling werd in elf strofen opgenomen in de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen en daar voorzien van de in Nederland dominante melodie van Johannes Gijsbertus Bastiaans (1812-1875).

Voor de modernisering door Hendrik Hasper, zie Beveel gerust uw wegen, al wat uw leven deert.

Opname beluisteren

  • Nederland Zingt (2015) - melodie a:
  • Met tekstondertiteling:
<html5media height="50" width="200">File:Nlb_904_gem.mp3</html5media>

Tekst

origineel Evangelische Gezangen 1869

1 Beveel gerust uw wegen,
Al wat u ’t harte deert,
Der trouwe hoede en zegen
Van Hem, die ’t al regeert:
Die wolken, lucht en winden
Wijst spoor en loop en baan,
Zal ook wel wegen vinden,
Waarlangs uw voet kan gaan.

2 Den Heer moet gij vertrouwen,
Begeert gij de uitkomst goed;
Op Hem uw hope bouwen,
Zal ’t slagen, wat gij doet;
Door uw bekommeringen,
Uw klagen in uw pijn,
Laat God zich niets ontwringen,
Hij wil gebeden zijn.

3 Uw trouw en Uw genade
o Vader! weet zóó goed,
Wat nut is of tot schade,
Van sterflijk vleesch en bloed;
En hebt Ge iets uitgelezen,
Dat werkt Ge, o sterke Held!
En brengt in stand en wezen,
Wat Ge U hebt voorgesteld!

4 Een’ weg hebt Ge allerwegen!
Geen middel dat U faalt!
Uw doen is louter zegen,
Uw gang met licht bestraald.
Uw werk kan niemand hind’ren,
’t Blijft rustloos voorwaarts spoên,
Als Gij, wat voor Uw kind’ren
Het heilzaamst is, wilt doen.

5 Schoon alle duivels kwamen
Om God te wederstaan;
Geen helsche magt te zamen
Doet God teruggegaan.
Wat Hij heeft voorgenomen,
Hoe lang ook de uitkomst draalt,
Dat moet toch eind’lijk komen
Aan ’t doel, door Hem bepaald.

6 o Arme ziel, blijf hopen!
Blijf hopen onverzaagd;
Al spert zich de afgrond open,
Schoon u de kommer plaagt;
God rukt u uit die zorgen,
Verwacht alleen Gods tijd,
En eerlang rijst de morgen,
Wiens licht uw ziel verblijdt.

7 Schep moed! zeg aan uw smarte
En zorgen: goeden nacht!
Laat varen, wat uw harte
In onrust heeft gebragt!
Gij wilt toch niet regeren,
Als een, die alles kent;
God staat als Heer der heeren
Aan ’t hoofd van ’t regement.

8 Laat Hem besturen, waken!
’t Is wijsheid wat Hij doet;
Hij zal zóó alles maken,
Dat ge u verwond’ren moet,
Als Hij, die alle magt heeft,
Met wonderbaar beleid,
Geheel het werk volbragt heeft,
Waarom uw oog thans schreit.

9 Wel kan zijn hulp vertragen,
En ’t schijnt soms in den nacht,
Alsof geen licht zal dagen,
Alsof geen troost u wacht,
Als ging Hij u begeven;
Wel kunnen op uw pad
Gevaren u omzweven,
Alsof u God vergat.

10 Maar zoo uw trouw mag blijken,
Zoo gij Gods wil betracht,
Dan doet Hij d’ onspoed wijken,
Ligt als gij ’t minst verwacht;
Hij zal uw hart bevrijden
Van d’ opgelegden last,
Houdt gij slechts onder ’t lijden
Aan God en godsvrucht vast.

11 Wel u, gij kind der trouwe!
Ge ontvangt dan vóór Gods troon,
Aan d’ eindpaal van uw rouwe,
Uw overwinningskroon.
God zelf reikt u de palmen,
In uwe regterhand,
En gij zingt vreugdepsalmen
In ’t hemelsch Vaderland!

12 Hoor onze smeekgebeden!
Heer! red uit allen nood!
Sterk onze wank’le schreden,
En leer ons, tot den dood
Op Uwe hoede en zegen
Vertrouwen, vroom van zin;
Zóór voeren onze wegen,
Gewis ten Hemel in!

1 Beveel gerust uw wegen,
Al wat u ’t harte deert,
Der trouwe hoed’ en zegen
Van Hem, die ’t al regeert;
Die wolken, lucht en winden
Wijst spoor en loop en baan,
Zal ook wel wegen vinden,
Waar langs uw voet kan gaan.

2 Den Heer moet gij vertrouwen,
Begeert gij d’ uitkomst goed;
Op Hem uw hope bouwen,
Zal ’t slagen wat gij doet;
Door geen bekommeringen,
Geen klagen en geen pijn
Laat God zich iets ontwringen:
Hij wil gebeden zijn.

3 Uw trouw en uw genade,
O Vader! weet zoo goed,
Wat onze ziel tot schade
Of winste worden moet.
En hebt G’ iets uitgelezen,
Dat werkt G’ o sterke Held!
En brengt in stand en wezen,
Wat G’ U hebt voorgesteld.

4 Een weg hebt G’ allerwegen!
Geen middel dat U faalt!
Uw doen is louter zegen,
Uw gang met licht omstraald:
Niets kan uw werk verhindren,
’t Blijft rustloos voorwaarts spoên;
Als Gij, wat voor uw kindren
Het heilzaamst is, wilt doen.










5 Mijn lijdend hart blijv’ hopen,
Blijv’ hopen onversaagd!
Al spert zich d’ afgrond open,
Schoon u de kommer plaagt,
God rukt u uit die zorgen:
Verwacht alleen Gods tijd,
En eerlang rijst de morgen,
Wiens licht uw ziel verblijdt.

6 Schep moed! zeg aan uw smarte
En zorgen goeden nacht!
Laat varen, wat uw harte
In onrust heeft gebragt!
Gij wilt toch niet regeren
Als een, die alles weet:
God blijft, als Heer der Heeren,
Met ’t hoogst gezag bekleed.

7 Laat Hem besturen, waken!
’t Is wijsheid wat Hij doet.
Zóó zal Hij alles maken,
Dat g’ u verwondren moet,
Als Hij, die alle magt heeft,
Met wonderbaar beleid
Geheel het werk volbragt heeft,
Waarom gij thans nog schreit.

8 Wel kan zijn hulp vertragen,
En ’t schijnt soms in den nacht,
Alsof geen licht zal dagen,
Alsof geen troost u wacht,
Als ging Hij u begeven;
Wel kunnen op uw pad
Gevaren om u zweven,
Alsof u God vergat.

9 Maar zoo uw trouw mag blijken,
Zoo gij Gods wil betracht,
Dan doet Hij d’ onspoed wijken,
Ook als gij ’t minst verwacht;
Eens zal Hij u bevrijden
Ook van den zwaarsten last;
Houdt gij slechts onder ’t strijden
Aan God en godsvrucht vast.

10 Wel u, gij kind der trouwe!
G’ ontvangt dan voor Gods troon
Aan d’ eindpaal van uw rouwe
Uw overwinningskroon.
God zelf reikt u de palmen
In uwe regterhand,
En gij zingt vreugdepsalmen
In ’t hemelsch Vaderland.

11 Hoor onze smeekgebeden!
Heer! red uit allen nood!
Sterk onze wankle schreden,
En leer ons tot den dood
Op uwe hoed’ en zegen
Vertrouwen, vroom van zin:
Zoo voeren onze wegen
Gewis ten hemel in!

Ontstaan

  • De vertaling van Ter Haar verscheen met de titel Vertrouwen op God in: P. Hofstede de Groot e.a., Geschiedenis der Christelijke Kerk, in Tafereelen. Vijfde deel, Amsterdam: G. Portielje & Zoon, 1859, p. 202-205 (uit het Tiende Tafereel: De geestelijke liederen-poëzij in de protestantse kerk) (zie boven).
  • Ze werd licht bewerkt voor de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen 1869; de 5e strofe werd er weggelaten.
  • Van de versie 1869 werden de strofen 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9 en 11 voor het Liedboek voor de Kerken gemoderniseerd, dat wil zeggen soms stevig bewerkt.
  • Van de acht strofen van de versie 1973 bleven in het Liedboek 2013 er 5 over, dat wil zeggen t.o.v. de versie 1869 de strofen 1, 2, 7, 8 en 9.

Muziek

Muziekuitgaven

Zie het artikel Zie Beveel gerust uw wegen (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen bij melodie a.

Hymnologische informatie

5 Schoon alle helse machten,
Hem woedend, stut en stug,
weerstaan met alle krachten, —
God wijkt geen stap terug.
Wat Hij heeft voorgenomen,
wat Hij volbrengen wil, —
daar moet het toch toe komen;
voor Hem zwijgt alles stil.

6 O lijdend hart, blijf hopen,
blijf hopen onversaagd.
Al spert zich d' afgrond open,
schoon u de komer plaats, —
God rukt u uit die zorgen;
verwacht alleen zijn tijd, —
en eerlang rijst de morgen,
wiens licht u weer verblijdt.

Literatuur

Toelichting:

Externe links