Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Brandend van verlangen
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Brandend van verlangen | |
Vorm | Lied met refrein |
Tekst | |
Dichter | André Troost |
Metrisch | 6-5-6-5/6-5-6-5 |
Muziek | |
Componist | Wim ter Burg |
Solmisatie | 6-6-7-1-2-1-7-6 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Paasnacht Kerstnacht |
Liturgie | Lichtritus |
Liedbundels | |
Zingt Jubilate 448 | |
Zingend Geloven 4-20 | |
Zingende gezegend 151 |
Brandend van verlangen is een lied voor de Paasnacht, geschreven door André Troost en op muziek gezet door Wim ter Burg.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
De tekst van het keervers (refrein) luidt:Kaars van God gegeven,
schitter in dit uur,
Christus, wees ons leven,
wees ons vreugdevuur.
Ontstaan
De dichter schreef dit lied als 'meditatie bij de kaars van Kerst', waarbij hij de volgende toelichting gaf: "Het gaat over Hem die het licht der wereld is, de kaars die zichzelf heeft opgebrand: Christus, ons vreugdevuur, de waakvlam, de wachter, de vuurkolom in onze woestijn." In zowel Zingend Geloven als Zingt Jubilate is het lied ingedeeld als lied bij het ontsteken van de nieuwe kaars in de Paasnacht.
Inhoud
Uit het 'Commentaar bij Zingend Geloven, IV,20' nemen we de volgende toelichting over: Midden in die Paasnacht, de 'doodsnacht' wordt er steeds luider geroepen: het licht van Christus! En dan schijnt plotseling de 'witte toorts van licht' (strofe 1). Het refrein (keervers) verbindt de 'kaars van God gegeven' aan het Licht der wereld, Christus, 'ons vreugdevuur'. Dit licht is nodig, omdat de tijd donker is (strofe 2) en de vrede bewaakt moet worden (strofe 3). Ook is dit licht nodig als teken van verzoening en hoop (strofe 4) en als 'vlam die niet te doven naar de dag verwijst' (strofe 6). De kaars brandt als het ware van verlangen om 'Gods gezicht' te laten zien en dat 'gezicht' is herkenbaar in 'liefde, onbevangen, / vrolijk levenslicht' (strofe 7).