Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

De Heer is God, een enig Heer

Uit Kerkliedwiki
Versie door Ecthelion3 AWB (overleg | bijdragen) op 23 mei 2020 om 12:00 (top)
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De Heer is God, een enig Heer
Lofpsalm
Vorm Strofelied
Tekst
Dichter Nicolaas Beets
Bijbelplaats Jesaja 45
Metrisch 8-8-7-8-8-7-8-8-7-8-8-7
Muziek
Componist Matthias Greitter
Melodie Psalm 36
Solmisatie 1-1-2-3-1-3-4-5
Liedbundels
Gezangboek der ELK 168

Nicolaas Beets schreef het lied De Heer is God, een enig Heer op de melodie van de Geneefse Psalm 36 (melodie).

Opname beluisteren

Tekst

Tekst uit de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen (193)

1 De Heer is God, een eenig Heer,
De Heer is God, en niemand meer:
Erkent het, alle volken,
Van waar de zon in ’t oosten blinkt,
Tot waar z’ in ’t westen nederzinkt
In ’t rood der avondwolken.
De Heer is God, de Heer regeert;
Jehova, die het licht formeert
En ’t duister op doet komen;
Door Hem is alles wat bestraat;
Hij maakt den vreed en schept het kwaad:
Verheerlijkt Hem, gij vromen!

2 Zoo maar de Heer zijn stemme gaf:
„Gij, volken! drupt van boven af!
Gij, heemlen! vloeit van zegen!
Gij, aard’! ontsluit uw vruchtbren schoot,
Schiet uit in overvloed van brood”;
Wie houdt den wasdom tegen?
En als zijn hand het vruchtbaar veld
Tot dorr’ en zoute landen stelt,
Wie zal één halm doen groeijen?
Bij U, o God! is alle magt:
Gij gordt de koningen met kracht,
Gij doet de volken bloeijen.

3 Wee hem, wiens boezem ootmoed mist,
Wiens hart met zijn Formeerder twist,
Hem rekenschap durft vragen.
Het broze werk, uit leem gekneed,
Vraagt niet wat zijn boetseerder deed
Noch onderneemt te klagen!
Heer! wij bedekken ons gelaat,
Wij zwijgen stil tot uwen raad,
Wij willen needrig knielen;
Verhoog, verneder naar uw wil,
Wij zwijgen onderworpen stil,
U wijden w’ onze zielen.

4 Rampzalig hij, die U weêrstaat,
Dien Gij te schande worden laat
En ver van U doet zwerven
Met d’ afgod, daar zijn ziel aan kleeft,
Die hem geen troost in ’t leven geeft
En hooploos weg doet sterven.
Maar zalig ’t volk, dat U erkent,
Dat Gij verlost hebt uit d’ ellend
En in uw weg doet treden;
Zij wandlen, Heer! in ’t vrolijkst licht;
Geen schaamte dekt hun aangezigt,
Nu noch in eeuwigheden.

5 De heemlen schiept Gij door uw woord:
Hun heir heeft uw bevel gehoord;
Uw hand vervulde d’ aarde;
O Gd! het was dezelfde magt,
Die uit dit zondige geslacht
Uw dankbaar volk vergaârde.
Het volk, dat al uw goedheid ziet,
Het dient, o Heer! U nooit om niet;
Gij houdt U niet verborgen;
Uw woord vervult hun ziel met vreugd,
Uw Geest schenkt hun vernieuwde jeugd,
Uw blik verdrijft hun zorgen.

6 Treedt toe en spreek, gij dwaas geslacht,
Dat al uw heil van d’ aard verwacht,
Dat aan het stof blijft kleven;
Dat over ’s levens vloek steeds klaagt,
Maar godheên in uw boezem draagt,
Die geen verlossing geven.
Treedt toe, spreekt uit, beraadslaagt zaâm,
Is er op aard een andre naam,
Waaruit g’ u troost kunt lezen?
„Ik ben de Heiland”, spreekt de Heer;
„Ik ben het, Ik, en niemand meer;
Ik ben en zal het wezen.”

7 Kom tot Hem zamen, Adams kroost!
Hij is de God, het heil, de troost,
Dien allen zoeken zouden!
Buig, buig u neder, alle knie!
Dat elke tong Hem hulde biê!
Aanbid en word behouden! —
Treedt toe, spreekt uit, betuigt en zegt:
In Hem is sterkt’, in Hem is regt,
Tot Hem zal alles komen,
Den God, die regt en waarheid spreekt,
Den God, die van genade spreekt
In ’t hart van alle vromen.

Ontstaan

Inhoud

De beginregels van de strofen luiden in ELK:

  • 1. De Heer is God, een enig Heer
  • 2. Wee hem, wiens geest de ootmoed mist
  • 3. Rampzalig hij, die U weerstaat
  • 4. De heem'len schiept Gij door uw woord
  • 5. Kom tot Hem samen, Adams kroost.

Muziek

Muziekuitgaven

Hymnologische informatie

Culturele informatie

Literatuur

Externe links