Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
De lofzang klimt uit Sions zalen
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De lofzang klimt uit Sions zalen | ||
Vorm | Strofelied | |
Herkomst | ||
Taal | Nederlands | |
Land | Nederland | |
Psalm 65 | ||
Schrijver | David (volgens opschrift) | |
Type | Dankpsalm | |
Latijnse titel | Te decet hymnus | |
Vulgaat | Psalm 64 | |
Tekst | ||
Dichter | Hendrik Hasper | |
Bijbelplaats | Psalm 65 | |
Metrisch | 9-6-9-6-9-6-9-6 | |
Muziek | ||
Melodie | Psalm 72 | |
Herkomst | 1543/Lyon 1548 | |
Solmisatie | 3-3-3-6-3-4-3-2-1 | |
Liedbundels | ||
Zangbundel Joh. de Heer 359 | ||
Psalmberijming van 1773 65 |
De lofzang klimt uit Sions zalen is een berijming van Psalm 65 door Hendrik Hasper. De melodie is van Psalm 72 uit de Geneefse Psalmen. Zowel in Weerklank als in het Gereformeerd Kerkboek is de beginregel gewijzigd in De lofzang klinkt uit Sions zalen en is de tekst op veel plaatsen aangepast. Daarbij is niet vermeld wie de bewerker van de tekst is (geweest), maar geldt uitsluitend Hendrik Hasper als auteur.
Opname beluisteren
- Melodie gespeeld door Adriaan Arkeraats in de notatie van Liedboek (2013):
- <html5media>File:Psalm_65_en_72_-_Adriaan_Arkeraats.mp3</html5media>
Tekst
Uit de Zangbundel Joh de Heer . Deze mist de strofen 3, 6, 7 en 8. In Weerklank en het Gereformeerd Kerkboek is deze tekst op veel plaatsen aangepast.
1
De lofzang klimt uit Sions zalen
tot U met stil ontzag.
Daar zal men U, o God, betalen
geloften, dag bij dag.
Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
o Hoorder der gebeên.
Dies zullen allerlei geslachten
ootmoedig tot U treén.
2
Een stroom van ongerechtigheden
had d' overhand op mij,
maar ons weerspannig overtreden
verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, die Gij hebt verkoren,
die G' uit al 't aards gedruis
doet naad'ren en Uw heilstem horen,
ja, wonen in Uw huis.
4
O onze God, o vast vertrouwen
van 't allerverste land,
op wie al 's aardrijks einden bouwen
en 't wijdstgelegen strand!
Gij, die de hemelhoge bergen
doet pal staan door Uw kracht,
zodat zij vloed en stormen tergen,
Gij zijt omgord met macht!
5
't Gebruis der zee doet Gij bedaren,
daar Gij haar golven stilt.
't Rumoer der volken als der baren
betoomt Gij, waar Gij wilt.
Wie d' einden dezer aard' bewonen,
aanschouwen dag aan dag de teek'nen,
die Uw almacht tonen,
met vrees en diep ontzag.
9
De velden zijn bedekt met kudden,
de dalen zijn bekleed
met halmen, die van zwaarte schudden
en lonen 's landsman zweet.
Zij juichen elk op zijne wijze,
Uw eer klimt uit het stof.
Zij zingen Uwen naam ten prijze
Uw goedheid en Uw lof.