Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Heilig, heerlijk Opperwezen

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Heilig, heerlijk Opperwezen
Vorm Strofelied
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode Omstreeks 1650
Tekst
Dichter Jodocus van Lodenstein
Vertaler Hendrik Hasper (b)
Metrisch 8-7-8-7-8-7-8-7
Muziek
Componist Jakob Balthasar Schütz (b)
Melodie O gesegnetes Regieren
Welt ich will dir gerne lassen (b)
Solmisatie 1-2-3-5-4-3-2-2
Liedbundels
Hervormde Bundel 1938 137
Evangelische Gezangen 21
Geestelijke Liederenschat 1935 23 (b)

Heilig, heerlijk Opperwezen is een lied geschreven door Jodocus van Lodenstein. Het wordt gezongen op O gesegnetes Regieren (melodie). Hendrik Hasper hertaalde strofen 1 en 4 voor de Geestelijke Liederenschat 1935 en gebruikt een andere melodie

Opname beluisteren

Tekst

  • Evangelische Gezangen / Hervormde Bundel 1938

1./1.
Heilig, heerlijk Opperwezen!
Die het groot heelal gebiedt,
Alles moog verdonkring vreezen,
Maar dat vreest uw luister niet:
Zitten wij in treurig duister,
Nog behoudt dat eeuwig licht
Al zijn' glans en al zijn' luister,
Waardig aller lof en dicht.

2./2.
 Gij alleen zijt alles waardig,
Wij, die stof zijn, niet met al;
Alles zij ten dienst U vaardig,
Of het sta, dan of het vall';
Zoo uw luister maar mag blinken,
Doe dan vrij al wat Gij doet;
Of wij drijven, of wij zinken,
Wat Gij doet is even goed.

3/-
Zou die ootmoed ons niet voegen?
Wij zijn niet, dan voor den Heer;
In uw' wil is ons genoegen,
En ons heil is in uw eer,
En uw eer in al uw werken,
Zelfs als Gij ons zinken doet:
Kunnen wij uw' lof maar sterken,
Wat Gij doet is even goed.

4./3.
Diepe wijsheid zijn uw paden,
Wijsheid zonder eind of paal
Zijn, o hooge God! uw daden,
Zijn uw wegen altemaal;
Zijn ze zuurheid, zijn ze zoetheid,
Wij aanbidden, zwijgen stil:
Want de wezenlijke Goedheid
Maakt het goet met dat Zij 't wil.
  
5./-
Wie zou dan uw doen bedillen?
Kwaad, zegt somtijds ons gevoel
Op uw godlijk doen en willen;
Maar die wijsheid mist haar doel.
Konden w'ooit de reden ramen,
Waarom dus de Hemel koos,
Ach! hoe zouden wij ons schamen,
Onze zin bleek zinneloos.
 
6./-
Vaak, door eigenheid bedrogen,
Waanden wij, des Heeren eer,
Wijsheid, goedheid, alvermogen
Bleek op andre wijs veel meer;
Maar wij lieten ons verleiden,
En wij feilden in dien vond,
Omdat anders, dan wij zeiden,
In dien raad geschreven stond.
 
7./4a
Raad, dien schepslen nooit doorgronden,/idem
Raad, waardoor de hemel staat, /Raad, die 't al heeft vastgesteld
Onuitspreeklijk wijze vonden /en verordend heeft de stonden
Van des aardbols wigt en maat, /en de sterren heeft geteld
Waardoor 't al is afgeteekend,/-
Kunstig op zijn plaats gesteld,/-
Eeuw en dag en uur berekend,/-
Starrenheir en stof geteld./-

8./-
Onbegrijplijk hoog beramen,
Raad, waarnaar de hemel zweeft,
Al het schepslen heir te zamen
Zich beweegt en roert en leeft,
Die de raadren en de veren
Van dit magtig uurwerk drijft
Zoo dat, in hun talloos keeren,
Niets verwrikt, of achterblijft.
  
9./4b
Ja, wij bukken voor dien wijzen, /o, wij bukken voor dien wijzen,
Dien bepaalden raad, die wis /Dien verheven raad, die wis
Al ons lieven, al ons prijzen Al ons danken, al ons prijzen
Meer dan alles waardig is; /idem
Wie zou ooit, om eigen voordeel,/-
Wenschen, dat die keten brak, /-
Of dat schatten in zijn oordeel/-
Ligter, dan zijn ongemak?/-
 
10./-
Nutter ging nog, een' der dagen,
Dit geheele wereldrond,
Dan uw godlijk welbehagen,
Dan een stip daarvan, te grond.
Hier verdwijnt, wat ooit moog blinken,
Vrienden, rijkdom, eer of staat,
Laat het vallen, laat het zinken,
Niets besta dan deze raad.

Ontstaan

Inhoud

Muziek

Zettingen

Bewerkingen om te zingen

Bewerkingen om te spelen

Muziekuitgaven

Hymnologische informatie

Culturele informatie

Literatuur

Externe links

Voetnoten

Beginnetje 2.png Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.