Openbaring 2:28 | Komt ons in diepe nacht ter ore |
Openbaring 3 | Ik kom met haast, roept Jezus' stem |
Openbaring 3:12 | Ik vernieuw jouw naam |
Openbaring 3:12 | Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen |
Openbaring 3:12 | Niet meer op verre bergen |
Openbaring 3:14-22 | Wees genadig (Merkel) |
Openbaring 3:20 | Daar staat iemand aan de deur |
Openbaring 3:20 | De Heiland klopt verlangend aan uw deur |
Openbaring 3:20 | Eens komt de grote zomer |
Openbaring 3:20 | Hemelse Vader, door uw genade |
Openbaring 3:20 | Klop, klop, klop, klop, broeders hoort |
Openbaring 3:20 | Kloppend, kloppend! Wie is daar? |
Openbaring 3:20 | Knocking, knocking, who is there? |
Openbaring 3:20 | Lof zij den Here, die, zijn naam ter ere |
Openbaring 3:20 | Maakt, o zondaars, plaats voor Jezus |
Openbaring 3:20 | Nog voordat je bestond |
Openbaring 3:20 | There's a Stranger at the door |
Openbaring 3:20 | Zie Ik sta aan de deur en Ik klop |
Openbaring 3:20 | Zie Ik, de Heer, sta aan de deur (Davis) |
Openbaring 3:20 | Zie Ik, de Heer, sta aan de deur |
Openbaring 3:20 | Zie, Ik, de Heer, sta aan de deur |
Openbaring 3:21 | De Heer is God! Verslonden is de dood |
Openbaring 3:21 | Heer, wie mag toeven |
Openbaring 4 | Gij die de mens geschapen hebt |
Openbaring 4 | Hoor, een heilig koor van stemmen |
Openbaring 4 | Ik zie de Heer |
Openbaring 4:6-11 | Heer, wij loven en aanbidden U |
Openbaring 4:6-11 | Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig |
Openbaring 4:6-11 | Wij loven U, o God, belijden U als Heer |
Openbaring 4:8 | Heilig zijt gij, o Here Here |
Openbaring 4:8 | Heilig, heilig, heilig bent U, Heer |
Openbaring 4:8 | Heilig, heilig, heilig is de Heer onze God |
Openbaring 4:8 | Hem komt alle eer toe |
Openbaring 4:8 | Kadosh |
Openbaring 4:8 | O zie, de Heer zit op zijn troon |
Openbaring 4:8 | U bent heilig, heilig Heer |
Openbaring 4:8-9 | Want zijn naam is verheven |
Openbaring 4:8-11 | Dit overkwam Jesaja de profeet |
Openbaring 4:8-11 | Wij, de verlosten van de Heer |
Openbaring 4:9-11 | Liefde Gods die elk beminnen |
Openbaring 4:10 | Kroon Hem met gouden kroon |
Openbaring 4:10 | U, Lam van God, wij loven U |
Openbaring 4:10 | U, heilig Godslam, loven wij |
Openbaring 4:11 | Al op de drempel van het licht |
Openbaring 4:11 | Gij zijt waardig |
Openbaring 4:11 | Hem komt alle eer toe |
Openbaring 4:11 | Jezus, ik hou van U |
Openbaring 4:11 | Waardig zijt Gij, onze Heer en onze God |
Openbaring 5 | Ik zing van het Lam |
Openbaring 5 | Lam van God, o, heilig Lam van God |
Openbaring 5 | U, de Leeuw van Juda |
Openbaring 5 | Wie is waard de rol te nemen |
Openbaring 5:5 | Die ons van ouds zijn voorgegaan |
Openbaring 5:5 | Glorie zij gegeven |
Openbaring 5:5 | God in den hoog' alleen zij eer |
Openbaring 5:5 | Hij die was voor licht werd verspreid |
Openbaring 5:5-14 | De wereld zal het zien |
Openbaring 5:6 | De nacht is voorbij, de morgen breekt aan |
Openbaring 5:6 | Heilig aanschijn van het Lam |
Openbaring 5:6-12 | Wij willen roemen op het kruis |
Openbaring 5:7-12 | Eens komt de grote zomer |
Openbaring 5:8 | Hij die was voor licht werd verspreid |
Openbaring 5:8-10 | Hem komt alle eer toe |
Openbaring 5:8-12 | U, Lam van God, wij loven U |
Openbaring 5:8-12 | U, heilig Godslam, loven wij |
Openbaring 5:9 | Glorie zij gegeven |
Openbaring 5:9 | Looft uwe God, alle tongen en talen |
Openbaring 5:9-13 | Kroon Hem met gouden kroon |
Openbaring 5:10 | Halleluja, 't loflied rijze |
Openbaring 5:10 | Hoe glanst bij Gods kinderen het innerlijk leven |
Openbaring 5:11-12 | Deze vrede leeft in mij |
Openbaring 5:11-12 | Heer God, wij allen loven U |
Openbaring 5:11-13 | Come, let us join our cheerful songs |
Openbaring 5:11-13 | En ik zag en hoorde een stem |
Openbaring 5:11-13 | Heer geef mij vleugels dat ik reis |
Openbaring 5:12 | Aan Hem de schepper |
Openbaring 5:12 | Elia was, tot de dood beducht |
Openbaring 5:12 | Glorie, glorie, glorie aan het Lam |
Openbaring 5:12 | Halleluja, lof zij het Lam |
Openbaring 5:12 | Het Lam, voor ons op aarde geslacht |
Openbaring 5:12 | Het bloed van Jezus spreekt voor mij |
Openbaring 5:12 | Hoort het zegelied weergalmen |
Openbaring 5:12 | Lof aan Gods Zoon, die als het Lam |
Openbaring 5:12 | Waardig is het Lam, alle lof |
Openbaring 5:12 | Waardig, waardig, waardig |
Openbaring 5:12 | Wij verhogen U |
Openbaring 5:12 | Zing het overal |
Openbaring 5:12-13 | Hij die was voor licht werd verspreid |
Openbaring 5:12-13 | Wie anders laat zelfs stenen zingen |
Openbaring 5:12-13 | Wij zijn als adem, U was er altijd |
Openbaring 5:12-13 | Zie het Lam van God |
Openbaring 5:12-13 | Zie je Hem? Het Lam van God |
Openbaring 5:12-14 | Machtige Heer en God |
Openbaring 5:12-14 | Wij, de verlosten van de Heer |
Openbaring 5:13 | Aan Hem die zit op de troon |
Openbaring 5:13 | Jeruzalem, gij schone stad |
Openbaring 6:1 | Storm en regen, woedende golven |
Openbaring 6:1 | Willibrord doorklieft de vloed |
Openbaring 6:9-11 | Ik zie een slagveld en een kamp |
Openbaring 6:9-11 | Ster van David |
Openbaring 6:9-11 | Waak op, verlaat ons niet, o Heer |
Openbaring 6:10 | Hoort U boven onze stemmen uit |
Openbaring 6:11 | Gonna lay down my burden |
Openbaring 6:12-17 | Op de dag toen de wereld nog woestijn was |
Openbaring 7:8 | Beveel gerust uw wegen |
Openbaring 7:9 | Gij die de mens geschapen hebt |
Openbaring 7:9 | Gij zijt de zin van wat wij zijn |
Openbaring 7:9 | Maak muziek voor God de Vader |
Openbaring 7:9 | Rijken en armen |
Openbaring 7:9-10 | Elke dag wil ik zingen van uw liefde |
Openbaring 7:9-10 | Heer Jezus, die de waarheid kroont |
Openbaring 7:9-10 | Jeruzalem, gij schone stad |
Openbaring 7:9-10 | Op Hem rust mijn geloof |
Openbaring 7:9-12 | Duizend generaties knielen in aanbidding |
Openbaring 7:9-12 | Gij dienaars van Hem |
Openbaring 7:9-12 | Lam van God, U die alle zonden |
Openbaring 7:9-12 | U, de Leeuw van Juda |
Openbaring 7:9-12 | Zoals ik ben, kom ik nabij |
Openbaring 7:9-14 | Heer geef mij vleugels dat ik reis |
Openbaring 7:9-14 | Hij wierp zich op de aarde neer en bad |
Openbaring 7:9-15 | Voor uw schoonheid, ons getoond |
Openbaring 7:9-17 | De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan |
Openbaring 7:9-17 | De hemel trekt te velde |
Openbaring 7:9-17 | Een schare die niemand kan tellen |
Openbaring 7:9-17 | Gij boden rond Gods troon |
Openbaring 7:9-17 | Hoor, een heilig koor van stemmen |
Openbaring 7:9-17 | Lam van God, o, heilig Lam van God |
Openbaring 7:9-17 | O hart, spring op vol vreugde |
Openbaring 7:9-17 | Stefanus, die wij gedenken |
Openbaring 7:9-17 | Wie zal voor God verschijnen |
Openbaring 7:9-17 | Wij komen in witte kleren |
Openbaring 7:9-17 | Zij gaan op naar de stad van de vrede |
Openbaring 7:10 | De Heer onze God: Hij is Koning |
Openbaring 7:10 | Talloos de liederen, talloos |
Openbaring 7:11-12 | Wij loven U, o God, belijden U als Heer |
Openbaring 7:12 | Al op de drempel van het licht |
Openbaring 7:12 | De lof en de heerlijkheid |
Openbaring 7:12 | Glorie zij gegeven |
Openbaring 7:12 | Machtige Heer en God |
Openbaring 7:13-17 | Wie zijn het die daar komen |
Openbaring 7:14-15 | Mogen de engelen, boden van licht |
Openbaring 7:14-15 | Ten paradijze geleiden u de engelen |
Openbaring 7:15 | De engelen zijn helden |
Openbaring 7:16-17 | Hem komt alle eer toe |
Openbaring 7:16-17 | Zij zullen de wereld bewonen |
Openbaring 7:17 | Al de weg leidt mij mijn Heiland |
Openbaring 8:6-12 | Een engel heeft de toon gezet |
Openbaring 9:1 | Een engel heeft de toon gezet |
Openbaring 9:5 | Daar is een koning opgestaan |
Openbaring 9:13-14 | Een engel heeft de toon gezet |
Openbaring 10:7 | Een engel heeft de toon gezet |
Openbaring 10:8-11 | Sterk ons met uw Geest |
Openbaring 10:10 | Zoet is uw woord in de mond |
Openbaring 11:15 | Een engel heeft de toon gezet |
Openbaring 11:15 | Eens, als de bazuinen klinken |
Openbaring 11:17 | Glorie zij gegeven |
Openbaring 11:17 | Wij danken U, Heer God almachtig |
Openbaring 11:19 | God wil een tempel bouwen |
Openbaring 12:1 | En zie, een groot teken verscheen aan de hemel |
Openbaring 12:1-10 | God wil een tempel bouwen |
Openbaring 12:1-17 | Er is een maagd, die ik bemin |
Openbaring 12:5 | Eén klein kind |
Openbaring 12:7-12 | Liefde daalde neer |
Openbaring 12:10-12 | Nu is verschenen al Gods heil en kracht |
Openbaring 12:11 | Heer, ik liep vast |
Openbaring 12:11 | Lof zij de Heer, die ons doet triomferen |
Openbaring 12:11 | Niet door kracht |
Openbaring 14:1-5 | Wie zal voor God verschijnen |
Openbaring 14:8 | O Babylon, o Babylon |
Openbaring 14:9-13 | Zalig, zalig zijn de doden |
Openbaring 14:13 | Dat ons zorgen en werken |
Openbaring 14:15 | De oogst is wel groot |
Openbaring 14:15 | God is in zijn gaven goed |
Openbaring 15:1-4 | De hemel trekt te velde |
Openbaring 15:1-4 | Eens komt de grote zomer |
Openbaring 15:2-4 | Gij boden rond Gods troon |
Openbaring 15:3 | Maak groot de Here |
Openbaring 15:3-4 | Eer en glorie van de mens |
Openbaring 15:3-4 | Hem komt alle eer toe |
Openbaring 15:3-4 | Ik zing van het Lam |
Openbaring 15:3-4 | Lam van God, U die alle zonden |
Openbaring 15:3-4 | Machtige Heer en God |
Openbaring 15:3-4 | U bent heilig |
Openbaring 15:3-4 | Zo machtig, zo waardig |
Openbaring 15:4 | Glorie zij gegeven |
Openbaring 15:4 | Hoor het geluid |
Openbaring 15:8-11 | Zo machtig, zo waardig |
Openbaring 16:9 | O Babylon, o Babylon |
Openbaring 17:5 | O Babylon, o Babylon |
Openbaring 17:14 | Hij is de Zoon van God |
Openbaring 18:2-21 | O Babylon, o Babylon |
Openbaring 19 | Ruil nu je rouwkleed in |
Openbaring 19:1-2 | Halleluja! Heil, eer en macht |
Openbaring 19:1-5 | Halleluja! Loof God de Heer! |
Openbaring 19:1-6 | Halleluja, eeuwig dank en ere |
Openbaring 19:1-7 | Een stem, die niemand stuit |
Openbaring 19:1-9 | Alleen wie het gegeven is |
Openbaring 19:5-7 | Halleluja! Heil, eer en macht |
Openbaring 19:6 | De Heer onze God: Hij is Koning |
Openbaring 19:6 | Groot is de Heer God Almachtig |
Openbaring 19:6 | Halleluja, halleluja, halleluja |
Openbaring 19:6-7 | Zing voor de Koning |
Openbaring 19:6-8 | De dag van onze Vorst brak aan |
Openbaring 19:6-9 | De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan |
Openbaring 19:6-9 | Mij roept een stem die hemel |
Openbaring 19:6-10 | Als koning opgetreden |
Openbaring 19:6-10 | De hemel trekt te velde |
Openbaring 19:6-10 | De lof, de heerlijkheid, de kracht |
Openbaring 19:6-10 | De tafel van samen, de tafel is gedekt |
Openbaring 19:6-10 | Eens komt de grote zomer |
Openbaring 19:7-8 | Eer zij God in onze dagen |
Openbaring 19:9 | Wanneer dit kleed wordt afgelegd |
Openbaring 19:9 | Wij komen in witte kleren |
Openbaring 19:9 | Zalig, zalig zijn de doden |
Openbaring 19:11-14 | Zie het Lam van God: Hij nadert |
Openbaring 19:12 | Kroon Hem met gouden kroon |
Openbaring 20 | Gelukkig en geheiligd zijn zij allen |
Openbaring 20:1-8 | Gij kent bij hoog en laag in uw domein |
Openbaring 20:11 | De engelen zijn helden |
Openbaring 20:11 | Kom, volk van de verrezen Heer |
Openbaring 20:11-15 | Gij kent bij hoog en laag in uw domein |
Openbaring 20:11-15 | Ik zag een grote witte troon |
Openbaring 20:11-15 | Ik zag een troon |
Openbaring 20:11-15 | 't Uur van het scheiden |
Openbaring 20:12 | Als 't bazuingeschal des Heren klinkt |
Openbaring 20:12 | Het duurt niet lang meer tot de tijd |
Openbaring 20:12 | Hij wierp zich op de aarde neer en bad |
Openbaring 20:13 | Dan zal ik leven |
Openbaring 20:13 | Het zal in alle vroegte zijn |
Openbaring 21 | Als een boom aan levend water |
Openbaring 21 | Als een bruid op haar mooist |
Openbaring 21 | Dromen op een eiland |
Openbaring 21 | Ik sta op de oever |
Openbaring 21 | In het land van eeuwig licht |
Openbaring 21 | Jeruzalem, beloofde bruid |
Openbaring 21 | Jeruzalem, mijn vaderstad |
Openbaring 21 | Jeruzalem, o stad van heil en vrede |
Openbaring 21 | Jeruzalem, stad hemelhoog |
Openbaring 21 | Mensen kijken in het donker |
Openbaring 21 | Nu gaan de bloemen nog dood |
Openbaring 21 | Van harte lof en dank |
Openbaring 21 | Vroeg in de morgen |
Openbaring 21 | Was er geen licht, geen ster in een leeg heelal |
Openbaring 21:1 | De zee is overstelpend |
Openbaring 21:1 | Eens komt de grote zomer |
Openbaring 21:1 | Gij die vooreerst de tijd genomen hebt |
Openbaring 21:1-3 | Een stad van vrede zoeken wij |
Openbaring 21:1-3 | Het huis waarin wij wonen |
Openbaring 21:1-3 | Wie in de schaduw Gods mag wonen |
Openbaring 21:1-4 | De wet voorbij, Gods adem in de rug |