Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Wij noemen ons één

Uit Kerkliedwiki
Versie door Ecthelion3 AWB (overleg | bijdragen) op 23 mei 2020 om 20:56 (top)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Zangen van Zoeken en Zien 645
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Hoewel al jaren weg, bleef je hier toch
Wij noemen ons één
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode 2013
Tekst
Dichter Marjoleine de Vos
Bijbelplaats Romeinen 12:5
Muziek
Componist Henri Heuvelmans
Gebruik
Liturgie Tafelgebed
Liedbundels
Zangen van Zoeken en Zien 645
Als daar muziek voor is 90

Wij noemen ons één is de titel van een tafelgebed. De tekst is van Marjoleine de Vos, de muziek is van Henri Heuvelmans. De eerste regel luidt: Hoewel al jaren weg, bleef je hier toch. Het refrein begint met: We delen zijn woorden, we delen zijn brood.

Overige liedbundels

Het lied is voor het eerst opgenomen in de bundel Als daar muziek voor is, lied 90.

Tekst

Dit tafelgebed van Marjoleine de Vos cirkelt om twee brandpunten: de aanwezigheid van de afwezige Christus, die niet bij name genoemd wordt, en de gemeenschap die tot stand komt. Beide, zijn aanwezigheid en de gemeenschap, worden werkelijkheid in en door het vieren van de maaltijd.

In de eerste strofe wordt het effect van zijn afwezigheid op ons aangeduid; soms is die nauwelijks van belang omdat de herinnering nog zo levend is, maar soms ook overheerst het gevoel van verlatenheid, wordt hij niet meer ervaren.

De tweede strofe is in meer dan één opzicht dubbelzinnig: de eerste regel zou grammaticaal heel goed een afgeronde zin kunnen zijn (wij staan hier omdat wij dat willen), maar blijkt bij verder lezen (of zingen) door te lopen (wij staan hier omdat wij willen denken aan...). In het woord 'willen' op het eind van de tweede regel zou je iets kunnen horen van een kinderlijk verlangen: je denkt aan het verleden en wenst dat het nu nog zo was als toen. Maar door het vervolg blijkt dat het 'willen' meer nog dan een wens een intentie uitspreekt. De laatste regel zinspeelt misschien op de uitspraak van Jezus, dat waar twee of drie mensen in zijn naam bij elkaar zijn, hijzelf in hun midden is. De regel zou dan het 'in zijn naam' interpreteren als een willen zijn zoals hij. De navolging stelt Jezus present, en smeedt zijn volgelingen samen tot één, tot een gemeenschap.

In de derde strofe vindt een verrassende omdraaiing plaats ten opzichte van gangbare eucharistische taal: niet het brood, maar de woorden worden gedeeld, en niet de woorden, maar het brood wordt gesproken. Woorden en brood zijn zo inwisselbaar. De woorden van Jezus zijn ons voedsel, dat we met elkaar delen. In het brood 'zeggen', kan een verwijzing gehoord worden naar de eucharistische woorden die in de katholieke traditie het brood tot lichaam van Christus maken. Dat wordt in de volgende regel verbonden met de gemeente die door Paulus het lichaam van Christus wordt genoemd (Romeinen 12:5 'zo zijn wij samen één lichaam van Christus').

In de vierde strofe klinkt iets mee van het avondmaalsformulier uit de protestantse traditie, waarin de wijn 'de beker der dankbaarheid' wordt genoemd. Maar het wordt van zijn afstandelijke plechtigheid ontdaan doordat het gezien wordt als het hedendaagse ritueel van 'een dronk [uitbrengen] op jou' . Het verlangen naar wat traditioneel de 'wederkomst' heet, wordt gecorrigeerd: er is geen verlangen naar 'straks' nodig, want 'je bent er al', waarbij in de vierde regel de individuele 'leden' van het lichaam waar Paulus het over heeft, nog apart figureren: 'altijd bij haar, bij hem, bij mij'.

Ook in de laatste strofe komen de twee thema's samen, zijn aanwezigheid ('wij drinken zijn dagen') en het worden tot een gemeenschap, tot een 'wij' ('wij noemen ons één' en 'voelen zijn leven als wij...'). In de eucharistie wordt de wijn verbonden met het bloed van Christus. Dat gebeurt ook hier impliciet, maar met het accent op het bloed als drager van levenskracht. Dat de strofe en daarmee de hele tekst eindigt zonder punt, is veelbetekenend: het verhaal gaat door, de toekomst in.

Muziek

Geschreven voor vierstemmig koor, gemeente en piano. De coupletten zijn afwisselend voor vrouwen- en mannenkoor geschreven. Het refrein ligt gemakkelijk in het gehoor en kan snel worden meegezongen door de gemeente. Dat versterkt de roep om gemeenschap die uit de tekst klinkt.

Het hele tafelgebed heeft een licht swingend karakter, herkenbaar van Hij onze God, Hij één, een andere compositie van Henri Heuvelmans. Het lied vindt zijn hoogtepunt in de coupletten 2 en 3 waar een licht Latijns-Amerikaans ritme in de begeleiding naar voren komt.