Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Zie ons ootmoedig tot U naad'ren

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Zie ons ootmoedig tot U naad'ren
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode Omstreeks 1800
Tekst
Dichter Rhijnvis Feith
Metrisch 9-8-9-8-8-8
Muziek
Componist Georg Neumark
Melodie Wer nur den lieben Gott lässt walten
Solmisatie 6-2-3-4-3-2-3-1-6
Liedbundels
Hervormde Bundel 1938 306
Evangelische Gezangen 171

Zie ons ootmoedig tot U naad'ren is een lied geschreven door Rhijnvis Feith en op de melodie van Wer nur den lieben Gott lässt walten van Georg Neumark.

Opname beluisteren

Tekst

  • Evangelische gezangen / Hervormde Bundel 1938

1.
 Zie ons ootmoedig tot U naadren,
O God! zoo eindloos goed als groot,
Gij waart de God van onze vaadren,
Gij waart hun Redder in den nood;
Wij staren op het voorgeslacht,/wanneer wij zien op ´t voorgeslacht
En zien alom uw liefd' en magt./blijkt ons alom uw liefd´en macht

2.
Hoe nietig klein was hun vermogen,/Hoe luttel klein was hun gegeven
Hoe groot de taak door hun volend,
Wat ramp is hen voorbij gevlogen,/geen ramp is hun bespaard gebleven
Wat redding bleef hun onbekend?/geen redding bleef hun onbekend
Gij waart hun steun bij 't gruwzaamst wee,/Gij schraagdet hen bij ´t gruwlijkst wee!
Zoo staat geen rots in 't hart der zee/Zoo staat geen rots gegrond in zee
 
3.
God! zou ons hart het ooit vergeten,
Wat Gij voor onze vaadren deedt,
Toen dwinglandij het vrij geweten /.. tirannie ...
Met al de magt der aard bestreed,
Uw almagt, uw ontferming bood/ en ´t enigst uitzicht in den nood
Hun 't eenigst uitzigt in den nood./op U was en uw almacht groot.

4./-
Hier moesten zij 't geweld verduren
Van oorlog, hongersnood en pest;
Daar rezen wreede martelvuren,
En moordschavotten door 't gewest;
En overal doorweekt' in 't rond
Het edelst bloed den bangen grond.

5./-
Maar Gij, Gij streedt met hunne scharen,
En benden slonken om hen heen;
Pest, oorlog, honger, moordenaren
En bloedgerigt werd afgestreên,
En uit den zwartsten nacht van nood
Verrees het lieflijkst morgenrood.

6./-
Nu eens scheen zelfs de hoop verloren,
Daar slechts een wonder redden kon;
Maar Gij, Gij hadt hun hulp beschoren,
En 't zinkend Vaderland verwon:
Zelfs eeuwge wetten der natuur
Eerbiedigden uw albestuur.

7./-
Dan scheen de zee hun aan te wrokken,
En dreigd', op 't buldren van d' orkaan,
Hunn' veegen erfgrond inteslokken,
Of aan verwoesting aftestaan:
Daar rees de noodkreet tot uw' troon,
Gij wenkt, en zee en stormwind vloôn.
 
8./4
O Gij, der vaadren vast vertrouwen,
Hun hulp en toevlugt in 't gevaar!
Waar kan ons oog deez' grond aanschouwen,/ dit land is nergens te aanschouwen
Daar niet uw almagt zigtbaar waar?/ of uwe almacht toont zich daar
Geheel het oude Nederland
Was steeds een wonder van uw hand.
 
9. /-
Hoe diep in 't stof zonk 't nakroost neder,
Sints 't U der vaadren God verliet:
Och God! Och God! keer tot ons weder,
Wij zinken, redt uw' almagt niet;
Reeds oogsten w' op onz' eigen paân
De wrange vruchten onzer daân.
  
10./5
 Wij pleiten, Heer! op uw genade,
Die nooit den boeteling verstoot;
Ook zij kwam 't voorgeslacht te stade,
En blijft nog altijd eindloos groot: /.. is ...
Wij pleiten, knielend voor uw' troon,
Op 't bloed van uwen lieven Zoon.

11./6
Red, schraag, versterk door uw vermogen
Wat eens uw hand gewrocht heeft, Heer!
En 't Vaderland slaat dankbaar' oogen/Zo slaan w´op U de dankbaar' oogen
Van nieuws op U, zijn' Redder, weêr/en geven u als Redder eer,
Zoo word' door voor- en nageslacht
Uw' naam de glorie toegebragt.

Ontstaan

Inhoud

Muziek

Zettingen

Bewerkingen om te zingen

Bewerkingen om te spelen

Muziekuitgaven

Hymnologische informatie

Culturele informatie

Literatuur

Externe links

Voetnoten

Beginnetje 2.png Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.