Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 1844 |
Tekst | |
Dichter | Isaac da Costa |
Metrisch | 7-6-7-6-7-6-7-6 |
Muziek | |
Componist | Jan de Liefde |
Solmisatie | 5-6-7-8-9-1-0-8 |
Liedbundels | |
Zangbundel Joh. de Heer 245 |
Rechten | |
Tekst | Publiek domein |
Muziek | Publiek domein |
Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland is een nationaal christelijk lied geschreven door Isaac da Costa en staat daarom wel bekend als Da Costa's volkslied. De melodie wordt toegeschreven aan Jan de Liefde.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
- De Zangbundel Joh. de Heer geeft slechts 2 strofen van de 9 strofen die bekend zijn, ( de 1e en de laatste).
1
Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland;
het bleef bij alle ellende Gods en der vaad'ren pand.
Zij zullen het niet hebben, de goden van de tijd.
Niet om hun erf te wezen heeft God het ons bevrijd;
Niet om hun erf te wezen, heeft God het ons bevrijd.
2
Met al hun schone woorden, met al hun stout geschreeuw,
zij zullen ons niet hebben, de goden dezer eeuw.
Tenzij het woord des zwijgers moedwillig werd verzaakt:
'k Heb met de Heer der heren een vast verbond gemaakt.
'k Heb met de Heer der heren een vast verbond gemaakt.
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Het lied is ook te vinden in de bundel De Lofstem, zangbundeltje voor Christelijke Scholen, Huisgezinnen, Zondagsscholen, Jongelings- en Jongedochtersvereenigingen. Deze bundel is samengesteld door J.C. de Puy. Voor het eerst verschenen in 1874. Het lied staat in de zesde druk (1898) op pagina 52-53. In deze bundel staan vier strofen opgenomen.
Strofe 1
Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland (zie boven).
Strofe 2
Zij zullen ons niet hebben, zoolang de IJ-stad staat,
Zoolang in Neerlandsch’ ad’ren, Eén polsslag Neêrlands slaat.
Zoolang er heldenzielsgloed, In Naussous Telgen blaakt,
Zoolang de geest des Zwijgers, Op ’t Delftsche praalgraf waakt. (bis)
Strofe 3
O zijn het and’re tijden, Die God voor ons bewaart?
Een donk’rer lotsbedeeling, Waarvoor wij zijn gespaard?
Gij zult ons toch niet hebben, Gij goden van den tijd;
Wij blijven ook bij ’t zinken, Der Vaad’ren God gewijd. (bis)
Strofe 4
Met al hun schone woorden, met al hun stout geschreeuw (zie boven, 2.)
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
- Bron voor De Lofstem: website Delpher.nl.
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |