Zingt Jubilate/Inhoud

Inhoudsopgave (niet volledig) van de bundel Zingt Jubilate.

• 18 Onze Vader (m. P. François)
• 19 Onze Vader (m. P. Schollaert)
• 20 Onze Vader (m. V. Nees)
• 31 Ned. Kyriale (m. I. de Sutter)
• 32 Ned. Kyriale (m. I. de Sutter)
• 34 Ned. Kyriale (m. E.B. Van Eeckhout)
• 35 Ned. Kyriale (m. P. François)
• 36 Ned. Kyriale (m. B. Huijbers)
• 38 Ned. Kyriale (m. G. Philippeth + J. van Gele)
• 39 Ned. Kyriale (m. P. Schollaert)
• 43 Ned. Kyriale (m. H. Vervenne)
• 45 Ned. Kyriale (m. F. Van der Putt)
• 53 Greg. Kyriale I
• 54 Greg. Kyriale VIII
• 56 Greg. Kyriale IX
• 60 Greg. Kyriale (uitvaart)
• 60 In paradisum
• 60 Requiem aeternam
• 62 Ave Maria
• 66 Salve Regina
• 101 Ruk open, Heer
• 102 Heer, wij roepen om erbarmen
• 103 Ik heb mijn hart tot U geheven
• 104 Kom tot ons, de wereld wacht
• 105 Omdat Hij niet ver wou zijn

106 God zij geloofd uit alle macht 108 Op een God die door de eeuwen 109 Er komt gehoor voor onze nood 111 Geen kracht meer om te leven 112 Kwam van Godswege 113 Naar U gaat mijn verlangen 114 Naar U gaat mijn verlangen 115 De nacht loopt ten einde 116 Als tussen licht 117 Verheft uw hart 118 Houd mij in leven 119 Verblijdt U in de Heer te allen tijd 120 Gij zijt een mensenzoon 121 O kom, o kom Immanuel 123 Nu daagt het in het oosten 124 Bevrijd ons, Heer 125 Zal er ooit een dag van vrede 127 Licht in onze ogen 129 Wij wachten op de koning 130 Tastend langs de wand 132 Gij zijt de wereld aangekondigd 133 Gij die aangeroepen wordt 134 Doorbreek de ban van ons gemis 201 Nu zijt wellekome 203 De mensen die gaan in het duister 204 Al wie dolend in het donker 205 Heden zal uw Redder komen 206 Komt ons in diepe nacht 207 Voor kleine mensen 208 Er is een roos ontsprongen 210 Heer, hoe zijt Gij gekomen 212 Uit uw hemel zonder grenzen 214 Vanwaar zijt Gij gekomen 218 Komt allen te zamen 219 Het volk dat wandelt 221 Eer zij God in onze dagen 229 Door het donker 232 Van ver, van oudsher aangereikt 234 Toon ons uw Zoon 235 Heeft Hij ons bidden opgevangen 302 Gij hebt met groot geduld 303 Uit diepten van ellende roep ik, Heer 304 Evenals een moede hinde 305 Toen Jezus was gekomen 306 Een mens te zijn op aarde 309 Zo spreekt de Heer 310 Uit angst en nood 312 Die vroeg zijn aangeworven 313 Uit de diepten roep ik U, Heer 314 Uit diepten van ellende 316 Barmhartige Heer 318 Onze hulp is de naam van de Heer 319 De zonden zijn vergeven 320 Erbarm U, God, en delg genadig 321 Nu mag uw land onder uw glimlach liggen 323 Oud het leven dat wij leiden 326 Het volk van de Heer 327 Alles wat over ons geschreven is ...veertig dagen 328 Broeders die op uittocht gaat 329 Wij zoeken hier uw aangezicht 351 De koning van de vrede 352 Naam van Jezus die ten dode 353 Met de boom des levens 354 Eén is tot ons gezonden 360 Christus heeft voor ons geleden 361 Mijn volk, wat heb ik u gedaan 363 Dit is het kruis 364 Jezus Christus is het beeld van God 365 Glorie, lof en eer 370 Alles wat over ons geschreven is .. laatste dagen 372 Jezus, om uw lijden groot 373 Mogen allen één zijn 379 Door wat voor grote eenzaamheden 380 Toen Jezus in zijn uur gekomen was 401 Zingt Jubilate 402 Zingt voor de Heer een nieuw gezang 403 Gij zijt in glans verschenen 404 Juicht Jahweh toe 405 Christus is verrezen 406 Kondig het aan, de Heer is verrezen 407 In eigen kracht verrezen 408 Naam van Jezus, nu verheven 409 Kom, Schepper Geest 410 De Geest des Heren 412 Al heeft Hij ons verlaten 413 Dit is de dag die de Heer 414 De Heer is waarlijk opgestaan 415 Looft God, de Heer 416 Nu moet Gij allen vrolijk zijn 418 Zingt voor de Heer van liefd' en trouw 419 Wat altijd is geweest 420 Aan wat op aarde leeft 422 Kondigt het jubelend aan 426 De Heer is waarlijk opgestaan 428 Ten hemel opgevaren is 430 Nu bidden wij de Heilige Geest 431 Wat zijn de goede vruchten 432 De wereld is gewonnen 433 Geest van hierboven 434 Laat juichen 436 Gods adem die van boven kwam 438 Licht, ontloken aan het donker 439 De Geest des Heren, de vertrooster 440 Tussen waken, tussen dromen 441 Kom, laat ons Christus loven 442 Staat op en weest niet bang 443 Christus is uit de dood verrezen 501 Nu looft en prijst mijn ziel de Heer 502 Verkondig alle mensen 502 Verkondig alle mensen (Duitse melodie) 503 Zingt een nieuw lied voor de Heer 504 Wanneer ik door de velden ga 505 Zoals een hert verlangt naar stromend 506 Mijn herder zijt Gij 507 Gij zijt een bron 509 Mens voor de mensen zijn 511 De Heer is Koning 512 Eert God die onze Vader is 513 O Vader die uw woning sticht 514 Zolang er mensen zijn op aarde 516 Geef vrede, Heer, geef vrede 518 Laat ieder 's Heren goedheid prijzen 519 Zingt een nieuw lied 521 De Heer richt op zijn berg 522 Heer, laat mij voor uw altaar komen 523 O godd'lijk Alvermogen 524 Samen op de aarde 525 God zij geloofd om Kanaän 526 Al wat er nodig is 527 Bekleedt u met de nieuwe mens 528 Gedenken wij dankbaar 529 Gij dienaars aan de Heer gewijd 530 Zo vriendelijk en veilig 531 God die ons heeft voorzien 532 O Heer die overwint 533 Iedere tijd opnieuw 534 Wie naar het altaar gaat 535 Het brood, het goede brood 537 God heeft gesproken 539 Dit lied gaat over Jezus 540 Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig 541 God heeft het eerste woord 542 Van al die vele volken 543 Zeven was voldoende 544 Ik zal zolang ik leef 545 Wij willen samen vieren 546 Hij nam de Schrift 547 Het brood in de aarde 547 Het brood in de aarde (m. L. Claesen) 548 Zo lief heeft God de wereld gehad 549 Dit huis gereinigd en versierd 550 Welzalig wie de rechte wegen gaan 551 De heiligen ons voorgegaan 552 Voor de toegewijden 553 Waarlijk, dit is rechtvaardig 556 Wachters van de tijd 558 Maria, poort van Gods genade 559 De Heer heeft mij gezien 560 Zalig zij die Jezus' naam belijden 562 Jezus, die langs het water liep 563 Heer, Gij zijt burcht en toren 564 Weest niet bezorgd 565 Ik verheerlijk de Heer 566 Hoe is uw Naam 567 Een smekeling, zo kom ik voor uw troon 569 God, die leven hebt gegeven 570 Gij zijt mijn goed, mijn overvloed 571 Niet als een storm 572 De aarde is vervuld 573 Uw boodschap, Heer, ons gegeven 576 Bouwen aan een wereld 578 Volk van God 579 Uw koninkrijk komt 580 Zoals een hert reikhalst 581 Mijn God zijt Gij 583 Alles wat adem heeft 585 Dankt, dankt nu allen God 589 De laatsten worden de eersten 590 De eersten zijn de laatsten 593 Ga in het schip 594 Wie oren om te horen heeft 595 Mijn ziel maakt groot de Heer 596 Een zaaier ging uit 597 Gij hebt met uw brede gebaren 598 De schapen alle honderd 601 Broeders die op uittocht gaat 602 Ik ben de wijnstok 603 Jouw leven staat aan het begin 604 In de schoot van mijn moeder 606 Wie ingaat tot dit water 607 Doop ons Heer 608 Nog maar nauw'lijks uitgeslapen 609 Water, water van de doop 610 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht 660 Maak ons uw liefde, God 662 God die ons aan elkaar 664 Om niet alleen en onvoldaan 665 Wij danken U, o God 666 God die in het begin 667 Zoals een man zich verheugt 670 Liefde, eenmaal uitgesproken 671 Wij zijn geroepen tot het feest 673 De hemel reikt ons leeftocht aan 701 Hoe lieflijk, hoe goed 702 De Heer die leeft 703 Wij die met eigen ogen 704 Vrede voor alle mensen 705 Het eerste woord zal vrede zijn 706 Hoe helder staat de morgenster 707 Indien de Heer het huis niet bouwt 709 Wij hebben een sterke stad 710 Vergeef O Heer, dat duizendvoud 712 Jezus, wand'lend langs de wegen 713 God is de herder 714 Weet Gij waarmee het koninkrijk 715 Gij komt tot ons, gans onverwacht 716 Zwoegend volk van zwervelingen 717 Wie ons zijn voorgegaan 718 Een schare die niemand kan tellen 719 Zij zullen de wereld bewonen 720 Door de wereld gaat een woord 721 Wees niet verbaasd als u de wereld haat 722 Wees niet bezorgd, heeft Hij gezegd 723 Zalig zij die zich op de Heer verlaten 724 Om eenvoudigen van geest 725 Laat de kind'ren tot mij komen 726 De Geest des Heren is op Hem 727 Alleen wie het gegeven is 728 Gij zijt de wijnstok van het leven 728 U kennen, uit en tot U leven 730 Wij gaven and're namen 730 Wij gaven and're namen (m. I. Thevelein) 732 Als groen dat in de wintertijd 733 Wij zijn de druppels van één stroom 734 Wij bidden U om vrede 735 Zomaar een dak boven wat hoofden 736 Wie is die God die eeuwig leeft 737 Uw woord omvat mijn leven 738 Wat vrolijk over u geschreven staat 739 Als gij naar de woorden luistert 740 Wees gegroet Maria 741 O Koningin vol heerlijkheid 742 Maria boven allen uitverkoren 743 Ik groet u, vol genade 744 Dat u alle zegen zij 745 Daar bloeid' ene lelie 746 Lieve Vrouwe van ons land 748 Mijn hart zingt voor de Heer 749 Maria, wij komen u zingende begroeten 750 Weesgegroet Maria 751 Ik zie de hemel opengaan 754 De vreugde voert ons naar dit huis 755 Sta gelovig in het leven 756 Wij komen als geroepen 757 Het woord, het goede woord 759 Heeft niemand U gezien 760 Mijn vrienden zijt gij, zegt de Heer 761 Een lamp voor mijn voet is uw woord 762 Heerlijk is het te loven de Heer 763 Als ik wil zal ik jou dienen 766 Brood zal ik u geven 767 Alle eer en alle glorie 768 Wij reizen rusteloos 770 God wil een tempel bouwen 771 Nu mag uw land onder uw glimlach liggen 772 Wie als een god wil leven 773 Uw Woord, Heer, heeft een wond're kracht 774 Voor mensen die naamloos 775 Die licht is, bron van leven is 776 Stem die ons roept 777 Die chaos schiep 779 Ik ben de wijnstok 780 U, Heer, zij lof gebracht 781 Wat de Heer genadig verleende 782 Uw wet, Heer, hoezeer heb ik haar lief 801 Vriendelijk Licht van de heilige glorie 802 Looft de Heer, al wat gemaakt is 803 Vriendelijk licht dat heel de dag 808 Heer Jezus, o Gij dageraad 809 Here Jezus, om uw woord 811 Blijf mij nabij 812 Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet 813 Wat God doet, dat is welgedaan 814 Almachtige, verheven Heer 816 Hoor God, ons roepen 817 De dag gaat open 818 Dat het licht in ons 819 Prijs God die in den hoge troont 821 Leer ons het wonder van de schepping zien 822 Alles begon met God 823 In het begin 824 Licht ontloken aan het donker 825 Licht dat ons aanstoot in de morgen 826 Gij die mijn wezen 827 Wanneer Gij niet gesproken had 828 In de veelheid van geluiden 829 Nu ons het morgenlicht verschijnt 830 Het donker is ons licht genoeg 832 O licht, vrolijk licht aan de hemel 834 O Heer, verberg u niet voor mij 836 Wees bij ons, wees ons een geleide 837 Blijf bij ons, want het is avond 838 Wanneer de avond komt 906 Midden in de dood 907 Eens als de bazuinen klinken 909 O Christus, Heer der heerlijkheid 911 Breng ons weer thuis uit de ballingschap 912 Nu is het woord gezegd 914 Roept God een mens tot leven 916 Heer, herinner U de namen 918 Eens komt de grote zomer 920 Wie zijn taak als mens vervulde 921 Gestorven graan 922 Als God ons thuis brengt 923 Niemand leeft voor zichzelf 925 Nu geef ik U mijn ziel in handen 927 De Heer verschijnt te middernacht 928 Niemand van ons leeft voor zichzelf 932 In uw diepe droefenis 933 De dood is ons te machtig 934 Die ons in 't hart geschreven staan 935 Wie in de schaduw Gods mag wonen 936 Wie Gods rechte wegen gaat 937 Het graan slaapt in de aarde 939 Hij die gesproken heeft een woord dat gaat 940 Mogen de engelen

14 f Redder van de wereld 15 b Door Hem en met Hem en in Hem 25 a Gij opent mijn lippen 25 d Wij die U nooit hebben gezien 26 a Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige 26 c Lof en dank zij U, o Heer 26 e De Heer schenke ons zijn zegen 26 f Lof en heerlijkheid 27 a Hoop op de Heer 27 b Gij zijt het licht 27 c Wij hebben uw goedheid gezien 27 d Kind ons geboren 27 e Op U, mijn rots en onneembare burcht 27 f Geef mij een ander hart 27 g Gij leeft nu bij de Vader 27 h Kom met uw Geest 27 i Geest van vuur en geest van leven 27 k Vervul o heil'ge Geest 27 l Vervul ons met uw kracht 28 a Wees mij genadig 28 b Heer, onze God, wees genadig 28 c Wij hebben nood aan uw barmhartigheid 29 a Niets gaat verloren 29 b Uw liefde is meer dan het leven 29 c Eeuwige Vader, breng ons thuis 29 d In uw handen, Heer, leg ik mijn leven 3 f Alleluia - Verheugt u allen 918 * Eens komt de grote zomer (m. M. Teschner)