Adventstijd

Adventstijd

25 Heer, ik hef mijn hart en handen 19 De hemel roemt de Heer 24 De aarde en haar volheid zijn 25 Heer, ik hef mijn hart en handen 28 Ik roep tot U, mijn rots, mijn Here 42 Evenals een moede hinde 43 O God, kom mijn geding beslechten 72 Geef, Heer, de koning uwe rechten 89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied 85 Gij waart goedguns:g voor uw land, o Heer 87 Op Sions berg s:cht God zijn heilige stede 130 Uit diepten van ellende 141 U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken 145 O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal 149 Halleluja! laat opgetogen 157 Lofzang van Maria 158 Lofzang van Zacharias 259 Zend ons een engel in de nacht 297 Kom tot ons, God 338e Halleluja (Rorate) 338f Halleluja. Bereidt de weg van de Heer 368a Kom, Heer, en wacht niet langer 368b Dauw hemel, wolken regen heil 368d Houd ons in leven, wees onze redding 432 Introïtusan:foon 433 Kom tot ons, de wereld wacht 434 Daar komt een schip, geladen 435 Hef op uw hoofden, poorten wijd 436 Hef op uw hoofden, poorten wijd (canon) 437 Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer 438 God lof! Nu is gekomen 439 Verwacht de komst des Heren 440 Gaat, s:llen in de lande 441 Hoe zal ik U ontvangen 442 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen 443 De engel Gabriël komt aangesneld 444 Nu daagt het in het oosten 445 De nacht is haast ten einde 446 Zijt Gij waarop de wereld wacht 447 Het zal zijn in het laatste der :jden 448 Het volk dat wandelt in het duister 449 In de duisternis verwachten wij het licht 450 Verblijd u in de Heer te allen tijd 451 Richt op uw macht, o Here der heirscharen 452 Als tussen licht en donker 453 Wachters van de tijd 454 De mensen die gaan in het duister 455 Het zal geschieden in de laatste dagen 456 Kwam van Godswege 457 Hoever is de nacht 458 Zuivere vlam 459 Ik breng een rechter aan het licht 460 De nacht loopt ten einde 461 Wij wachten op de koning 462 Zal er ooit een dag van vrede 463 Licht in onze ogen, redder uit de nacht 464 Een engel spreekt een priester aan 465 Hopen en uitzien naar het licht 466 O wijsheid, daal als vruchtbare taal 473 Er is een roos ontloken 494 Vanwaar zijt Gij gekomen 513 God hee) het eerste woord 528 Omdat Hij niet ver wou zijn 549 De ezelruiter! Kijk, die ezelruiter 550 Verheug u, gij dochter van Sion 598 Dans nos obscurités 739 Wat heeft Maria ons bewaard 740 Maria hee) ontvangen 751 De Heer verschijnt te middernacht 768 De hemel van hier 773 Van grond en vuur zult Gij ons maken 809 Blijf niet staren op wat vroeger was 879 Jubel, jubel, dochter Sion 948 Als Gij er zijt, wees dan aanwezig