Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Bijbelliederen voor jonge kinderen/Inhoud: verschil tussen versies
(→Deel 2) |
k (→Deel 1) |
||
Regel 63: | Regel 63: | ||
*59. Melaats - [[Met m'n ratel en m'n stem]] | *59. Melaats - [[Met m'n ratel en m'n stem]] | ||
*60. Brood en vis - [[Vijf en twee is zeven, brood en vis]] | *60. Brood en vis - [[Vijf en twee is zeven, brood en vis]] | ||
− | *61. Worden als een kind - [[Jezus zegt | + | *61. Worden als een kind - [[Jezus zegt tot al z'n vrinden]] |
*62. De goede herder (1) - [[De herder kent zijn schapen]] | *62. De goede herder (1) - [[De herder kent zijn schapen]] | ||
*63. De goede herder (2) - [[De Heer is onze herder]] | *63. De goede herder (2) - [[De Heer is onze herder]] | ||
Regel 89: | Regel 89: | ||
*85. Zeg, ken jij... - [[Zeg, ken jij...]] | *85. Zeg, ken jij... - [[Zeg, ken jij...]] | ||
*86. De Heer houdt de wacht - [[De klok slaat zeven]] | *86. De Heer houdt de wacht - [[De klok slaat zeven]] | ||
+ | |||
===Deel 2=== | ===Deel 2=== | ||
*1. God en Adam - [[God maakt alle dieren]] | *1. God en Adam - [[God maakt alle dieren]] |
Versie van 8 jan 2016 om 16:31
Bijbelliederen voor jonge kinderen bevat liederen voor kinderen van 4 tot ongeveer 9 jaar, en zijn bedoeld om te zingen in kerk, school en gezin. Aan sommige liederen zijn spelbeschrijvingen toegevoegd. De meeste teksten en melodieën zijn van de hand van kerk- en schoolmusicus Jan D. van Laar.
Inhoud
Deel 1
- 1. De schepping - Alles was donker boven de vloed
- 2. De boom van het leven - In het midden van de tuin daar staat een boom
- 3. Adam en Eva - Met alle dieren om zich heen
- 4. Het paradijs - Heb je wel gehoord van het paradijs?
- 5. De slimme slang - In de boom in het paradijs
- 6. Kaïn en Abel - Er waren eens twee broers
- 7. De ark van Noach - Van alle dieren groot en klein
- 8. De toren van Babel - Daar in Babel stond een toren
- 9. Abram onderweg - Abram, zeg me toch, waar kom jij vandaan
- 10. Jakob's dromen - Toen Jakob lag te dromen
- 11. Jozef en zijn broers - Vader Jakob's zonen
- 12. Mozes in het riet - Mozes, waarom lig je in het riet
- 13. De brandende braamstruik - Wat is er aan de hand?
- 14. Mozes bij de Rode Zee - Heer, ga met ons mee
- 15. Door de woestijn - Veertig jaren lopen, lopen door het zand
- 16. Veertig jaren lopen - Veertig jaren lopen door het hete zand
- 17. Het gouden kalf - Mozes is al heel lang weg
- 18. De koperen slang - Een koperen slang aan een paal in de grond
- 19. Bileam - De ezel zag de engel staan
- 20. Rachab - Op de muur van de stad
- 21. Jericho - Door klinkende bazuinen
- 22. De haren van Simson - Simson met zijn zeven vlechten
- 23. De sterke Simson - Niemand is zo sterk als Simson
- 24. Naomi en Ruth - Naomi ging naar Bethlehem en Ruth ging mee
- 25. Ruth - In Bethlehem is brood
- 26. Samuël - Samuël, waar ben je
- 27. Saul en David - Saul zit voor zich uit te staren
- 28. De wijze Salomo - Koning Salomo is rijk en wijs
- 29. De koningin van Scheba - De koningin van Scheba ging op reis
- 30. Elia bij de beek Krith - Weet je waar Elia zit
- 31. De hemelvaart van Elia - Elia rijdt op een vurige wagen
- 32. Naäman - Een twee drie vier vijf zes zeven
- 33. Joas, de kleine koning - Luister allemaal: de koning komt er aan
- 34. Hiskia - Hiskia was zo ziek
- 35. Esther - Haman haatte alle Joden
- 36. Job - Drie vrienden uit het Oosten
- 37. De mannen in de brandende oven - Drie mannen moeten in de oven
- 38. Daniël in de leeuwekuil - Daniël in de donkere kuil
- 39. Het graf van Jona - Vis, vis, grote vis
- 40. Jona in de grote vis - Jona in de grote vis
- 41. Maria en Gabriël - Een echte engel kwam bij mij
- 42. Elisabeth verwelkomt Maria - Als de regen
- 43. Jezus is geboren - De klokken van de toren
- 44. De engel, de herders en het Kind - De engel zei met blijde stem
- 45. 'k Ben een engel van de Heer - 'k Ben een engel van de Heer
- 46. Vrede op aarde - Engelen zongen in de nacht
- 47. Maria ging op reis - Maria ging op reis
- 48. Wijzen van ver - Wijzen van ver
- 49. De wijzen en de ster - Kijk, daar komen de wijzen
- 50. Jozef en Maria stellen hun kind aan God voor - Jozef en Maria komen
- 51. Toen Jezus twaalf jaar was - Wat deed Jezus toen Hij twalef was (sic)
- 52. Johannes doopte in de Jordaan - Johannes doopte in de Jordaan
- 53. De bruiloft te Kana - In Kana was het feest
- 54. Jezus in Kana - Heer Jezus is te gast geweest
- 55. Matthéüs de tollenaar - Matthéus de tollenaar
- 56. Het schip in de storm - O Jezus, wij vergaan
- 57. Het dochtertje van Jaïrus - Het kind was twalef jaar (sic)
- 58. De nauwe poort - Heb je wel gehoord van de nauwe poort
- 59. Melaats - Met m'n ratel en m'n stem
- 60. Brood en vis - Vijf en twee is zeven, brood en vis
- 61. Worden als een kind - Jezus zegt tot al z'n vrinden
- 62. De goede herder (1) - De herder kent zijn schapen
- 63. De goede herder (2) - De Heer is onze herder
- 64. Het feestmaal voor de armen - Er was eens een man
- 65. Het verdwaalde schaap - Er waren honderd schapen
- 66. Het verloren geld - Een vrouw heeft tien gulden
- 67. De kinderen gaan voor - Alle kinderen groot en klein
- 68. Bartiméus (1) - Jezus kwam voorbij
- 69. Bartiméus (2) - Bartiméus de blinde man
- 70. Zachéüs - Zachéüs denkt: al ben ik klein
- 71. Palmpasen - Dans en zing: Hosanna voor de Koning
- 72. Gethsémane - Jezus neemt z'n vrienden mee
- 73. Simon Petrus - Simon Petrus, hij was moe
- 74. Simon van Cyrene - Ik wil zo graag naar huis toe gaan
- 75. Jezus en de moordenaars - Op de heuvel Golgotha
- 76. De moeder van Jezus bij het kruis - Maria heeft verdriet
- 77. Jezus is opgestaan - Jezus is opgestaan, Hij is uit het graf gegaan (ter onderscheid aangevuld, als de beginregel al bestaat)
- 78. De Heer is opgestaan - De rode zon is opgegaan
- 79. Heer, blijf bij ons - Heer, blijf bij ons, kom in ons huis
- 80. Emmaüs - Jezus wandelt langs de straten
- 81. Jezus en de zeven vissers - De zeven vissers zijn nat en moe
- 82. Hemelvaart - Jezus kijkt naar boven
- 83. Pinksteren - Op het Pinksterfeest is er storm geweest (ter onderscheid aangevuld, als de beginregel al bestaat)
- 84. Saulus - Saulus kon ons wel vermoorden
- 85. Zeg, ken jij... - Zeg, ken jij...
- 86. De Heer houdt de wacht - De klok slaat zeven
Deel 2
- 1. God en Adam - God maakt alle dieren
- 2. De kleren van Adam en Eva - Adam en Eva zagen: zij waren naakt
- 3. Goed en kwaad - Te kennen goed en kwaad
- 4. Henoch - Henoch was een goede vriend van God de Heer
- 5. Noach en de dieren - Noach en zijn dieren
- 6. De regenboog - De regenboog hoog in de wolken
- 7. Abram en de hand van God - Abram heeft het woord
- 8. Sara - Sara in haar tent
- 9. De vrouw van Lot (1) - De vrouw van Lot
- 10. De vrouw van Lot (2) - De engel zei: 'Lot, haast je nou
- 11. De zegen van Isaäk - Jakob is heel goed in liegen
- 12. Jakob ziet een ladder staan - Jakob ligt vannacht te rusten
- 13. Vechten met God - Jakob vocht met God de Heer
- 14. Jozef was als slaaf verkocht - Jozef was als slaaf verkocht
- 15. Jozef heeft zijn volk gered - Jozef heeft zijn volk gered
- 16. Mozes in zijn biezen kist - Mozes in zijn biezen kist
- 17. De plagen van Egypte - De plagen van Egypte
- 18. Mara - Bitter water uit de bron
- 19. Manna - Voldoende eten zal er zijn
- 20. Het grote gebod - Zeg, ken jij het grote gebod
- 21. Door de Jordaan - God baant een pad door de brede Jordaan
- 22. Jericho, die sterke stad - Jericho, die sterke stad
- 23. Simson wil de stad uit - Simson wil de stad uit
- 24. Samuël zoekt een nieuwe koning - Isai heef zeven zonen
- 25. David en Goliath - David vocht met Goliath
- 26. De weduwe met de oliekruik - Elisa, ik ben weduwvrouw
- 27. De drijvende bijl - De bijl op de bodem van de Jordaan
- 28. Esther - Esther heeft haar leven op het spel gezet
- 29. Alles heeft Job verloren - Alles heeft Job verloren
- 30. Daniël - Weet je wel dat Daniël
- 31. Jona is overboord - Jona is overboord
- 32. Maria en Elisabeth - Maria reist van Nazareth
- 33. Als Jezus wordt geboren - Geen feestklok laat zich horen
- 34. Gloria - Engelen zingen: Gloria
- 35. De herders - Mensen moet je horen
- 36. Herodes - Herodes is een koning
- 37. Heer Jezus laat zich dopen - Heer Jezus laat zich dopen
- 38.