Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Geest, uit de hemel neergedaald: verschil tussen versies
k |
(→Inhoud) |
||
Regel 22: | Regel 22: | ||
=== Inhoud === | === Inhoud === | ||
+ | Ruach, het bijbelse woord, gaat over beweging in de lucht. We herkennen het in Geest, in adem, in wind en storm. Beweging in de lucht is onzichtbaar, maar de gevolgen zijn niet te miskennen. Uit de adem komt het lied, de wind laat het vuur oplaaien, de Geest maakt schoon, maakt levend. | ||
+ | Maar die ongebondenheid van de ruach van God kan ook bang maken. Worden we niet omver geblazen, opgeblazen, verzengd door een al te sterk vuur? | ||
+ | Dit lied gaat over de bijbelse ruach, zonder dat het woord genoemd wordt. Zo zijn in strofe 1 en 2 de storm en het vuur krachtdadig aanwezig. De heiligheid ( van 'heilige Geest') is niet per se zachtmoedigheid, immers! Tegenover de storm en het vuur richt het lied de bede tot de Geest: u bent toch ook stilte? Verzeng ons toch niet! En daarop volgt dan de derde vorm van die ruach: in vers 3 komt de adem tevoorschijn. | ||
+ | Het lied is een aanvulling op veel pinksterliederen, met een sterke bijbelse taal. | ||
+ | Strofe 1 doet denken aan de profeten in het Oude Testament, bijv. de stralende gloed die rond Mozes hing toen hij de berg afkwam, de tijdgenoten van koning Saul, ( 'is Saul ook onder de profeten?'), en vele anderen – tot aan de krachtdadige Elia toe. Het vuur sloeg neer op het altaar, maar uiteindelijk kwam God hem het meest nabij in het suizen van een zachte koelte. | ||
+ | In str. 2 is de geest als het vuur dat schoonbrandt, louteringservaring. Dat beeld sluit aan bij Psalm 66,10.12, 'U hebt ons beproefd, o God, | ||
+ | ons gezuiverd, gezuiverd als zilver, …, wij zijn door vuur en door water gegaan, | ||
+ | maar u bracht ons naar een land van overvloed.' | ||
+ | Ook dat kan bij Pinksteren horen! | ||
+ | In str. 3 gaan storm en vuur liggen. Hier komt het verstaan, het horen, zelfs voor de dove, het spreken, zelfs voor de sprakeloze. Hier komt het zelfs tot zingen. Het lied ontstaat. Het lied bidt. | ||
=== Dichter === | === Dichter === |
Versie van 27 apr 2015 om 20:45
Inhoud
Titel
Geest, uit de hemel neergedaald
Oorspronkelijke taal en titel
Geest, uit de hemel neergedaald
Liedbundels
Dit lied is opgenomen in de volgende liedbundels: | |
---|---|
Liedboek (2013) | 667 |
Liedboek voor de kerken (1973) | Gezang 245 |
Opname beluisteren
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.
Ontstaan
Inhoud
Ruach, het bijbelse woord, gaat over beweging in de lucht. We herkennen het in Geest, in adem, in wind en storm. Beweging in de lucht is onzichtbaar, maar de gevolgen zijn niet te miskennen. Uit de adem komt het lied, de wind laat het vuur oplaaien, de Geest maakt schoon, maakt levend. Maar die ongebondenheid van de ruach van God kan ook bang maken. Worden we niet omver geblazen, opgeblazen, verzengd door een al te sterk vuur? Dit lied gaat over de bijbelse ruach, zonder dat het woord genoemd wordt. Zo zijn in strofe 1 en 2 de storm en het vuur krachtdadig aanwezig. De heiligheid ( van 'heilige Geest') is niet per se zachtmoedigheid, immers! Tegenover de storm en het vuur richt het lied de bede tot de Geest: u bent toch ook stilte? Verzeng ons toch niet! En daarop volgt dan de derde vorm van die ruach: in vers 3 komt de adem tevoorschijn. Het lied is een aanvulling op veel pinksterliederen, met een sterke bijbelse taal. Strofe 1 doet denken aan de profeten in het Oude Testament, bijv. de stralende gloed die rond Mozes hing toen hij de berg afkwam, de tijdgenoten van koning Saul, ( 'is Saul ook onder de profeten?'), en vele anderen – tot aan de krachtdadige Elia toe. Het vuur sloeg neer op het altaar, maar uiteindelijk kwam God hem het meest nabij in het suizen van een zachte koelte. In str. 2 is de geest als het vuur dat schoonbrandt, louteringservaring. Dat beeld sluit aan bij Psalm 66,10.12, 'U hebt ons beproefd, o God, ons gezuiverd, gezuiverd als zilver, …, wij zijn door vuur en door water gegaan, maar u bracht ons naar een land van overvloed.' Ook dat kan bij Pinksteren horen! In str. 3 gaan storm en vuur liggen. Hier komt het verstaan, het horen, zelfs voor de dove, het spreken, zelfs voor de sprakeloze. Hier komt het zelfs tot zingen. Het lied ontstaat. Het lied bidt.
Dichter
Inge Lievaart (1917-2012)
Vertaler
Muziek
Componist melodie
Bernard Smilde (1922)