Dit lied is niet te vinden in één van de veelgebruikte liedbundels.
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Heft aan, heft aan den luiden zang is een kerstlied geschreven door Hendriik Tollens (1780-1856) op Du Lebensbrot, Herr Jesu Christ (melodie van Peter Sohren (±1630-±1692). Het kreeg deze beginregel in de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen.
Opname beluisteren
Tekst
origineel
|
Vervolgbundel
|
1 Heft aan, heft aan met luiden zang!
Laat al wat leeft dien hooren!
Laat dreunen door dit kerkgewelf,
Laat klinken tot den hemel zelv’
Dat Jezus is geboren.
2 Rijst, vorsten, van uw troonen op
Met al uw pracht en waarde;
Legt diadeem en rijksstraf neer
En brengt geknield den koning eer
Van hemel en van aarde.
3 Hij zetelt in geen trotsch paleis
Met weidsche praalvertooning;
Hem siert geen purper en geen kroon:
Een houten kreb, zie daar zijn troon,
Een stal, die daar zijn woning.
4 Toch heerscht hij over ’t vorstenhof
Als over rieten daken;
Toch breekt hij ’t knellend slavenjuk,
De schandboei onzer zonde stuk,
En komt ons zalig maken.
5 Heft aan, heft aan met luiden zang,
Gij godgewijde koren!
Verheft, vermeldt met snaar en stem
Den lof van ’t needrig Bethlehem,
Waar Jezus is geboren.
6 Al ligt hij op een bed van strooo,
Gedekt met schamel linnen,
Al klimt hij uit de kreb aan ’t kruis,
Het orgel dreun, het loflied ruisch!
Hij komt den dood verwinnen.
7 Heft aan, heft aan met zang en snaar!
Laat aarde en hemel ’t hooren!
Heft aan, want Jezus Christus leeft!
De hel verbleekt, haar koning beeft,
Want Jezus is geboren!
|
1 Heft aan, heft aan den luiden zang!
Laat al wat leeft dien hooren!
Laat dreunen door dit kerkgewelf,
Laat klinken door den hemel zelf,
Dat Jezus is geboren!
2 Rijst, vorsten! van uw troonen op
Met al uw pracht en waarde!
Legt diadeem en rijksstaf neêr,
En brengt geknield den Koning eer,
Wiens rijk niet is van d’ aarde.
3 Hij komt, maar zoekt geen trotsch paleis,
Vol weidsche praalvertooning;
Hem wacht geen purper en geen kroon:
Een houten krib, zie daar zijn troon,
Een stal, zie daar zijn woning.
4 Toch heerscht Hij over ’t vorstenhof,
Als over rieten daken;
Toch breekt Hij ’t knellend slavenjuk,
De schandboei onzer zonden stuk,
En komt ons zalig maken.
5 Al ligt Hij op een bed van stroo,
In windselen gebonden,
Al voert de krib Hem naar het kruis,
Het orgel dreun’! het loflied ruisch’! —
Hij maakt ons vrij van zonden.
6 Heft aan, het hart vol dank en lof!
Laat aard’ en hemel ’t hooren!
Heft aan, roept uit tot God die leeft,
Die aard’ en hemel blijdschap geeft;
Want Jezus is geboren.
|
Origineel uit: Hendrik Tollens, Gezamenlijke dichtwerken, deel 9: Verstrooide gedichten, Leeuwarden: G.T.N. Suringar, 1856, p. 45-46
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Voetnoten
|
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.
|