Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Wie de Heiland liefheeft: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox lied |beginregel=Wie de Heiland liefheeft |vorm=strofelied |dichter1=Nikolaus Ludwig von Zinzendorf |vertaler1=Nikolaus Ludwig von Zinzendorf |vertaler1-v...') |
|||
Regel 3: | Regel 3: | ||
|vorm=strofelied | |vorm=strofelied | ||
|dichter1=Nikolaus Ludwig von Zinzendorf | |dichter1=Nikolaus Ludwig von Zinzendorf | ||
− | |vertaler1= | + | |vertaler1=Hans Hugo Rapparlié |
|vertaler1-v=a | |vertaler1-v=a | ||
|vertaler2=A. Schroten | |vertaler2=A. Schroten | ||
Regel 15: | Regel 15: | ||
|EBG=485 (a) | |EBG=485 (a) | ||
}} | }} | ||
− | '''Wie de Heiland liefheeft''' is een lied van [[Nikolaus Ludwig von Zinzendorf]], oorspronkelijk in het Nederlands vertaald door [[ | + | '''Wie de Heiland liefheeft''' is een lied van [[Nikolaus Ludwig von Zinzendorf]], oorspronkelijk in het Nederlands vertaald door [[Hans Hugo Rapparlié]], en ten behoeve van [[Weerklank]] nog weer aangepast door [[A. Schroten]]. Het kan worden gezongen op de melodie van [[Joachim Neander]] (1650-1680), [[Wunderbarer König]]. |
==Opname beluisteren== | ==Opname beluisteren== | ||
Versie van 11 feb 2018 om 15:05
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Wie de Heiland liefheeft | |
Vorm | strofelied |
Tekst | |
Dichter | Nikolaus Ludwig von Zinzendorf |
Vertaler | Hans Hugo Rapparlié (a) A. Schroten (b) |
Metrisch | 6-6-8-6-6-8-3-3-6-6 |
Muziek | |
Componist | Joachim Neander |
Melodie | Wunderbarer König |
Solmisatie | 3-3-3-3-2-2 |
Liedbundels | |
Weerklank 271 (b) |
Wie de Heiland liefheeft is een lied van Nikolaus Ludwig von Zinzendorf, oorspronkelijk in het Nederlands vertaald door Hans Hugo Rapparlié, en ten behoeve van Weerklank nog weer aangepast door A. Schroten. Het kan worden gezongen op de melodie van Joachim Neander (1650-1680), Wunderbarer König.