Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

'k Hef mijn ziel, o God der goden: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 11: Regel 11:
 
|Liedbundels={{Ld lb|Psalmberijming van 1773|25}}
 
|Liedbundels={{Ld lb|Psalmberijming van 1773|25}}
 
}}
 
}}
''''k Hef mijn ziel, o God der goden''' is de beginregel van de Geneefse [[Psalm 25]] in de [[Psalmberijming van 1773]].  De [[Zangbundel Joh. de Heer]] heeft hiervan de strofen 2 ( '''Heer, ai, maak mij Uwe wegen''' ) , 4,5,6 en 7
+
''''k Hef mijn ziel, o God der goden''' is de beginregel van de Geneefse [[Psalm 25]] in de [[Psalmberijming van 1773]].  De [[Zangbundel Joh. de Heer]] heeft hiervan de strofen 2 ('''Heer, ai, maak mij Uwe wegen'''), 4, 5, 6 en 7.
 +
 
 
==Opname beluisteren==
 
==Opname beluisteren==
  
 
==Tekst==
 
==Tekst==
Beginregels van de strofen:
 
 
<poem>
 
<poem>
1 'k Hef mijn ziel, o God der goden
+
1 ’k Hef mijn ziel, o God der goden!
2 Heer, ai, maak mij uwe wegen
+
Tot U op; Gij zijt mijn God;
3 Denk aan 't vaderlijk meêdogen
+
’k Heb op U vertrouwd in nooden;
4 's  Heeren goedheid kent geen palen
+
Weer van mij toch schaamt’ en spot.
5 Lout're goedheid, liefdekoorden
+
Dat mijn vijand nooit van vreugd
6 Wie heeft lust den Heer te vrezen
+
Om mij opspring’: die U wachten
7 Gods verborgen omgang vinden
+
Dekt nooit schaamt’, maar die de deugd,
8 Zie op mij in gunst van boven
+
Zonder oorzaak, stout verachten.
9 Sla op mijn ellende d' ogen
+
 
10 Hoed mijn ziel en red z' uit noden
+
2 Heer, ai! maak mij uwe wegen,
 +
Door uw woord en Geest, bekend;
 +
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
 +
En waar hen G’ uw treden wendt:
 +
Leidt mij in uw waarheid; leer
 +
IJvrig mij uw wet betrachten;
 +
Want Gij zijt mijn heil, o Heer!
 +
’k Blijf U al den dag verwachten.
 +
 
 +
3 Denk aan ’t vaderlijk meêdoogen,
 +
Heer, waarop ik biddend pleit:
 +
Milde handen, vriendlijk’ oogen
 +
Zijn bij U van eeuwigheid.
 +
Sla de zonden nimmer gaê,
 +
Die mijn jongheid heeft bedreeven;
 +
Denk aan mij toch in genaê,
 +
Om uw goedheid eer te geeven.
 +
 
 +
4 ’s Heeren goedheid kent geen paalen;
 +
God is recht, dus zal Hij door
 +
Onderwijzing hen, die dwaalen,
 +
Brengen in het rechte spoor:
 +
Hij zal leiden ’t zacht gemoed
 +
In het effen recht des Heeren:
 +
Wie Hem needrig valt te voet
 +
Zal van Hem zijn wegen leeren.
 +
 
 +
Pauze
 +
 
 +
5 Loutre goedheid, liefdekoorden,
 +
Waarheid, zijn des Heeren paên
 +
Hun, die zijn verbond en woorden,
 +
Als hun schatten, gadeslaan.
 +
Wil mij, uwen naam ter eer,
 +
Al mijn euveldaên vergeeven;
 +
Ik heb tegen U, o Heer!
 +
Zwaar en menigmaal misdreeven.
 +
 
 +
6 Wie heeft lust den Heer te vreezen,
 +
’t Allerhoogst en eeuwig goed?
 +
God zal zelf zijn leidsman weezen;
 +
Leeren, hoe hij wandlen moet:
 +
’t Goed, dat nimmermeer vergaat,
 +
Zal hij ongestoord verwerven,
 +
En zijn godgeheiligd zaad
 +
Zal ’t gezegend aardrijk erven.
 +
 
 +
7 Gods verborgen’ omgang vinden
 +
Zielen, daar zijn vrees in woont;
 +
’t Heilgeheim wordt aan zijn vrinden,
 +
Naar zijn vreêverbond, getoond.
 +
D’ oogen houdt mijn stil gemoed
 +
Opwaarts, om op God te letten;
 +
Hij, die trouw is, zal mijn’ voet
 +
Voeren uit der boozen netten.
 +
 
 +
8 Zie op mij in gunst van boven;
 +
Wees mij toch genadig, Heer:
 +
Eenzaam ben ik en verschooven,
 +
Ja d’ ellende drukt mij neêr.
 +
’k Roep u aan in angst en smart;
 +
Duizend zorgen, duizend dooden
 +
Kwellen mijn angstvallig hart:
 +
Voer mij uit mijn’ angst en nooden.
 +
 
 +
9 Sla op mijn ellenden d’ oogen;
 +
Zie mijn moeite, mijn verdriet;
 +
Neem mijn zonden, uit meêdoogen,
 +
Gunstig weg, gedenk die niet.
 +
Zie mijn haaters, daar ’t getal
 +
Vast vermeêrt van die mij vloeken,
 +
En die rusteloos mijn’ val,
 +
Heet en wrevelmoedig, zoeken.
 +
 
 +
10 Hoed mijn ziel, en red z’ uit nooden;
 +
Maak mij niet beschaamd, o Heer!
 +
Want ik kom tot U gevlooden:
 +
Laat d’ oprechtheid meer en meer,
 +
Met de vroomheid, mij behoên;
 +
’k Wacht op U in mijn ellenden.
 +
Laat uw hand in tegenspoên
 +
Israël verlossing zenden.
 
</poem>
 
</poem>
  

Huidige versie van 25 sep 2020 om 17:39

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Zangbundel Joh. de Heer 346
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
'k Hef mijn ziel, o God der goden
Psalm 25
Schrijver David (volgens opschrift)
Latijnse titel Ad te, Domine, levavi
Vulgaat Psalm 24
Berijming Psalmberijming van 1773
Tekst
Bijbelplaats Psalm 25
Metrisch 8-7-8-7-7-8-7-8
Muziek
Componist Louis Bourgeois
Solmisatie 1-7-6-5-1-2-3-1
Liedbundels
Zangbundel Joh. de Heer 346
Psalmberijming van 1773 25

'k Hef mijn ziel, o God der goden is de beginregel van de Geneefse Psalm 25 in de Psalmberijming van 1773. De Zangbundel Joh. de Heer heeft hiervan de strofen 2 (Heer, ai, maak mij Uwe wegen), 4, 5, 6 en 7.

Opname beluisteren

Tekst

1 ’k Hef mijn ziel, o God der goden!
Tot U op; Gij zijt mijn God;
’k Heb op U vertrouwd in nooden;
Weer van mij toch schaamt’ en spot.
Dat mijn vijand nooit van vreugd
Om mij opspring’: die U wachten
Dekt nooit schaamt’, maar die de deugd,
Zonder oorzaak, stout verachten.

2 Heer, ai! maak mij uwe wegen,
Door uw woord en Geest, bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waar hen G’ uw treden wendt:
Leidt mij in uw waarheid; leer
IJvrig mij uw wet betrachten;
Want Gij zijt mijn heil, o Heer!
’k Blijf U al den dag verwachten.

3 Denk aan ’t vaderlijk meêdoogen,
Heer, waarop ik biddend pleit:
Milde handen, vriendlijk’ oogen
Zijn bij U van eeuwigheid.
Sla de zonden nimmer gaê,
Die mijn jongheid heeft bedreeven;
Denk aan mij toch in genaê,
Om uw goedheid eer te geeven.

4 ’s Heeren goedheid kent geen paalen;
God is recht, dus zal Hij door
Onderwijzing hen, die dwaalen,
Brengen in het rechte spoor:
Hij zal leiden ’t zacht gemoed
In het effen recht des Heeren:
Wie Hem needrig valt te voet
Zal van Hem zijn wegen leeren.

Pauze

5 Loutre goedheid, liefdekoorden,
Waarheid, zijn des Heeren paên
Hun, die zijn verbond en woorden,
Als hun schatten, gadeslaan.
Wil mij, uwen naam ter eer,
Al mijn euveldaên vergeeven;
Ik heb tegen U, o Heer!
Zwaar en menigmaal misdreeven.

6 Wie heeft lust den Heer te vreezen,
’t Allerhoogst en eeuwig goed?
God zal zelf zijn leidsman weezen;
Leeren, hoe hij wandlen moet:
’t Goed, dat nimmermeer vergaat,
Zal hij ongestoord verwerven,
En zijn godgeheiligd zaad
Zal ’t gezegend aardrijk erven.

7 Gods verborgen’ omgang vinden
Zielen, daar zijn vrees in woont;
’t Heilgeheim wordt aan zijn vrinden,
Naar zijn vreêverbond, getoond.
D’ oogen houdt mijn stil gemoed
Opwaarts, om op God te letten;
Hij, die trouw is, zal mijn’ voet
Voeren uit der boozen netten.

8 Zie op mij in gunst van boven;
Wees mij toch genadig, Heer:
Eenzaam ben ik en verschooven,
Ja d’ ellende drukt mij neêr.
’k Roep u aan in angst en smart;
Duizend zorgen, duizend dooden
Kwellen mijn angstvallig hart:
Voer mij uit mijn’ angst en nooden.

9 Sla op mijn ellenden d’ oogen;
Zie mijn moeite, mijn verdriet;
Neem mijn zonden, uit meêdoogen,
Gunstig weg, gedenk die niet.
Zie mijn haaters, daar ’t getal
Vast vermeêrt van die mij vloeken,
En die rusteloos mijn’ val,
Heet en wrevelmoedig, zoeken.

10 Hoed mijn ziel, en red z’ uit nooden;
Maak mij niet beschaamd, o Heer!
Want ik kom tot U gevlooden:
Laat d’ oprechtheid meer en meer,
Met de vroomheid, mij behoên;
’k Wacht op U in mijn ellenden.
Laat uw hand in tegenspoên
Israël verlossing zenden.

Ontstaan

Inhoud

Muziek

Muziekuitgaven

Hymnologische informatie

Culturele informatie

Literatuur

Externe links

Beginnetje 2.png Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.