Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten: verschil tussen versies
k (Ellen van der Sar heeft pagina Hij droeg onze smarten hernoemd naar T En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten: titel is niet de beginregel) |
k |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 6: | Regel 6: | ||
|componist1=Dick Sanderman | |componist1=Dick Sanderman | ||
|Kerkelijk jaar=Veertigdagentijd | |Kerkelijk jaar=Veertigdagentijd | ||
− | |Liedbundels={{Ld lb|Elk zing Zijn lof|110}} | + | |Liedbundels={{Ld lb|Elk zing Zijn lof|110}}{{Ld lb|Geestelijke Liederenschat 1935|157}} |
}} | }} | ||
''' 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten''' is een gedicht geschreven door [[Jacobus Revius]] en op muziek gezet door [[Dick Sanderman]]. | ''' 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten''' is een gedicht geschreven door [[Jacobus Revius]] en op muziek gezet door [[Dick Sanderman]]. | ||
Regel 15: | Regel 15: | ||
==Tekst== | ==Tekst== | ||
− | 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten,<br> | + | 1. 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten,<br> |
noch die verraderlijk U togen voor 't gericht,<br> | noch die verraderlijk U togen voor 't gericht,<br> | ||
noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht,<br> | noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht,<br> | ||
noch die U knevelden en stootten U vol puisten.<br> | noch die U knevelden en stootten U vol puisten.<br> | ||
− | 't En zijn de krijgslui niet die met hun felle vuisten<br> | + | 2. 't En zijn de krijgslui niet die met hun felle vuisten<br> |
de rietstok hebben of de hamer opgelicht,<br> | de rietstok hebben of de hamer opgelicht,<br> | ||
of het vervloekte hout op Golgotha gesticht,<br> | of het vervloekte hout op Golgotha gesticht,<br> | ||
of over Uwe rok t' saâm dobbelden en tuistten.<br> | of over Uwe rok t' saâm dobbelden en tuistten.<br> | ||
− | Ik ben 't o Heer' ik ben 't die U dit heb gedaan,<br> | + | 3, Ik ben 't o Heer' ik ben 't die U dit heb gedaan,<br> |
ik ben de zware boom die U had overlaân,<br> | ik ben de zware boom die U had overlaân,<br> | ||
ik ben de taaie streng waarmee Gij ging gebonden,<br> | ik ben de taaie streng waarmee Gij ging gebonden,<br> | ||
− | + | 4.De nagel en de speer, de gesel die U sloeg,<br> | |
de bloedbedropen kroon die Uwe schedel droeg:<br> | de bloedbedropen kroon die Uwe schedel droeg:<br> | ||
want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden.<br> | want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden.<br> | ||
+ | |||
+ | De [[Geestelijke Liederenschat 1935]] heeft de 2e strofe wat gewijzigd. |
Huidige versie van 24 mrt 2024 om 18:35
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten, Hij droeg onze smarten | |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Tekst | |
Dichter | Jacobus Revius |
Muziek | |
Componist | Dick Sanderman |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Veertigdagentijd |
Liedbundels | |
Elk zing Zijn lof 110 | |
Geestelijke Liederenschat 1935 157 |
't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten is een gedicht geschreven door Jacobus Revius en op muziek gezet door Dick Sanderman.
Opname beluisteren
- Kinderzang:
Tekst
1. 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten,
noch die verraderlijk U togen voor 't gericht,
noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht,
noch die U knevelden en stootten U vol puisten.
2. 't En zijn de krijgslui niet die met hun felle vuisten
de rietstok hebben of de hamer opgelicht,
of het vervloekte hout op Golgotha gesticht,
of over Uwe rok t' saâm dobbelden en tuistten.
3, Ik ben 't o Heer' ik ben 't die U dit heb gedaan,
ik ben de zware boom die U had overlaân,
ik ben de taaie streng waarmee Gij ging gebonden,
4.De nagel en de speer, de gesel die U sloeg,
de bloedbedropen kroon die Uwe schedel droeg:
want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden.
De Geestelijke Liederenschat 1935 heeft de 2e strofe wat gewijzigd.