Allerheiligen

Allerheiligen

33 Kom nu met zang en roer de snaren 34 Ik loof de Heer al:jd 138 U loof ik, Heer, met hart en ziel 199 Koester de namen die wij hier gedenken 377 Zoals ik ben, kom ik nabij 544 Christus naar wie wij heten 608 De steppe zal bloeien 703 Alles uit Hem ontstaan 724 Juich, rechtvaardigen, voor uw God 725 Gij boden rond Gods troon 726 Hoor een heilig koor van stemmen 727 Voor alle heiligen in de heerlijkheid 728 De heiligen ons voorgegaan 729 Zij gaan op naar de stad van de vrede 730 Heer, herinner U de namen 731 Vergeet niet hoe wij heten 732 Voor de toegewijden 733 Vrienden die zijn overleden 734 Bea: voi poveri 735 Gij, die de mens geschapen hebt 736 Dat ons zorgen en werken 747 Eens komt de grote zomer 798 Heer, geef mij vleugels dat ik reis 801 Door de nacht van strijd en zorgen 813 Vreemden zijn wij 928 Hoe ik ook ben 949 Nu leef ik nog, maar eenmaal komt mijn dood 989 Gelukkig de armen van geest 996 Om eenvoudigen van geest