Paasnacht

Paaswake

13 Hoe lang, Heer, gaat Gij mij voorbij? 30 Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd 42 Evenals een moede hinde 136 Loof de Heer, want Hij is goed 139 Heer, die mij ziet zoals ik ben 150 Loof God, loof Hem overal 151 Ik zing voor de Heer en ik prijs zijn gezag 153 Vol vreugde put je water 154 Het lied van de drie mannen in het vuur 155 Zijt Gij mijn God 169 De koning van Egypteland 219 Licht om te leven 284 Christus, Gij zijt het licht in ons leven 306 Ere wie ere toekomt 318 Het woord brengt de waarheid teweeg 346 Roept God een mens tot leven 350 Het water van de grote vloed 351 In U zijn wij begrepen 352 Jezus, meester aller dingen 356 O God die uit het water 358 Water, water van de doop 372 De Heer hee) zijn volk gevoed 389 Het brood dat ons voor ogen staat 395 Op de avond, toen de ui;ocht 457 Hoever is de nacht 458 Zuivere vlam 523 Christus ging als eerste 579 Niets droeg hem meer 593 Licht van Christus 594 Wachters op de morgen, hoe ver is de nacht 595 Juich, hemelen, één koor van engelen 596 Ontwaak, gij die slaapt, sta op uit de dood 597 Wees hier aanwezig 598 Dans nos obscurités 599 O diepe nacht die ons omringt 600 Licht, ontloken aan het donker 601 Licht dat ons aanstoot in de morgen 602 Met niets van niets zijt Gij begonnen 603 De vloed van vóór de :jd 604 De eerste dag der week 605 De toekomst is al gaande 606 Met Mozes zijn wij meegegaan 607 Gij zijt voorbijgegaan 608 De steppe zal bloeien 609 Toen ik daar zat, verweesd en zonder lied 610 Zo dor en doods 611 Wij zullen leven, God zij dank 612 Wij komen als geroepen 613 Christus is opgestaan 616 Christus is opgestanden 618 Christus lag in de dood terneer 629 Ik ben in mijn hof gekomen 638 De Heer is waarlijk opgestaan 658 Gods adem waait zijn woorden uit de hoge 858 Vernieuw in ons, o God 882 Allerhoogste God, heilig en glorierijk 929 Zoals de regen onverwacht 987 Bron van het zijnde