Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Die rechtens God gelijk: verschil tussen versies
(update Bijbelboeken) |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
|beginregel=Die rechtens God gelijk | |beginregel=Die rechtens God gelijk | ||
|titel=Lied van de deemoed | |titel=Lied van de deemoed | ||
− | |vorm=Strofelied; | + | |vorm=Strofelied; |
|taal=Nederlands | |taal=Nederlands | ||
|land=Nederland | |land=Nederland | ||
Regel 19: | Regel 19: | ||
|solmisatie2=6-6-7-1-2-3 | |solmisatie2=6-6-7-1-2-3 | ||
|solmisatie2-v=b | |solmisatie2-v=b | ||
− | |Kerkelijk jaar=Palmzondag; Witte Donderdag; Goede Vrijdag; | + | |Kerkelijk jaar=Palmzondag; Witte Donderdag; Goede Vrijdag; |
|kop-liedbundels=Ja | |kop-liedbundels=Ja | ||
|LB=160a (a) | |LB=160a (a) | ||
Regel 38: | Regel 38: | ||
}} | }} | ||
'''Die rechtens God gelijk''' is de beginregel van een lied van [[Huub Oosterhuis]] met de titel '''Lied van de deemoed'''. Het lied wordt gezongen op twee melodieën, één van [[Bernard Huijbers]] en één van [[Wim ter Burg]]. | '''Die rechtens God gelijk''' is de beginregel van een lied van [[Huub Oosterhuis]] met de titel '''Lied van de deemoed'''. Het lied wordt gezongen op twee melodieën, één van [[Bernard Huijbers]] en één van [[Wim ter Burg]]. | ||
− | + | ==Tekst== | |
− | + | Voor de Palmzondag legt dit lied een verbinding met de epistellezing uit Filippenzen 2:8-9, waarin van Christus vermeld staat, dat deze 'uiterlijk als een mens' zich vernederd heeft tot de dood toe en daarom door God verhoogd werd met 'de naam boven alle naam'. De dichter vat deze pericoop samen in zijn zes vierregelige strofen, die 'Paulinisch-mannelijk' rijmen (a b a b). | |
+ | Achtereenvolgens komen aan de orde: Christus als 'Gods beeld en scheppend woord' (strofe 1), zijn menswording (strofe 2) en zijn vernedering 'gehoorzaam totterdood' (strofe 3). De verhoging wordt onder woorden gebracht in de strofen 4, 5 en 6, 'opdat wij met elkaar / God geven alle eer' en belijden 'dat Jezus is de Heer!'. | ||
+ | ==Muziek== | ||
+ | De melodie van [[Wim ter Burg]] is sober, dat is het metrum 6.6.6.6. en het rijmschema a b a b ook. De toonsoort is d kleine terts. De halve waarde is de teleenheid (in de editie Zingend Geloven; in De adem van het jaar werd het lied een toon hoger genoteerd, in kwartwaarden). In de eerste regels wordt uitsluitend trapsgewijs opgeklommen tot aan de sext van de toonsoort, waarop het enige melisma verschijnt dat in de melodie voorkomt. In het tweede regelpaar bereikt de melodie met een tertssprong de hoogste noot. | ||
+ | ===Zettingen om te spelen=== | ||
+ | Wim ter Burg schreef een drietal eenvoudige instrumentale begeleidingen: een bicinium met de cantus firmus in de onderstem, een vierstemmige bourdon-zetting met de c.f. in de alt en een driestemmige zetting met de c.f. in de bas. Ze zijn gepubliceerd in 'Zoet Hout - Goed Koper', maart 1984. |
Versie van 6 feb 2016 om 16:46
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Die rechtens God gelijk Lied van de deemoed | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Tekst | |
Dichter | Huub Oosterhuis |
Bijbelplaats | Filippenzen 2:1-10 |
Metrisch | 6-6-6-6 |
Muziek | |
Componist | Bernard Huijbers (a) Wim ter Burg (b) |
Solmisatie | 6-3-2-3-4-5 (a) 6-6-7-1-2-3 (b) |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Palmzondag Witte Donderdag Goede Vrijdag |
Liedbundels | |
Liedboek 2013 160a (a) | |
Tussentijds 86 (a) | |
Gezangen voor Liturgie 159 (a) | |
Zingt Jubilate 508 (b) | |
Oud-Katholiek Gezangboek 551 (a) |
Die rechtens God gelijk is de beginregel van een lied van Huub Oosterhuis met de titel Lied van de deemoed. Het lied wordt gezongen op twee melodieën, één van Bernard Huijbers en één van Wim ter Burg.
Tekst
Voor de Palmzondag legt dit lied een verbinding met de epistellezing uit Filippenzen 2:8-9, waarin van Christus vermeld staat, dat deze 'uiterlijk als een mens' zich vernederd heeft tot de dood toe en daarom door God verhoogd werd met 'de naam boven alle naam'. De dichter vat deze pericoop samen in zijn zes vierregelige strofen, die 'Paulinisch-mannelijk' rijmen (a b a b). Achtereenvolgens komen aan de orde: Christus als 'Gods beeld en scheppend woord' (strofe 1), zijn menswording (strofe 2) en zijn vernedering 'gehoorzaam totterdood' (strofe 3). De verhoging wordt onder woorden gebracht in de strofen 4, 5 en 6, 'opdat wij met elkaar / God geven alle eer' en belijden 'dat Jezus is de Heer!'.
Muziek
De melodie van Wim ter Burg is sober, dat is het metrum 6.6.6.6. en het rijmschema a b a b ook. De toonsoort is d kleine terts. De halve waarde is de teleenheid (in de editie Zingend Geloven; in De adem van het jaar werd het lied een toon hoger genoteerd, in kwartwaarden). In de eerste regels wordt uitsluitend trapsgewijs opgeklommen tot aan de sext van de toonsoort, waarop het enige melisma verschijnt dat in de melodie voorkomt. In het tweede regelpaar bereikt de melodie met een tertssprong de hoogste noot.
Zettingen om te spelen
Wim ter Burg schreef een drietal eenvoudige instrumentale begeleidingen: een bicinium met de cantus firmus in de onderstem, een vierstemmige bourdon-zetting met de c.f. in de alt en een driestemmige zetting met de c.f. in de bas. Ze zijn gepubliceerd in 'Zoet Hout - Goed Koper', maart 1984.