Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Ik zing voor de Heer en ik prijs zijn gezag: verschil tussen versies
(→Voetnoten) |
(→Koorbewerking) |
||
Regel 53: | Regel 53: | ||
=== Koorbewerking === | === Koorbewerking === | ||
− | |||
− | |||
=== Orgelbewerking === | === Orgelbewerking === |
Versie van 7 apr 2015 om 15:11
Titel
Oorspronkelijke taal en titel
'xxx' is een oorspronkelijk Nederlands werk.
Liedbundel(s)
Dit lied is opgenomen in de volgende liedbundels: | |
---|---|
Liedboek 2013 | 151 |
Liedboek voor de kerken 1973 | Gezang 6 |
Gezangen voor Liturgie | 151 |
Opname beluisteren
<videoflash>xxx|300|150</videoflash>
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.
Ontstaan en inhoud
Bijbelplaats: Exodus 15, 1-18
De Lofzang van Mozes staat in het Bijbelboek Exodus. In het lied bezingt Mozes de grote daden van God, nadat hij gezien heeft dat de Egyptenaren zijn verzwolgen door het water van de Rietzee.
Farao verslagen Het boek Exodus handelt over de uittocht van het volk Israël uit Egypte. Onder leiding van Mozes vluchten de Israëlieten het land uit. De troepen van de farao achtervolgen hen. Als zij aan de rand van de Rietzee staan, besluit Jahweh dwars door zee een doorgang te maken. Als de Israëlieten eenmaal de overkant hebben bereikt, worden de Egyptische achtervolgers verzwolgen doordat Jahweh het water weer terug heeft laat stromen.
God als krijgsheld Mozes zingt zijn lied (Ex.1, 1-18), waarin hij God een krijgsheld noemt en hem looft om zijn wonderdaden. Ook bedankt hij Jahweh ervoor dat Hij de vijand heeft laten verdrinken in de zee.
Tekstdichter
Vertaler
Muziek
Componist
Koorbewerking
Orgelbewerking
Liturgisch gebruik
Donkere Metten
De Lofzang van Mozes (Canticum Moysi; in het Nederlands ook wel het Schelfzeelied genoemd) is een zogeheten canticum. In de gewone vorm van de Romeinse Ritus wordt het gebeden in het Getijdengebed, en wel in het morgengebed van de zaterdag van de eerste week. De verzen 5-7 en 14-16 zijn echter weggelaten, mogelijk vanwege het behagen dat Mozes schept in de verplettering van Israëls vijanden, dat niet bevorderlijk zou zijn voor de christelijke vroomheid. Vroeger maakte de Lofzang van Mozes deel uit van de Donkere Metten; het werd gezongen in de lauden van Witte Donderdag.