Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Zangbundel Joh. de Heer 206 (b) Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Komt, maaiers, ’t is nu oogsttijd (’t Is nu oogsttijd) is een vrije vertaling, dooor C.S. Adama van Scheltema, van Ho! reapers of life's harvest (zie daar), een lied met tekst en muziek van Isaac Baker Woodbury (1819-1858). In de Zangbundel Joh. de Heer is het voorzien van een refrein-melodie van Adam Geibel.
Opname beluisteren
Tekst
Gezangen Zions
|
Zangbundel Joh. de Heer
|
1 Komt, maaiers, ’t is nu oogsttijd,
Ziet aarz’lend niet in rond,
De tijdstroom kent geen rusten
En haast naar de avondstond;
Al zijn de maaiers weinig,
Dit is des Heeren zaak;
Hij riep u als Zijn knechten
Elk tot een eigen taak.
2 Wacht niet tot and’ren komen,
Maar sla den sikkel aan,
En bindt tot volle schoven
Het rijpend goudgeel graan.
De Meester riep en stelde u
Tot werkdoen, waar gij zijt;
Een arbeid afgewogen
Naar de u beschikten tijd.
3 Rept, maaiers, dan de handen;
Hoe klein gij zijt in tal,
Gelooft, dat God u sterken
En nooit begeven zal.
Hij is de Heer des oogstes,
Het geldt Zijn eer en schat;
Bedenkt dan met wat liefde
U God heeft liefgehad.
4 Zijn liefd’ in Christus dringt u
Tot werken zonder rust,
Ziende op de sabbatsvreugde,
Die wacht aan gindsche kust.
’t Is hier een tijd van zwoegen,
Van ijv’ren vroeg en laat;
Heil, wie eens met zijn Koning
Gekroond ten oogstfeest gaat.
|
1 Komt, maaiers, ’t is nu oogsttijd,
Ziet aarz’lend niet in ’t rond:
De tijdstroom kent geen rusten
En haast naar d’ avondstond;
Al zijn de maaiers weinig,
De Heer zorgt voor Zijn zaak.
Hij roept u slechts als knechten,
Elk tot zijn eigen taak.
refrein:
Waak op, gij Christen,
Wees in uw Heer verblijd!
De wereld lijdt, koop uit uw tijd;
Voor Jezus,
Voor Jezus is de strijd!
2 Wacht niet tot and’ren komen,
Maar vat de sikkel aan,
En bindt tot volle schoven
Het rijpend goudgeel graan.
De Meester roept! welaan dan,
U aan Zijn dienst gewijd,
Met d’ u betrouwde gaven
Gewoekerd, nog is ’t tijd.
refrein
3 Rept, maaiers, dan de handen:
Hoe klein gij zijt in tal,
Gelooft, dat God u sterken
En nooit begeven zal.
Hij is de Heer des oogstes.
Het geldt Zijn schat en eer;
Daarom, vreest niet, verblijdt u!
U sterkt der heeren Heer.
refrein
4 Zijn liefd’ in Christus dring’ u
Tot werken zonder rust,
Ziend’ op de eeuw’ge vreugde,
Die wacht aan gindsche kust.
’t Is hier een tijd van zwoegen,
Van droefenis en pijn;
Doch straks zult gij bij Jezus
Voor eeuwig zalig zijn.
refrein
|
Muziek
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie