Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
De strijd is uit, het pleit beslecht
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De strijd is uit, het pleit beslecht | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | Finita iam sunt proelia |
Periode | 17e eeuw |
Tekst | |
Vertaler | Willem Barnard |
Metrisch | 8-8-8-4 |
Muziek | |
Componist | William Henry Monk |
Melodie | Victory |
Solmisatie | 5-5-5-6-5-5-4-3-5 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Paastijd |
Liedbundels | |
Een plaats ontzegd 28 | |
Verzamelde Liederen 226 | |
In wind en vuur I-78 | |
Hervormde Bundel 1938 55, 55a |
De strijd is uit, het pleit beslecht is een door Willem Barnard geschreven vertaling van de latijnse hymne Finita iam sunt proelia. Het lied wordt gezongen op een melodie van William Henry Monk, genaamd Victory (melodie). De Hervormde Bundel 1938 bevat een oudere vertaling en heeft naast eerstgenoemde melodie ( lied 55) nog een 2e melodie ( lied 55a) , van onzskere herkomst, voor dit lied.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom hier niet worden weergegeven.
Ontstaan
Inhoud
De beginregels van de strofen luiden:
- 1. De strijd is uit, het pleit beslecht
- 2. Nu deed de dood zijn laatste kwaad
- 3. Christus verrees de derde dag
- 4. Ja, looft de Heer, hij maakt ons vrij
- 5. Heer, om uw pijn en lijden groot.
Hervormde Bundel 1938
- 1. De strijd volbracht, de prijs behaald
- 2. Het rijk des doods heerst nu niet meer
- 3. Ten derden dage opgestaan
- 4. De mond des grafs is toegedaan
Muziek
William Henry Monk maakte voor deze melodie een bewerking van een koorstuk van Palestrina, G.P. da, namelijk het afsluitende Gloria Patri van het Magnificat tertii toni.
Zettingen
Bewerkingen om te zingen
Bewerkingen om te spelen
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
Culturele informatie
Literatuur
- In wind en vuur - II, blz. 414-416