Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
God heerst als Opperheer: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox lied |beginregel=God heerst als Opperheer |Psalm=97 |Psalmberijming=Psalmberijming van 1773 |componist1=Maistre Pierre |kop-liedbundels=Ja |JdH=363 |Ps177...') |
(→Tekst) |
||
(6 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 3: | Regel 3: | ||
|Psalm=97 | |Psalm=97 | ||
|Psalmberijming=Psalmberijming van 1773 | |Psalmberijming=Psalmberijming van 1773 | ||
+ | |dichter1=Genootschap Laus Deo, Salus Populo | ||
+ | |metrisch1=6-6-7-7-6-6-6-6-6 | ||
|componist1=Maistre Pierre | |componist1=Maistre Pierre | ||
− | | | + | |solmisatie1=5-6-1-1-7-1 |
|JdH=363 | |JdH=363 | ||
− | | | + | |Liedbundels={{Ld lb|Psalmberijming van 1773|97}} |
}} | }} | ||
− | In de Psalmberijming van 1773 begint Psalm 97 met God heerst als Opperheer. De Zangbundel Joh | + | In de [[Psalmberijming van 1773]] begint [[Psalm 97]] met '''God heerst als Opperheer'''. De [[Zangbundel Joh. de Heer]] heeft de strofen 1, 6 en 7 opgenomen. |
==Opname beluisteren== | ==Opname beluisteren== | ||
==Tekst== | ==Tekst== | ||
− | |||
<poem> | <poem> | ||
− | 1 God | + | 1 God heerscht als Opperheer: |
− | 2 Een vuurgloed gaat Hem voor | + | Dat elk Hem juichend eer’! |
− | 3 | + | Gij, aarde, zee en eiland, |
− | 4 Dat ieder schaamrood zij | + | Verheugt u in uw’ Heiland. |
− | 5 | + | Hem dekt met majesteit |
− | 6 Beminnaars van | + | Der wolken donkerheidd; |
− | 7 Gods | + | Hij vestigt zijnen troon |
+ | Op heilge rijksgeboôn, | ||
+ | Vol recht en wijs beleid. | ||
+ | |||
+ | 2 Een vuurgloed gaat Hem voor, | ||
+ | Den ganschen hemel door, | ||
+ | En blaakt aan alle zijden | ||
+ | Hen, die zijn magt bestrijden. | ||
+ | Zijn felle bliksemschicht | ||
+ | Snelt door al ’t zwerk; verlicht | ||
+ | Den ganschen weereldkloot: | ||
+ | Het aardrijkk ziet zijn’ nood, | ||
+ | En ijst, en beeft, en zwicht. | ||
+ | |||
+ | 3 ’t Gebergte smelt als wasch, | ||
+ | En wordt geheel tot asch | ||
+ | Door ’t aangezicht des Heeren, | ||
+ | Wien al wat leeft moet eeren: | ||
+ | ’t Verbaasde hemelrond | ||
+ | Meldt in dien naaren stond | ||
+ | Zijn billijkheid en magt: | ||
+ | De volken zien zijn kracht | ||
+ | Op ’s aardrijks ruimen grond. | ||
+ | |||
+ | Pauze | ||
+ | |||
+ | 4 Dat ieder schaamrood zij, | ||
+ | Die, onbeschroomd en vrij, | ||
+ | Een beeld durft eer bewijzen, | ||
+ | En nietig’ afgoôn prijzen, | ||
+ | Den waaren God ten hoon: | ||
+ | Knielt voor Hem, al gij goôn! | ||
+ | Zwicht voor den Opperheer; | ||
+ | Buigt u met ootmoed neêr | ||
+ | Voor zijn’ geduchten troon. | ||
+ | |||
+ | 5 Gansch Zion was verheugd, | ||
+ | En juicht’, o Heer! van vreugd, | ||
+ | Met Judaas dochtrenscchaaren, | ||
+ | Wanneer ’t de blijde maaren | ||
+ | Uws oordeels had gehoord: | ||
+ | Want Gij heerscht ongestoord, | ||
+ | En toont uw magt alom, | ||
+ | Ver boven ’t godendom, | ||
+ | ’t Welk siddert voor uw woord. | ||
+ | |||
+ | 6 Beminnaars van den Heer, | ||
+ | Verbreiders van zijn eer, | ||
+ | Hoopt steeds op zijn genade, | ||
+ | En haat altoos het kwaade. | ||
+ | Hij, die in tegenspoed | ||
+ | Zijn gunstgenooten hoedt, | ||
+ | Verleent hun onderstand, | ||
+ | En redt z’ uit boozen hand, | ||
+ | Die op hun onschuld woedt. | ||
+ | |||
+ | 7 Gods vriendlijk aangezicht | ||
+ | Heeft vrolijkheid en licht | ||
+ | Voor al oprechte harten | ||
+ | Ten troost verspreid in smarten. | ||
+ | Juicht, vroomen, omm uw lot; | ||
+ | Verblijdt u steeds in God; | ||
+ | Roemt, roemt zijn heiligheid: | ||
+ | Zoo word’ zijn lof verbreid | ||
+ | Door al dit heilgenot! | ||
</poem> | </poem> | ||
Regel 32: | Regel 97: | ||
==Hymnologische informatie== | ==Hymnologische informatie== | ||
+ | De [[Zangbundel Joh. de Heer]] heeft strofe 1, 6 en 7 opgenomen vanaf de 28e uitgave (1991). | ||
==Culturele informatie== | ==Culturele informatie== |
Huidige versie van 28 sep 2020 om 21:57
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
God heerst als Opperheer | ||
Psalm 97 | ||
Latijnse titel | Dominus regnavit | |
Vulgaat | Psalm 96 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Dichter | Genootschap Laus Deo, Salus Populo | |
Metrisch | 6-6-7-7-6-6-6-6-6 | |
Muziek | ||
Componist | Maistre Pierre | |
Solmisatie | 5-6-1-1-7-1 | |
Liedbundels | ||
Zangbundel Joh. de Heer 363 | ||
Psalmberijming van 1773 97 |
In de Psalmberijming van 1773 begint Psalm 97 met God heerst als Opperheer. De Zangbundel Joh. de Heer heeft de strofen 1, 6 en 7 opgenomen.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
1 God heerscht als Opperheer:
Dat elk Hem juichend eer’!
Gij, aarde, zee en eiland,
Verheugt u in uw’ Heiland.
Hem dekt met majesteit
Der wolken donkerheidd;
Hij vestigt zijnen troon
Op heilge rijksgeboôn,
Vol recht en wijs beleid.
2 Een vuurgloed gaat Hem voor,
Den ganschen hemel door,
En blaakt aan alle zijden
Hen, die zijn magt bestrijden.
Zijn felle bliksemschicht
Snelt door al ’t zwerk; verlicht
Den ganschen weereldkloot:
Het aardrijkk ziet zijn’ nood,
En ijst, en beeft, en zwicht.
3 ’t Gebergte smelt als wasch,
En wordt geheel tot asch
Door ’t aangezicht des Heeren,
Wien al wat leeft moet eeren:
’t Verbaasde hemelrond
Meldt in dien naaren stond
Zijn billijkheid en magt:
De volken zien zijn kracht
Op ’s aardrijks ruimen grond.
Pauze
4 Dat ieder schaamrood zij,
Die, onbeschroomd en vrij,
Een beeld durft eer bewijzen,
En nietig’ afgoôn prijzen,
Den waaren God ten hoon:
Knielt voor Hem, al gij goôn!
Zwicht voor den Opperheer;
Buigt u met ootmoed neêr
Voor zijn’ geduchten troon.
5 Gansch Zion was verheugd,
En juicht’, o Heer! van vreugd,
Met Judaas dochtrenscchaaren,
Wanneer ’t de blijde maaren
Uws oordeels had gehoord:
Want Gij heerscht ongestoord,
En toont uw magt alom,
Ver boven ’t godendom,
’t Welk siddert voor uw woord.
6 Beminnaars van den Heer,
Verbreiders van zijn eer,
Hoopt steeds op zijn genade,
En haat altoos het kwaade.
Hij, die in tegenspoed
Zijn gunstgenooten hoedt,
Verleent hun onderstand,
En redt z’ uit boozen hand,
Die op hun onschuld woedt.
7 Gods vriendlijk aangezicht
Heeft vrolijkheid en licht
Voor al oprechte harten
Ten troost verspreid in smarten.
Juicht, vroomen, omm uw lot;
Verblijdt u steeds in God;
Roemt, roemt zijn heiligheid:
Zoo word’ zijn lof verbreid
Door al dit heilgenot!
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Muziekuitgaven
Hymnologische informatie
De Zangbundel Joh. de Heer heeft strofe 1, 6 en 7 opgenomen vanaf de 28e uitgave (1991).
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |