Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
In wat tijd, hoe groot en heerlijk: verschil tussen versies
(→Tekst) |
(→Muziek) |
||
Regel 72: | Regel 72: | ||
==Muziek== | ==Muziek== | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
==Hymnologische informatie== | ==Hymnologische informatie== |
Huidige versie van 17 aug 2020 om 21:43
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
In wat tijd, hoe groot en heerlijk | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Titel | We are living, we are dwelling |
Taal | Engels |
Land | Verenigde Staten |
Periode | 1840 |
Tekst | |
Dichter | Arthur Cleveland Coxe |
Vertaler | C.S. Adama van Scheltema |
Metrisch | 8-7-8-7-8-7-8-7 |
Muziek | |
Componist | Anoniem |
Melodie | The Alarm |
Solmisatie | 5-6-5-3-1-6-5-3-1-6-5-3-1-2-3 |
Liedbundels | |
Zangbundel Joh. de Heer 265 | |
Gezangen Zions 386 |
In wat tijd, hoe groot en heerlijk is een vertaling, door C.S. Adama van Scheltema van We are living, we are dwelling, een lied van Arthur Cleveland Coxe (1818-1896), in de Gezangen Zions gezet op een anonieme melodie: The Alarm.
Inhoud
Opname beluisteren
Tekst
1 In wat tijd, hoe groot en heerlijk
Zagen wij het levenslicht,
Is dit niet het eind der eeuwen,
Voorboô van het godsgericht?
Zie de natiën ontwaken,
Israël vraagt naar zijn Heer,
’t Schepsel zucht! Spreekt niet reeds alles,
Jezus van uw wederkeer?
2 Gord, gemeente, uw wapenrusting
Om de leên tot feller strijd;
Helm en borstplaat, schild en slagzwaard
Toon, wiens erve en deel gij zijt.
Als uw Vorst Zijn heirmacht monstert,
Ziet Hij ieder onzer ’t aan,
Dat het eer ons is en vreugde
Onder Zijn banier te staan.
3 Ook de booze spitst ten krijg zicch;
’t Voorgevoelen van zijn val
Doet hem worst’len tot vermeerd’ern
Van zijn slinkend strijd’ren tal;
Machtigen lokt hij met vleitaal,
Zwakken wint hij door zijn list,
Waak, gemeente, ’t is uw eere,
Als de hel haar doelwit mist.
4 Laat de booze u niet verschrikken
Door zijn groot en dreigend woord;
Sluit uw oor voor de aartsbedrieger,
Sta hem, waar hij zielen moordt.
Jezus heeft zijn macht gebroken,
Aan zijn heerschen perk gezet;
Vrees de slang niet, die nog stuiptrekt,
Jezus heeft haar kop verplet.
5 Waak, gemeente, toone uw strijden,
Wiens banier en naam gij draagt;
Dat ’t nabij zijn aan uw Koning
De eer is, die gij ’t vurigst vraagt.
Hoore elk onzer ’t van Zijn lippen,
Als eens voor Zijn troon wij staan:
“Wees Mij welkom, gij getrouwe,
Wat gij deedt, was wel gedaan.”
Ontstaan
Inhoud
Muziek
Hymnologische informatie
Het lied is vanaf de 1e uitgave (1905) opgenomen geweest in de Zangbundel Joh. de Heer, overgenomen uit de Gezangen Zions, met weglating van de 4e strofe en een betekenisveranderende wijziging in de laatste: 't nabij zijn van uw Koning...
Culturele informatie
Literatuur
Externe links
Voetnoten
Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren. |