Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Mijn ziel verheft Gods eer: verschil tussen versies
k (Robot: automatisch tekst vervangen (-<videoflash>(.+)\|[0-9]+\|[0-9]+</videoflash> +{{youtube|\1}})) |
(liedbundels vervangen) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox lied | {{Infobox lied | ||
+ | |Liedbundels={{Ld lb|Gezangboek voor de Evangelische Broedergemeente|59}} | ||
|beginregel=Mijn ziel verheft Gods eer | |beginregel=Mijn ziel verheft Gods eer | ||
|vorm=Strofelied; | |vorm=Strofelied; | ||
Regel 22: | Regel 23: | ||
|GvL=164 | |GvL=164 | ||
|JdH=530 | |JdH=530 | ||
− | |||
}} | }} | ||
'''Mijn ziel verheft Gods eer''' is een bijbels lied (canticum), de [[Lofzang van Maria]] zoals in de bijbel verwoord in Lucas 1:46-55. De tekst is van [[Johannes Eusebius Voet]] (1706-1788) in de berijming van 1773, en bewerkt door [[Willem Barnard]] (1920-2010). De melodie komt uit Straatsburg 1539. | '''Mijn ziel verheft Gods eer''' is een bijbels lied (canticum), de [[Lofzang van Maria]] zoals in de bijbel verwoord in Lucas 1:46-55. De tekst is van [[Johannes Eusebius Voet]] (1706-1788) in de berijming van 1773, en bewerkt door [[Willem Barnard]] (1920-2010). De melodie komt uit Straatsburg 1539. | ||
Regel 95: | Regel 95: | ||
* J.Bakker: Gezongen evangelie, blz.73 (Liedmeditatie) | * J.Bakker: Gezongen evangelie, blz.73 (Liedmeditatie) | ||
* Continuo: De antwoordpsalm, blz.161 (H.Tercic/C.Winter) | * Continuo: De antwoordpsalm, blz.161 (H.Tercic/C.Winter) | ||
− | * Jaco van der Knijff bespreekt de herkomst van dit lied uitvoerig in zijn proefschrift: ''Heilige gezangen : herkomst, ontwikkeling en receptie van de lofzangen in het psalmboek van Dathenus en de ‘Eenige Gezangen’ in de Staatsberijming van 1773'', Apeldoorn : Labarum Academic, 2018, p. 368-375, ISBN 9789402906332 | + | * Jaco van der Knijff bespreekt de herkomst van dit lied uitvoerig in zijn proefschrift: ''Heilige gezangen : herkomst, ontwikkeling en receptie van de lofzangen in het psalmboek van Dathenus en de ‘Eenige Gezangen’ in de Staatsberijming van 1773'', Apeldoorn : Labarum Academic, 2018, p. 368-375, ISBN 9789402906332 |
Versie van 21 mei 2020 om 02:48
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Mijn ziel verheft Gods eer | |
Vorm | Strofelied |
Tekst | |
Dichter | Johannes Eusebius Voet Willem Barnard |
Bijbelplaats | Lucas 1:46-55 |
Canticum | Lofzang van Maria |
Metrisch | 6-6-7-6-6-7 |
Muziek | |
Melodie | Lofzang van Maria |
Herkomst | Straatsburg 1539/Datheen 1566 |
Solmisatie | 6-6-5-6-7-1 |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Adventstijd |
Getijde v/d dag | Avond |
Bijbels persoon | Maria |
Liedbundels | |
Liedboek voor de kerken Gezang 66 | |
Gereformeerd Kerkboek Gezang 47 | |
Op Toonhoogte 2015 94 | |
Gezangen voor Liturgie 164 | |
Zangbundel Joh. de Heer 530 | |
Gezangboek EBG 59 |
Mijn ziel verheft Gods eer is een bijbels lied (canticum), de Lofzang van Maria zoals in de bijbel verwoord in Lucas 1:46-55. De tekst is van Johannes Eusebius Voet (1706-1788) in de berijming van 1773, en bewerkt door Willem Barnard (1920-2010). De melodie komt uit Straatsburg 1539.
Opname beluisteren
- Martini-orgelvespers, Martinikerk Groningen (beurtzang). Organist: Sietze de Vries.
Tekst
Oorspronkelijke tekst van Voet.
1. Mijn ziel verheft Gods eer:
Mijn geest mag blij den Heer
Mijn' Zaligmaaker noemen,
Die, in haar' laagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van zijn gunst doet roemen.
2. Want ziet, om 's Heeren daên,
Zal elk geslacht voortaan,
Alom mij zalig spreeken;
Wijl God, na ramp en leed,
Mij groote dingen deed:
Nu is zijn magt gebleeken.
3. Hoe heilig is zijn naam!
Laat volk bij volk te saam'
Barmhartigheid verwachten:
Nu Hij de zaligheid,
Voor die Hem vreest, bereidt,
Door al de nageslachten.
4. Des Heeren arm is sterk:
Hij deed een krachtig werk;
Die hoog zijn van gevoelen,
Heeft Hij verstrooid, verward,
Met alles, wat het hart
Dier trotschen mogt bedoelen.
5. Die stout zijn op hun magt,
Heeft Hij versmaad, veracht,
Gestooten van de troonen:
Maar Hij verhoogt en hoedt
Het nederig gemoed,
Waarin zijn Geest wil woonen.
6. Hij heeft, na lang geduld,
Met goederen vervuld
Der hongerige monden:
Hij zag geen rijken aan;
Maar heeft z', in hunnen waan,
Gansch ledig weggezonden.
7. Zijn goedheid klom ten top:
Hij nam zijn Isrel op,
Naar 't heil, zijn' knecht beschooren,
Gelijk Hij, ons ten troost,
Aan Abram en zijn kroost,
Voor eeuwig, had gezwooren.
(Bron: Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik. Johannes Enschede en Zoonen, Haerlem 1774)
Muziek
Muziekuitgaven
Zie Lofzang van Maria (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen van deze melodie.
Hymnologische informatie
- De bundel Op Toonhoogte 2015 bevat strofe 1, 3, 4 en 7.
Literatuur
Toelichtingen:
- J.Bakker: Gezongen evangelie, blz.73 (Liedmeditatie)
- Continuo: De antwoordpsalm, blz.161 (H.Tercic/C.Winter)
- Jaco van der Knijff bespreekt de herkomst van dit lied uitvoerig in zijn proefschrift: Heilige gezangen : herkomst, ontwikkeling en receptie van de lofzangen in het psalmboek van Dathenus en de ‘Eenige Gezangen’ in de Staatsberijming van 1773, Apeldoorn : Labarum Academic, 2018, p. 368-375, ISBN 9789402906332