Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
O lichaam van het Woord
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
O lichaam van het Woord | |
Vorm | Strofelied |
Herkomst | |
Taal | Nederlands |
Land | Nederland |
Periode | 20e eeuw |
Tekst | |
Dichter | Willem Barnard |
Bijbelplaats | Johannes 1:14 Psalm 22:2 Matteüs 27:57-61 Marcus 15:42-47 Lucas 23:50-56 Johannes 19:38-42 |
Metrisch | 6-7-6-7 |
Muziek | |
Componist | Frits Mehrtens (a) Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (b) Piet van Amstel (c) Adriaan Blankenstein (d) |
Solmisatie | 3-5-6-7-5-6 (a) 6-6-5-6-7-6 (b) 6-1-1-6-5-6 (c) 6-6-5-6-6-1 (d) |
Gebruik | |
Kerkelijk jaar | Stille Zaterdag Goede Vrijdag |
Liedbundels | |
Liedboek 2013 589 (a) | |
Oud-Katholiek Gezangboek 634 (a) |
Willem Barnard (1920-2010) schreef het lied O lichaam van het Woord als één lange, geinterpuncteerde zin, die later tot kerklied is hervormd, o.a. door de toonzetting van Frits Mehrtens (1922-1975).
Tekst
De tekst is auteursrechtelijk beschermd en kan daarom niet volledig worden weergegeven. De eerste strofe luidt:
1. O lichaam van het woord,
dat riep in den beginne,
nu gaat Gij onverhoord
de mond der aarde binnen.
Ontstaan
Het lied is de eerste van de 'Liederen voor de gedachtenis des Heren', verschenen in de bundel 'Woorden van brood' (Amsterdam, 1956). Barnard plaatste het lied zelf 'op de Goede Vrijdag'. In Zingend Geloven en Adem van het jaar staat het opgenomen als lied voor Stille Zaterdag.
Inhoud
Het lied verwijst naar het evangelie van Johannes, waar over het Woord van God gezegd wordt, het het vlees geworden is en onder ons heeft gewoond in de mensenzoon Jezus, 'de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid' (Johannes 1: 14). Dit vleesgeworden, lichaam geworden Woord, dat 'riep in den beginne' (strofe 1) kreeg gestalte in de Zoon van God, die geleden heeft en gestorven is en nedergedaald in het dodenrijk: Hij ging 'de mond der aarde binnen'. Maar dat 'laatste uur' (strofe 2) van Jezus is tegelijk 'het eerste uur der doden' in datzelfde dodenrijk, die 'taal en teken', 'vlees en bloed' ontvangen voor hun verrijzenis op de jongste dag, die Hij met zijn dood en opstanding heeft voorbereid. Want 'zij mogen niet ontbreken' (strofe 3). Christus is het, die op het negende uur van de Goede Vrijdag met luider stem uitriep: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?' (Psalm 22:2; Mattheus 27:46). Daarom stierf Jezus 'onverhoord' (strofe 1) en wordt Hij aangeduid als 'Gij die verzwegen zijt' (strofe 4). Tot in de dood toe, als Hijzelf als het ware doodgezwegen is, hoort Hij het roepen 'van de verleden tijd'. Met zijn dood en verrijzenis baant Hij een weg, sterker, dé weg naar de toekomst. (Bron: toelichting geparafraseerd overgenomen uit: Documentatieblad bij Zingend Geloven, I-55.)
Muziek
De melodie van Frits Mehrtens staat in de e-phrygische modus, waardoor dit lied meteen een kleur van inkeer en boete krijgt. De matige omvang per regel bevestigt bovendien het meditatieve karakter. De regels 1 en 4 hebben de omvang van een kwint, de regels 2 en 3 een kwart. Het ritme blijft sober: het is in alle regels gelijk, behalve daar waar het metrum een extra halve noot vereist. Het ritme is geheel tweeledig.
Hymnologische informatie
Het lied is ook opgenomen in de bundel 'Wij moeten Gode zingen' (Van der Leeuwstichting, 1960) met een melodie van Piet van Amstel en een van Adriaan Blankenstein.