Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Ach Gott, vom Himmel sieh darein
Mogelijk staat het wel in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Ach Gott, vom Himmel sieh darein Ach Gott, vom Himmel sieh darein | ||
Vorm | Strofelied | |
Herkomst | ||
Taal | Duits | |
Land | Duitsland | |
Periode | 1524 | |
Psalm 12 | ||
Schrijver | David (volgens opschrift) | |
Latijnse titel | Salvum me fac | |
Vulgaat | Psalm 11 | |
Tekst | ||
Dichter | Martin Luther | |
Bijbelplaats | Psalm 12 | |
Metrisch | 8-7-8-7-8-8-7 | |
Muziek | ||
Componist | Martin Luther | |
Melodie | Ach Gott, vom Himmel sieh darein | |
Herkomst | Wittenberg 1524 | |
Solmisatie | 3-4-3-2-6-6-4-3 | |
Liedbundels | ||
Evangelisches Gesangbuch 273 |
Ach Gott, vom Himmel sieh darein is het artikel over het origineel van het lied in de oorspronkelijke taal. Van dit lied zijn de volgende vertalingen bekend:
- O God, neem van de hemel waar door Pieter Boendermaker
- Zie uit uw hemel op ons neer door Ad den Besten
- Ach God, zie uit uw hemel neer door Andries Govaart
Ach Gott, vom Himmel sieh darein is een van de eerste liederen van Martin Luther uit 1524. In de tijd van de Lutherse orthodoxie werd het toegewezen aan de tweede zondag na Trinitatis.
Opname beluisteren
- Bewerking van het lied door Michael Praetorius:
Ontstaan
Rond de jaarwisseling van 1523/24 hield Luther zich bezig met het maken van psalmliederen in het Duits voor de viering van de eredienst - een programmatische richting die hij had ontwikkeld in zijn Formula Missae 1523 en in een brief aan Georg Spalatin. De liederen moesten de betekenis van de psalm nauwkeurig weergeven en in gewone taal weergeven, zonder exacte vertalingen te zijn. Hij creëerde in totaal zeven psalmliederen, waarvan hij zijn vertaling van Psalm 130 Aus tiefer Not schrei ich zu dir als voorbeeld beschouwde. Ach Gott, vom Himmel sieh darein is Luthers vertolking van Psalm 12, een lied van klaagzang en vertrouwen.
De hymne werd voor het eerst gepubliceerd als los blad en iets later in het Achtliederbuch. Het lied kreeg al snel een ruime verspreiding door opname in het Erfurt Enchiridion en hymneboeken, bijvoorbeeld van Johann Walter (1524). In het begin werden aan het lied verschillende melodieën toegekend; de modale melodie die tegenwoordig traditioneel hypofrygisch wordt genoemd, wordt voor het eerst aangetroffen in het Erfurt Enchiridion. Het wordt in deze vorm toegeschreven aan Luther zelf, die zich gedeeltelijk liet inspireren door een wereldlijke melodie van vóór de reformatie (Begirlich in dem hertzen min, 1410).
Tekst
1.
Ach Gott vom Himmel sieh darein,
Und laß Dich deß erbarmen.
Wie wenig sind der Heil’gen Dein!
Verlassen sind wir Armen.
Dein Wort man läst nicht haben wahr;
Der Glaub’ ist auch verloschen gar
Bei allen Menschenkindern.
2.
Sie lehren eitel falsche List,
Was eigen Witz erfindet;
Ihr Herz nicht eines Sinnes ist,
In Gottes Wort gegründet.
Der wählet dies, der ander das,
Sie trennen uns ohn' alle Maß
Und gleissen schön von aussen.
3.
Gott woll' ausrotten alle Lahr,
Die falschen Schein uns lehren,
Dazu ihr' Zung' stolz offenbar
Spricht Trotz, wer will's uns wehren?
Wir haben Recht und Macht allein,
Was wir setzen, das gilt gemein;
Wer ist, der uns solt meistern?
4.
Darum spricht Gott: Ich muß auf seyn,
Die Armen sind verstöret,
Ihr Seuffzen dringt zu mir herein,
Ich hab' ihr' Klag' erhöret.
Mein heilsam Wort soll auf dem Plan,
Getrost und frisch sie greiffen an
Und sein die Kraft der Armen.
5.
Das Silber durchs Feuer siebenmal
Bewährt wird lauter funden:
An Gottes Wort man halten soll
Desgleichen alle Stunden.
Es will durchs Creutz bewähret seyn,
Da wird sein Kraft erkannt und Schein
Und leucht starck in die Lande.
6.
Das wollst du, Gott, bewahren rein
Für diesem argen G'schlechte,
Und laß uns dir befohlen seyn,
Das sich's in uns nicht flechte,
Der gottloß Hauff sich umher findt,
Wo diese lose Leute sind
In deinem Volck erhaben.
Inhoud
Luthers bewerking volgt de opbouw van de Psalm; de eerste twee Psalmverzen worden één op één getranscribeerd in een strofe, gevolgd door telkens twee verzen in een strofe. Inhoudelijk gaat hij echter verder dan de Psalmtekst en plaatst deze in zijn nieuwe, onmiskenbaar Christelijke Reformatorische context. Hij gebruikt de Psalm om zijn situatie en die van de Reformatie op een persoonlijke, hartstochtelijke manier te interpreteren, namelijk als een proeftijd die afhankelijk is van Gods Woord, Zijn Evangelie: "het zal door het kruis bewezen worden...".
Gebruik als strijdlied
Het lied werd al snel na de eerste publicatie begrepen en gebruikt als een belijdenislied van de Reformatie. In 1527 zongen voorstanders van de reformatie in Braunsweig het lied, toen een door de raad uit Magdenburg meegebrachte oud-gelovige prediker een preek hield over goede werken. Ze legden hem zo het zwijgen op. Soortgelijke berichten komen uit Lübeck, waar, nadat het concilie de reformatorische predikers Johann Walhoff en Andreas Wilms had verbannen, een confrontatie ontstond die in de reformatorische geschiedschrijving bekend is geworden als de Zingende Oorlog. Op 5 december 1529, de vooravond van Sinterklaas, begonnen protestantsgezinde burgers de katholieke missen te onderbreken door luidkeels reformatorische psalmgezangen te zingen, vooral Ach Gott, vom Himmel sieh darein. Volgens een in Lübeck overgeleverd verhaal waren het "twee kleine jongens" die ermee begonnen in de Jakobikirche en dat de burgers "ijverig meededen". Zo werd Ach Gott, vom Himmel sieh darein het eerste psalmgezang dat in een kerk in Lübeck in het openbaar werd gezongen. De groeiende beweging en onrust in de stad leidden eerst tot de terugroeping van de twee predikanten en ten slotte, twee jaar later, tot de invoering van de reformatorische kerkorde door Johannes Bugenhagen. Dergelijke acties hadden zich ook al in 1525/26 in Bazel en Frankfurt am Main voorgedaan.
Talrijke parodieën vanuit rooms-katholiek oogpunt, bijvoorbeeld in het gezangboek van Johann Leisentrit, tonen aan hoe wijdverbreid, identiteitsvormend voor protestanten en uitdagend voor katholieken het lied intussen was geworden.
Muziek
Culturele informatie
Dit lied maakt deel uit van de collectie liederen die door Bach zijn bewerkt in zijn jaargang koraalcantates uit 1724/1725 (BWV 2).