Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Daar is uit 's werelds duist're wolken: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Robot: automatisch tekst vervangen (-<videoflash>(.+)\|[0-9]+\|[0-9]+</videoflash> +{{youtube|\1}}))
k
 
(40 tussenliggende versies door 7 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Infobox lied
 
{{Infobox lied
 
|beginregel=Daar is uit 's werelds duist're wolken
 
|beginregel=Daar is uit 's werelds duist're wolken
|vorm=Strofelied;
+
|titel=Kerstpsalm
 +
|deel van=Vier Psalmen
 +
|vorm=Strofelied
 
|taal=Nederlands
 
|taal=Nederlands
 
|land=Nederland
 
|land=Nederland
 
|periode=19e eeuw
 
|periode=19e eeuw
 +
|jaartal=1846
 
|dichter1=Nicolaas Beets
 
|dichter1=Nicolaas Beets
 
|vertaler1=A. Schroten
 
|vertaler1=A. Schroten
Regel 16: Regel 19:
 
|Bijbel1-einde=6
 
|Bijbel1-einde=6
 
|componist1=Johannes Gijsbertus Bastiaans
 
|componist1=Johannes Gijsbertus Bastiaans
 +
|componist2=Cesar Hinderdaal
 +
|componist2-v=b
 
|melodie1=Daar is uit 's werelds duistre wolken
 
|melodie1=Daar is uit 's werelds duistre wolken
 
|solmisatie1=5-1-5-6-3-4-5-3-1
 
|solmisatie1=5-1-5-6-3-4-5-3-1
|Kerkelijk jaar=Kerstnacht; Kerstmorgen;
+
|Kerkelijk jaar=Kerstnacht; Kerstmorgen
|kop-liedbundels=Ja
 
 
|LvdK Gez=26
 
|LvdK Gez=26
 
|OT2=76
 
|OT2=76
 
|WK=17 (b)
 
|WK=17 (b)
 
|JdH=593
 
|JdH=593
|EBG=118
+
|Liedbundels={{Ld lb|Gezangboek voor de Evangelische Broedergemeente|118}}{{Ld lb|Hervormde Bundel 1938|10}}{{Ld lb|Liederen van het Leger des Heils|450}}{{Ld lb|Op Toonhoogte|63}}{{Ld lb|Uit aller mond|29}}{{Ld lb|119 Gezangen|22}}{{Ld lb|Liederen voor de Gemeentezang|161}}{{Ld lb|Liedbundel met Bijbellezingen|264}}{{Ld lb|E&R-liedbundel 1|91}}{{Ld lb|Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen|229}}{{Ld lb|Geestelijke Liederenschat 1935|143.}}{{Ld lb|Geestelijke Liederenschat 1935|427}}
|LdH=450
 
|OT=63
 
|H1938=10
 
|UAM=29
 
 
}}
 
}}
'''Daar is uit 's werelds duist're wolken''' is een kerstlied uit de 19e eeuw. De tekst is van [[Nicolaas Beets]] (1814-1903), en voor [[Weerklank]] bewerkt door [[A.Schroten]] en [[Henk van 't Veld]]. De melodie is van [[Johannes Gijsbertus Bastiaans ]] (1812-1875).  Voor een modernere vertaling van dit lied, zie [[Er is uit 's werelds duistere wolken]]
+
'''Daar is uit 's werelds duist're wolken''' is een kerstlied uit de 19e eeuw. De tekst is van [[Nicolaas Beets]] (1814-1903). Voor de [[Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen]] kreeg het lied een melodie van [[Johannes Gijsbertus Bastiaans]] (1812-1875).  Voor een moderner lied over Jesaja 9:1-6 op dezelfde melodie, zie [[Er is uit 's werelds duistere wolken]].
  
 
==Opname beluisteren==
 
==Opname beluisteren==
* Samenzang HK Bellingwolde:
+
* Samenzang Nederland zingt:
: {{youtube|8mErg8udbrU}}
+
: {{youtube|bR55JYpfKPo}}
  
 
* Stedelijke Harmonie Dokkum:
 
* Stedelijke Harmonie Dokkum:
 
: {{youtube|Uaq8EjaqjEs}}
 
: {{youtube|Uaq8EjaqjEs}}
 +
 +
* Het Urker Mannenkoor Hallelujah · M.Koekelkoren:
 +
:{{youtube|Y_aXKDsBel8}}
 +
 +
* [[Henk Lemckert]] op Orgel Abdijkerk van Loosduinen C.F. in sopraan ([https://www.liedboekzettingen.nl/category/liedboek-1973/lvk-26])
 +
:{{Audio|https://www.liedboekzettingen.nl/storage/songs/1599160794_LvK%2026%20gemengd.mp3}}
 +
 
==Tekst==
 
==Tekst==
De oorspronkelijke tekst van [[Nicolaas Beets]] luidt:
+
{| class=vatop
<poem>1
+
! origineel
Daar is uit 's werelds duist're wolken
+
! Vervolgbundel
een licht der lichten opgegaan.
+
|-
Komt tot zijn schijnsel, alle volken,
+
|
en gij, mijn ziele, bid het aan!
+
<poem>
 +
1 Daar is uit ’s werelds duistre wolken
 +
Een Licht der lichten opgegaan.
 +
Komt tot zijn schijnsel, alle volken
 +
En gij, mijn ziele! bid het aan.
 +
Het komt de schaduwen beschijnen,
 +
De zwarte schaduw van den dood;
 +
De nacht der zonde zal verdwijnen,
 +
Genade spreidt haar morgenrood.
 +
 
 +
2 Al hebt ge, o God! vermenigvuldigd
 +
De gaven van uw overvloed,
 +
Wat baat het waar zich ’t hart beschuldigt
 +
En siddrend voor u krimpen moet?
 +
Geen dubbelde oogst van most of koren
 +
Verdrijft de smarten van een ziel,
 +
Voor wie de hemel is verloren,
 +
Omdat ze, o Heer! van u verviel.
 +
 
 +
3 Maar nu, nu zullen we ons verblijden,
 +
Verblijden voor uw aangezicht!
 +
De volheid der beloofde tijden
 +
Is voor de volken aangelicht!
 +
Komt, dat we aanbiddend nederknielen
 +
En juichend roepen: God is groot!
 +
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
 +
De Heer zal spijzen met zijn brood.
 +
 
 +
4 Gij wilt met vrede tot ons komen,
 +
Met vrede en vrijheid, vreugd en eer,
 +
Het juk is van den hals genomen
 +
O God! wij zijn geen slaven meer!
 +
De staf des drijvers ligt verbroken,
 +
Aan wien ons hart zich had verkocht,
 +
En ’t wapentuig in brand gestoken
 +
Van hem, die onze ziele zocht.
 +
 
 +
5 God lof! Een kind is ons geboren,
 +
Een Zoon gegeven, door zijn kracht;
 +
De heerschappij zal Hem behooren,
 +
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
 +
Zijn naam is ''Wonderbaar''; zijn daden
 +
Zijn wondren van genade slechts:
 +
Hij brengt der ziel met schuld beladen
 +
Vergeving van den God des rechts.
 +
 
 +
6 In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
 +
De wijsheid Gods, der zielen ''Raad'';
 +
De troost zal van zijn lippen leeken,
 +
Voor Adams neergebogen zaad.
 +
Roept uit tot Hem, gij wien de zonde
 +
Geworpen heeft op ’t smartlijk bed!
 +
Gebroken harten, toont uw wonde!
 +
Hij is de ''sterke God'', die redt.
 +
 
 +
7 Aan ’t gras des velds gelijkt ons leven;
 +
Als broze bloemen bloeien wij.
 +
Zoo ras de storm zich heeft verheven,
 +
Gaat onze heerlijkheid voorbij;
 +
Maar Hij vervult alle eeuwigheden
 +
Met schatten, die zijn hand bereidt,
 +
Voor ’t harte, dat Hem heeft beleden
 +
als ''Vader van zijn eeuwigheid''.
 +
 
 +
8 O ''Vredevorst''! Gij kunt gebieden,
 +
Den vrede op aarde en in mijn ziel.
 +
Doe heel mijn ziele u tegenvlieden;
 +
Dat al wat ademt voor u kniel!
 +
Des Heeren ijver zal bewerken,
 +
Dat Hij den zetel, u bereid,
 +
Met recht en met gericht zal sterken
 +
Van nu, tot in alle eeuwigheid.
 +
</poem>
 +
|<poem>
 +
1 Daar is uit ’s werelds duistre wolken
 +
Een Licht der lichten opgegaan.
 +
Komt tot zijn schijnsel, alle volken!
 +
En gij, mijn ziele! bid het aan.
 
Het komt de schaduwen beschijnen,
 
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood.
+
De zwarte schaduw van den dood;
 
De nacht der zonde zal verdwijnen,
 
De nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.
+
Genade spreidt haar morgenrood.
2
+
 
Gij wilt met vrede tot ons komen,
+
2 Al hebt G’, o God! vermenigvuldigd
met vreed' en vrijheid, vreugd' en eer.
+
De gaven van uw overvloed,
Het juk is van de hals genomen,
+
Wat baat het waar zich ’t hart beschuldigt
God lof, wij zijn geen slaven meer!
+
En siddrend voor u krimpen moet?
 +
Geen dubbel’ oogst van most of koren
 +
Verdrijft de smarten van een ziel,
 +
Voor wie de hemel is verloren,
 +
Omdat z’, o Heer! van U verviel.
 +
 
 +
3 Maar nu, nu zullen w’ ons verblijden,
 +
Verblijden voor uw aangezigt!
 +
De volheid der beloofde tijden
 +
Is voor de volken aangelicht!
 +
Komt, dat w’ aanbiddend nederknielen
 +
En juichend roepen: God is groot!
 +
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
 +
De Heer zal spijzen met zijn brood.
 +
 
 +
4 Gij wilt met vrede tot ons komen,
 +
Met vreed en vrijheid, vreugd en eer;
 +
Het juk is van den hals genomen
 +
God lof! wij zijn geen slaven meer.
 
De staf des drijvers ligt verbroken,
 
De staf des drijvers ligt verbroken,
aan wie ons hart zich had verkocht,
+
Aan wien ons hart zich had verkocht,
en 't wapentuig in brand gestoken
+
En ’t wapentuig in brand gestoken
van hem, die onze ziele zocht.
+
Van hem, die onze ziele zocht.
3
+
 
Wat heil, een Kind is ons geboren,
+
5 Wat heil! een Kind is ons geboren,
een Zoon gegeven door Gods kracht!
+
Een Zoon gegeven door uw kracht;
De heerschappij zal Hem behoren,
+
De heerschappij zal Hem behooren;
zijn last is licht, zijn juk is zacht.
+
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar, zijn daden
+
Zijn naam is Wonderbaar; zijn daden
zijn wondren van genaad' alleen.
+
Zijn wondren van genaad alleen;
 
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
 
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
verzoend voor 't oog des Vaders treen.
+
Verzoend voor ’t oog des Vaders treên.
4
+
 
o Vredevorst, Gij kunt gebieden
+
6 In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
de vreed' op aard' en in mijn ziel!
+
De wijsheid Gods, der zielen raad;
Doe alle volken tot U vlieden,
+
De troost zal van zijn lippen leken
dat al wat ademt voor U kniel!
+
Voor Adams neêrgebogen zaad.
Des Heren ijver zal bewerken,
+
Roept uit tot Hem, gij, wien de zonde
dat Hij de zetel, U bereid,
+
Geworpen heeft op ’t smartlijkst bed!
met recht en met gericht zal sterken.
+
Gebroken hart! toon Hem uw wonde,
Hem zij de lof in eeuwigheid!</poem>
+
Hij heet: „de sterke God, die redt.” [NHB: Hij is...]
  
 +
7 O Vredevorst! Gij kunt gebieden
 +
Den vreed op aard en in mijn ziel!
 +
Doe elken zondaar tot U vlieden;
 +
Dat al wat ademt voor U kniel’!
 +
Dit zal de God des heils bewerken;
 +
Hij zal den zetel, u bereid,
 +
Met regt en met geregte sterken:
 +
Hem zij de lof in eeuwigheid.
 +
</poem>
 +
|}
 +
Origineel uit: ''Dichtwerken van Nicolaas Beets, 1830-1873. Volledige uitgave, naar tijdsorde gerangschikt en herzien'', Tweede Deel, Amsterdam: W.H. Kirberger, 1878, p.&nbsp;324-326
  
 
==Muziek==
 
==Muziek==
Regel 83: Regel 196:
  
 
==Hymnologische informatie==
 
==Hymnologische informatie==
* Er is ook een andere berijming van dit lied van de dichter [[André Troost]]. Deze staat o.a. in [[Liedboek 2013]] en [[Weerklank]]. Zie daarvoor de pagina [[Er is uit 's werelds duistere wolken]].
+
* Over de veranderingen die zijn aangebracht toen het lied in de [[Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen]] (229) werd opgenomen, zie A.W. Bronsveld, ''De Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen'', Wageningen: Veenman, 1927, p.&nbsp;89.
* De bewerking in [[Weerklank]] (lied 17) heeft voornamelijk de persoonsvormen gewijzigd: gij wordt u, en de oude vervoegingen 'der' en 'des' zijn eveneens gewijzigd.
+
* De [[Hervormde Bundel 1938]] (10) volgt, op een enkel detail na, de uitgave in de [[Vervolgbundel]].
 +
* De [[Zangbundel Joh. de Heer]] laat de verzen 2, 3 en 6 uit de versie van de [[Vervolgbundel]] weg, en vervangt in het laatste couplet 'met recht en met gerechte sterken' door 'met recht en met gerichte sterken'. De [[Liederen voor de Gemeentezang]] moderniseren de JdH-tekst en keren de volgorde van de middlste 2 strofen om.
 +
* Het [[Liedboek voor de kerken]] laat uit de versie van de [[Vervolgbundel]] ook de verzen 2, 3 en 6 weg, en herschrijft het laatste couplet tot
 +
<poem>
 +
O Vredevorst, Gij kunt gebieden
 +
de vreed’ op aard en in mijn ziel!
 +
Doe alle volken tot U vlieden,
 +
dat al wat ademt voor u kniel!
 +
Des Heren ijver zal bewerken,
 +
dat Hij de zetel, U bereid,
 +
Met recht en met gericht zal sterken.
 +
Hem zij de lof in eeuwigheid!
 +
</poem>
 +
* A.C. Honders wijst in het ''Compendium'' bij de 491 gezangen (196) op de verschuivingen in de 3e regel van het laatste couplet in de diverse uitgaven: 'Doe heel mijn ziele u tegenvlieden' ➝ 'Doe elken zondaar tot U vlieden' ➝ 'Doe alle volken tot U vlieden'.
 +
* De bewerking in [[Weerklank]] (17) heeft voornamelijk de persoonsvormen gewijzigd: gij wordt u, en de oude verbuigingen 'der' en 'des' zijn eveneens gewijzigd. Ze gaat uit van de tekst van de [[Hervormde Bundel 1938]], maar bewerkt alleen de verzen die ook in het [[Liedboek voor de kerken]] staan.
 +
* De [[Geestelijke Liederenschat 1935]] heeft de strofen 1 tm 5 en 8 van het origineel, hier en daar wat bewerkt.(no. 143).  Het heeft daarnaast strofe 7 van het origineel  '''Aan ’t gras des velds gelijkt ons leven''' als een afzonderlijk lied. (no. 427) op een melodie van [[Cesar Hinderdaal]]

Huidige versie van 2 apr 2024 om 19:44

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Liedboek voor de kerken Gezang 26 Op Toonhoogte 2015 76 Weerklank 17 (b) Zangbundel Joh. de Heer 593
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
Daar is uit 's werelds duist're wolken
Kerstpsalm
Deel van Vier Psalmen
Vorm Strofelied
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode 1846
Tekst
Dichter Nicolaas Beets
Vertaler A. Schroten (b)
Henk van 't Veld (b)
Bijbelplaats Jesaja 9:1-6
Metrisch 9-8-9-8-9-8-9-8
Muziek
Componist Johannes Gijsbertus Bastiaans
Cesar Hinderdaal (b)
Melodie Daar is uit 's werelds duistre wolken
Solmisatie 5-1-5-6-3-4-5-3-1
Gebruik
Kerkelijk jaar Kerstnacht
Kerstmorgen
Liedbundels
Liedboek voor de kerken Gezang 26
Op Toonhoogte 2015 76
Weerklank 17 (b)
Zangbundel Joh. de Heer 593
Gezangboek EBG 118
Hervormde Bundel 1938 10
Liederen van het Leger des Heils 450
Op Toonhoogte 63
Uit aller mond 29
119 Gezangen 22
Liederen voor de Gemeentezang 161
Liedbundel met Bijbellezingen 264
E&R-liedbundel 1 91
Vervolgbundel Evang. Gezangen 229
Geestelijke Liederenschat 1935 143.
Geestelijke Liederenschat 1935 427

Daar is uit 's werelds duist're wolken is een kerstlied uit de 19e eeuw. De tekst is van Nicolaas Beets (1814-1903). Voor de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen kreeg het lied een melodie van Johannes Gijsbertus Bastiaans (1812-1875). Voor een moderner lied over Jesaja 9:1-6 op dezelfde melodie, zie Er is uit 's werelds duistere wolken.

Opname beluisteren

  • Samenzang Nederland zingt:
  • Stedelijke Harmonie Dokkum:
  • Het Urker Mannenkoor Hallelujah · M.Koekelkoren:

Tekst

origineel Vervolgbundel

1 Daar is uit ’s werelds duistre wolken
Een Licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken
En gij, mijn ziele! bid het aan.
Het komt de schaduwen beschijnen,
De zwarte schaduw van den dood;
De nacht der zonde zal verdwijnen,
Genade spreidt haar morgenrood.

2 Al hebt ge, o God! vermenigvuldigd
De gaven van uw overvloed,
Wat baat het waar zich ’t hart beschuldigt
En siddrend voor u krimpen moet?
Geen dubbelde oogst van most of koren
Verdrijft de smarten van een ziel,
Voor wie de hemel is verloren,
Omdat ze, o Heer! van u verviel.

3 Maar nu, nu zullen we ons verblijden,
Verblijden voor uw aangezicht!
De volheid der beloofde tijden
Is voor de volken aangelicht!
Komt, dat we aanbiddend nederknielen
En juichend roepen: God is groot!
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
De Heer zal spijzen met zijn brood.

4 Gij wilt met vrede tot ons komen,
Met vrede en vrijheid, vreugd en eer,
Het juk is van den hals genomen
O God! wij zijn geen slaven meer!
De staf des drijvers ligt verbroken,
Aan wien ons hart zich had verkocht,
En ’t wapentuig in brand gestoken
Van hem, die onze ziele zocht.

5 God lof! Een kind is ons geboren,
Een Zoon gegeven, door zijn kracht;
De heerschappij zal Hem behooren,
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar; zijn daden
Zijn wondren van genade slechts:
Hij brengt der ziel met schuld beladen
Vergeving van den God des rechts.

6 In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
De wijsheid Gods, der zielen Raad;
De troost zal van zijn lippen leeken,
Voor Adams neergebogen zaad.
Roept uit tot Hem, gij wien de zonde
Geworpen heeft op ’t smartlijk bed!
Gebroken harten, toont uw wonde!
Hij is de sterke God, die redt.

7 Aan ’t gras des velds gelijkt ons leven;
Als broze bloemen bloeien wij.
Zoo ras de storm zich heeft verheven,
Gaat onze heerlijkheid voorbij;
Maar Hij vervult alle eeuwigheden
Met schatten, die zijn hand bereidt,
Voor ’t harte, dat Hem heeft beleden
als Vader van zijn eeuwigheid.

8 O Vredevorst! Gij kunt gebieden,
Den vrede op aarde en in mijn ziel.
Doe heel mijn ziele u tegenvlieden;
Dat al wat ademt voor u kniel!
Des Heeren ijver zal bewerken,
Dat Hij den zetel, u bereid,
Met recht en met gericht zal sterken
Van nu, tot in alle eeuwigheid.

1 Daar is uit ’s werelds duistre wolken
Een Licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken!
En gij, mijn ziele! bid het aan.
Het komt de schaduwen beschijnen,
De zwarte schaduw van den dood;
De nacht der zonde zal verdwijnen,
Genade spreidt haar morgenrood.

2 Al hebt G’, o God! vermenigvuldigd
De gaven van uw overvloed,
Wat baat het waar zich ’t hart beschuldigt
En siddrend voor u krimpen moet?
Geen dubbel’ oogst van most of koren
Verdrijft de smarten van een ziel,
Voor wie de hemel is verloren,
Omdat z’, o Heer! van U verviel.

3 Maar nu, nu zullen w’ ons verblijden,
Verblijden voor uw aangezigt!
De volheid der beloofde tijden
Is voor de volken aangelicht!
Komt, dat w’ aanbiddend nederknielen
En juichend roepen: God is groot!
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
De Heer zal spijzen met zijn brood.

4 Gij wilt met vrede tot ons komen,
Met vreed en vrijheid, vreugd en eer;
Het juk is van den hals genomen
God lof! wij zijn geen slaven meer.
De staf des drijvers ligt verbroken,
Aan wien ons hart zich had verkocht,
En ’t wapentuig in brand gestoken
Van hem, die onze ziele zocht.

5 Wat heil! een Kind is ons geboren,
Een Zoon gegeven door uw kracht;
De heerschappij zal Hem behooren;
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar; zijn daden
Zijn wondren van genaad alleen;
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
Verzoend voor ’t oog des Vaders treên.

6 In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
De wijsheid Gods, der zielen raad;
De troost zal van zijn lippen leken
Voor Adams neêrgebogen zaad.
Roept uit tot Hem, gij, wien de zonde
Geworpen heeft op ’t smartlijkst bed!
Gebroken hart! toon Hem uw wonde,
Hij heet: „de sterke God, die redt.” [NHB: Hij is...]

7 O Vredevorst! Gij kunt gebieden
Den vreed op aard en in mijn ziel!
Doe elken zondaar tot U vlieden;
Dat al wat ademt voor U kniel’!
Dit zal de God des heils bewerken;
Hij zal den zetel, u bereid,
Met regt en met geregte sterken:
Hem zij de lof in eeuwigheid.

Origineel uit: Dichtwerken van Nicolaas Beets, 1830-1873. Volledige uitgave, naar tijdsorde gerangschikt en herzien, Tweede Deel, Amsterdam: W.H. Kirberger, 1878, p. 324-326

Muziek

Muziekuitgaven

Zie het artikel Zie Daar is uit 's werelds duistre wolken (melodie) voor een overzicht van alle (orgel)literatuur en koorbewerkingen van deze melodie.

Hymnologische informatie

O Vredevorst, Gij kunt gebieden
de vreed’ op aard en in mijn ziel!
Doe alle volken tot U vlieden,
dat al wat ademt voor u kniel!
Des Heren ijver zal bewerken,
dat Hij de zetel, U bereid,
Met recht en met gericht zal sterken.
Hem zij de lof in eeuwigheid!

  • A.C. Honders wijst in het Compendium bij de 491 gezangen (196) op de verschuivingen in de 3e regel van het laatste couplet in de diverse uitgaven: 'Doe heel mijn ziele u tegenvlieden' ➝ 'Doe elken zondaar tot U vlieden' ➝ 'Doe alle volken tot U vlieden'.
  • De bewerking in Weerklank (17) heeft voornamelijk de persoonsvormen gewijzigd: gij wordt u, en de oude verbuigingen 'der' en 'des' zijn eveneens gewijzigd. Ze gaat uit van de tekst van de Hervormde Bundel 1938, maar bewerkt alleen de verzen die ook in het Liedboek voor de kerken staan.
  • De Geestelijke Liederenschat 1935 heeft de strofen 1 tm 5 en 8 van het origineel, hier en daar wat bewerkt.(no. 143). Het heeft daarnaast strofe 7 van het origineel Aan ’t gras des velds gelijkt ons leven als een afzonderlijk lied. (no. 427) op een melodie van Cesar Hinderdaal