Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

De lofzang klimt uit Sions zalen: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(top)
k (Opname beluisteren: audio)
 
(5 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Infobox lied
 
{{Infobox lied
|Liedbundels={{Ld lb|Psalmberijming van 1773|65}}
 
 
|beginregel=De lofzang klimt uit Sions zalen
 
|beginregel=De lofzang klimt uit Sions zalen
 
|vorm=Strofelied;
 
|vorm=Strofelied;
Regel 6: Regel 5:
 
|land=Nederland
 
|land=Nederland
 
|Psalm=65
 
|Psalm=65
|dichter1=Hendrik Hasper
+
|Psalmberijming=Psalmberijming van 1773
 +
|dichter1=Johannes Eusebius Voet
 
|metrisch1=9-6-9-6-9-6-9-6
 
|metrisch1=9-6-9-6-9-6-9-6
 
|Bijbel1-boek=Psalm
 
|Bijbel1-boek=Psalm
Regel 14: Regel 14:
 
|solmisatie1=3-3-3-6-3-4-3-2-1
 
|solmisatie1=3-3-3-6-3-4-3-2-1
 
|JdH=359
 
|JdH=359
 +
|Liedbundels={{Ld lb|Psalmberijming van 1773|65}}
 
}}
 
}}
'''De lofzang klimt uit Sions zalen''' is een berijming van [[Psalm 65]] door [[Hendrik Hasper]]. De melodie is van [[Psalm 72 (melodie)|Psalm 72]] uit de [[Geneefse Psalmen]].
+
'''De lofzang klimt uit Sions zalen''' is een berijming van [[Psalm 65]] in de [[Psalmberijming van 1773]]. De melodie is van [[Psalm 72 (melodie)|Psalm 72]] uit de [[Geneefse Psalmen]].  
Zowel in [[Weerklank]] als in het [[Gereformeerd Kerkboek]] is de beginregel gewijzigd in [[De lofzang klinkt uit Sions zalen]] en is de tekst op veel plaatsen aangepast. Daarbij is niet vermeld wie de bewerker van de tekst is (geweest), maar geldt uitsluitend Hendrik Hasper als auteur.
 
  
 
== Opname beluisteren ==
 
== Opname beluisteren ==
 
* Melodie gespeeld door Adriaan Arkeraats in de notatie van [[Liedboek]] (2013):
 
* Melodie gespeeld door Adriaan Arkeraats in de notatie van [[Liedboek]] (2013):
: <html5media>File:Psalm_65_en_72_-_Adriaan_Arkeraats.mp3</html5media>
+
: {{Audio|Psalm_65_en_72_-_Adriaan_Arkeraats.mp3}}
  
 
==Tekst==
 
==Tekst==
Uit de [[Zangbundel Joh de Heer]] . Deze mist de strofen 3,  6, 7 en 8.
 
In [[Weerklank]] en het [[Gereformeerd Kerkboek]] is deze tekst op veel plaatsen aangepast.
 
 
<poem>
 
<poem>
1
+
1 De lofzang klimt uit Sions zaalen
  De lofzang klimt uit Sions zalen
+
Tot U, met stil ontzag;
  tot U met stil ontzag.
+
Daar zal mijn U, o God! betaalen
  Daar zal men U, o God, betalen
+
Geloften, dag bij dag:
  geloften, dag bij dag.
+
Gij hoort hen, die uw heil verwachten,
  Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
+
O Hoorder der gebeên!
  o Hoorder der gebeên.
+
Dies zullen allerlei geslachten
  Dies zullen allerlei geslachten
+
Ootmoedig tot U treên.
  ootmoedig tot U treén.
+
 
2
+
2 Een stroom van ongerechtigheden
  Een stroom van ongerechtigheden
+
Had d’ overhand op mij;
  had d' overhand op mij,
+
Maar ons weêrspannig overtreeden
  maar ons weerspannig overtreden
+
Verzoent en zuivert Gij.
  verzoent en zuivert Gij.
+
Welzalig, dien Gij hebt verkooren,
  Welzalig, die Gij hebt verkoren,
+
Dien G’ uit al ’t aardsch gedruisch
  die G' uit al 't aards gedruis
+
Doet naadren, en uw heilstem hooren,
  doet naad'ren en Uw heilstem horen,
+
Ja woonen in uw huis.
  ja, wonen in Uw huis.
+
 
4
+
3 Daar zal ons ’t goede van uw wooning
  O onze God, o vast vertrouwen
+
Verzaaden, reis op reis,
  van 't allerverste land,
+
En ’t heilig deel, o groote Koning!
  op wie al 's aardrijks einden bouwen
+
Van uw geducht paleis.
  en 't wijdstgelegen strand!
+
Gij, Gij zult vreesselijke dingen
  Gij, die de hemelhoge bergen
+
Ons, in gerechtigheid,
  doet pal staan door Uw kracht,
+
Doen hooren, en ons blij doen zingen
  zodat zij vloed en stormen tergen,
+
Van ’t heil, voor ons bereid.
  Gij zijt omgord met macht!
+
 
5
+
4 O onze God! o vast vertrouwen
  't Gebruis der zee doet Gij bedaren,
+
Van ’t allerverste land,
  daar Gij haar golven stilt.
+
Op wien al ’s aardrijks einden bouwen,
  't Rumoer der volken als der baren
+
En ’t wijdstgelegen strand!
  betoomt Gij, waar Gij wilt.
+
Gij, die de hemelhooge bergen
  Wie d' einden dezer aard' bewonen,
+
Doet pal staan door uw kracht,
  aanschouwen dag aan dag de teek'nen,
+
Zoodat zij vloed en stormen tergen,
  die Uw almacht tonen,
+
Gij zijt omgord met magt.
  met vrees en diep ontzag.
+
 
9
+
5 ’t Gebruisch der zee doet Gij bedaaren,
  De velden zijn bedekt met kudden,
+
Daar Gij haar golven stilt;
  de dalen zijn bekleed
+
’t Rumoer der volken, als der baaren,
  met halmen, die van zwaarte schudden
+
Betoomt Ge, waar Gij wilt.
  en lonen 's landsman zweet.
+
Die d’ einden dezer aard bewoonen,
  Zij juichen elk op zijne wijze,
+
Aanschouwen, dag aan dag,
  Uw eer klimt uit het stof.
+
De teeknen, die uw almagt toonen,
  Zij zingen Uwen naam ten prijze
+
Met vreez’ en diep ontzag.
  Uw goedheid en Uw lof.</poem>
+
 
 +
Pauze
 +
 
 +
6 Gij geeft, dat d’ uitgang van den morgen
 +
En van den avond juich’;
 +
En dat men U, voor al uw zorgen,
 +
Ootmoedig dank betuig’.
 +
Het land bezoekt Gij met uw’ zegen,
 +
En, door U droog gemaakt,
 +
Verrijkt Gij ’t grootlijks weêr met regen,
 +
Die tot den wortel raakt.
 +
 
 +
7 De Godsrivier doet G’ overvloeien,
 +
En op ’t bereide land
 +
Het nuttig koren weelig groeien.
 +
Uw goddelijke hand
 +
Maakt d’ opgeploegde voren dronken,
 +
Tot uit de weeke kluit,
 +
Daar ’t dropplend nat is ingezonken,
 +
Gezegend voedsel spruit.
 +
 
 +
8 Uw goedheid kroont de jaargetijen:
 +
Waar Gij uw’ voetstap zet,
 +
Daar doet Gij ’t al ten zegen dijen;
 +
Daar druipt het al van vet.
 +
Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
 +
Zijn weide blijft niet droog;
 +
De heuvels steeken blijde toppen
 +
Met lachend groen omhoog.
 +
 
 +
9 De velden zijn bedekt met kudden;
 +
De dalen zijn bekleed
 +
Met halmen, die van zwaarte schudden,
 +
En loonen ’s landsmans zweet.
 +
Zij juichen, elk op zijne wijze;
 +
Uw eer klimt uit het stof;
 +
Zij zingen, uwen naam ten prijze,
 +
Uw goedheid en uw’ lof.
 +
</poem>
 +
 
 +
==Hymnologische informatie==
 +
* In de [[Zangbundel Joh. de Heer]] ontbreken de strofen 3, 6, 7 en 8 uit de bovenstaande berijming; het lied is pas in de 28e uitgave (1991) opgenomen.
 +
* Zowel in [[Weerklank]] als in het [[Gereformeerd Kerkboek]] staat een andere berijming van [[Hendrik Hasper]] met een bijna gelijke beginregel [[De lofzang klinkt uit Sions zalen]].
 +
 
 +
 
 +
{{Navigatie Psalmberijming van 1773}}

Huidige versie van 17 jul 2023 om 08:04

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Zangbundel Joh. de Heer 359
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De lofzang klimt uit Sions zalen
Vorm Strofelied
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Psalm 65
Schrijver David (volgens opschrift)
Type Dankpsalm
Latijnse titel Te decet hymnus
Vulgaat Psalm 64
Berijming Psalmberijming van 1773
Tekst
Dichter Johannes Eusebius Voet
Bijbelplaats Psalm 65
Metrisch 9-6-9-6-9-6-9-6
Muziek
Melodie Psalm 72
Herkomst 1543/Lyon 1548
Solmisatie 3-3-3-6-3-4-3-2-1
Liedbundels
Zangbundel Joh. de Heer 359
Psalmberijming van 1773 65

De lofzang klimt uit Sions zalen is een berijming van Psalm 65 in de Psalmberijming van 1773. De melodie is van Psalm 72 uit de Geneefse Psalmen.

Opname beluisteren

  • Melodie gespeeld door Adriaan Arkeraats in de notatie van Liedboek (2013):

Tekst

1 De lofzang klimt uit Sions zaalen
Tot U, met stil ontzag;
Daar zal mijn U, o God! betaalen
Geloften, dag bij dag:
Gij hoort hen, die uw heil verwachten,
O Hoorder der gebeên!
Dies zullen allerlei geslachten
Ootmoedig tot U treên.

2 Een stroom van ongerechtigheden
Had d’ overhand op mij;
Maar ons weêrspannig overtreeden
Verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, dien Gij hebt verkooren,
Dien G’ uit al ’t aardsch gedruisch
Doet naadren, en uw heilstem hooren,
Ja woonen in uw huis.

3 Daar zal ons ’t goede van uw wooning
Verzaaden, reis op reis,
En ’t heilig deel, o groote Koning!
Van uw geducht paleis.
Gij, Gij zult vreesselijke dingen
Ons, in gerechtigheid,
Doen hooren, en ons blij doen zingen
Van ’t heil, voor ons bereid.

4 O onze God! o vast vertrouwen
Van ’t allerverste land,
Op wien al ’s aardrijks einden bouwen,
En ’t wijdstgelegen strand!
Gij, die de hemelhooge bergen
Doet pal staan door uw kracht,
Zoodat zij vloed en stormen tergen,
Gij zijt omgord met magt.

5 ’t Gebruisch der zee doet Gij bedaaren,
Daar Gij haar golven stilt;
’t Rumoer der volken, als der baaren,
Betoomt Ge, waar Gij wilt.
Die d’ einden dezer aard bewoonen,
Aanschouwen, dag aan dag,
De teeknen, die uw almagt toonen,
Met vreez’ en diep ontzag.

Pauze

6 Gij geeft, dat d’ uitgang van den morgen
En van den avond juich’;
En dat men U, voor al uw zorgen,
Ootmoedig dank betuig’.
Het land bezoekt Gij met uw’ zegen,
En, door U droog gemaakt,
Verrijkt Gij ’t grootlijks weêr met regen,
Die tot den wortel raakt.

7 De Godsrivier doet G’ overvloeien,
En op ’t bereide land
Het nuttig koren weelig groeien.
Uw goddelijke hand
Maakt d’ opgeploegde voren dronken,
Tot uit de weeke kluit,
Daar ’t dropplend nat is ingezonken,
Gezegend voedsel spruit.

8 Uw goedheid kroont de jaargetijen:
Waar Gij uw’ voetstap zet,
Daar doet Gij ’t al ten zegen dijen;
Daar druipt het al van vet.
Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
Zijn weide blijft niet droog;
De heuvels steeken blijde toppen
Met lachend groen omhoog.

9 De velden zijn bedekt met kudden;
De dalen zijn bekleed
Met halmen, die van zwaarte schudden,
En loonen ’s landsmans zweet.
Zij juichen, elk op zijne wijze;
Uw eer klimt uit het stof;
Zij zingen, uwen naam ten prijze,
Uw goedheid en uw’ lof.

Hymnologische informatie