Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
De lofzang klimt uit Sions zalen
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
De lofzang klimt uit Sions zalen | ||
Vorm | Strofelied | |
Herkomst | ||
Taal | Nederlands | |
Land | Nederland | |
Psalm 65 | ||
Schrijver | David (volgens opschrift) | |
Type | Dankpsalm | |
Latijnse titel | Te decet hymnus | |
Vulgaat | Psalm 64 | |
Berijming | Psalmberijming van 1773 | |
Tekst | ||
Dichter | Johannes Eusebius Voet | |
Bijbelplaats | Psalm 65 | |
Metrisch | 9-6-9-6-9-6-9-6 | |
Muziek | ||
Melodie | Psalm 72 | |
Herkomst | 1543/Lyon 1548 | |
Solmisatie | 3-3-3-6-3-4-3-2-1 | |
Liedbundels | ||
Zangbundel Joh. de Heer 359 | ||
Psalmberijming van 1773 65 |
De lofzang klimt uit Sions zalen is een berijming van Psalm 65 in de Psalmberijming van 1773. De melodie is van Psalm 72 uit de Geneefse Psalmen.
Opname beluisteren
- Melodie gespeeld door Adriaan Arkeraats in de notatie van Liedboek (2013):
- <html5media>File:Psalm_65_en_72_-_Adriaan_Arkeraats.mp3</html5media>
Tekst
1. De lofzang klimt uit Sions zalen
tot U met stil ontzag.
Daar zal men U, o God, betalen
geloften, dag bij dag.
Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
o Hoorder der gebeên.
Dies zullen allerlei geslachten
ootmoedig tot U treén.
2. Een stroom van ongerechtigheden
had d' overhand op mij,
maar ons weerspannig overtreden
verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, die Gij hebt verkoren,
die G' uit al 't aards gedruis
doet naad'ren en Uw heilstem horen,
ja, wonen in Uw huis.
3. Daar zal ons 't goede van Uw woning
Verzaden, reis op reis,
En 't heilig deel, o grote Koning,
Van Uw geducht paleis.
Gij, Gij zult vreselijke dingen
Ons, in gerechtigheid,
Doen horen, en ons blij doen zingen
Van 't heil, voor ons bereid.
4. O onze God, o vast vertrouwen
van 't allerverste land,
op wie al 's aardrijks einden bouwen
en 't wijdstgelegen strand!
Gij, die de hemelhoge bergen
doet pal staan door Uw kracht,
zodat zij vloed en stormen tergen,
Gij zijt omgord met macht!
5. 't Gebruis der zee doet Gij bedaren,
daar Gij haar golven stilt.
't Rumoer der volken als der baren
betoomt Gij, waar Gij wilt.
Wie d' einden dezer aard' bewonen,
aanschouwen dag aan dag de teek'nen,
die Uw almacht tonen,
met vrees en diep ontzag.
6. Gij geeft, dat d' uitgang van den morgen
En van den avond juicht,
En dat men U voor al Uw zorgen
Ootmoedig dank betuigt.
Het land bezoekt Gij met Uw zegen,
En, door U droog gemaakt,
Verrijkt Gij 't grootlijks weer met regen,
Die tot den wortel raakt.
7. De Godsrivier doet G' overvloeien,
En op 't bereide land,
Het nuttig koren welig groeien;
Uw Goddelijke hand
Maakt d' opgeploegde voren dronken,
Tot uit de weke kluit,
Waar 't dropp'lend nat is ingezonken,
Gezegend voedsel spruit.
8. Uw goedheid kroont de jaargetijen;
Waar Gij Uw voetstap zet,
Daar doet Gij 't al ten zegen dijen,
Daar druipt het al van vet.
Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
Zijn weide blijft niet droog;
De heuvels steken blijde toppen
Met lachend groen omhoog.
9. De velden zijn bedekt met kudden,
de dalen zijn bekleed
met halmen, die van zwaarte schudden
en lonen 's landsman zweet.
Zij juichen elk op zijne wijze,
Uw eer klimt uit het stof.
Zij zingen Uwen naam ten prijze
Uw goedheid en Uw lof.
Hymnologische informatie
- In de Zangbundel Joh. de Heer ontbreken de strofen 3, 6, 7 en 8 uit de bovenstaande berijming; het lied is pas in de 28e uitgave (1991) opgenomen.
- Zowel in Weerklank als in het Gereformeerd Kerkboek staat een andere berijming van Hendrik Hasper met een bijna gelijke beginregel De lofzang klinkt uit Sions zalen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 |