Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

't Hijgend hert, der jacht ontkomen: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k
 
(26 tussenliggende versies door 6 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Beginnetje}}
+
{{Infobox lied
PSALM 42
+
|beginregel='t Hijgend hert, der jacht ontkomen
 +
|taal=Nederlands
 +
|land=Nederland
 +
|periode=18e eeuw
 +
|Psalm=42
 +
|Psalmberijming=Psalmberijming van 1773
 +
|dichter1=Genootschap Laus Deo, Salus Populo
 +
|metrisch1=8-7-8-7-7-7-8-8
 +
|componist1=Loys Bourgeois
 +
|herkomst melodie1=Genève 1551
 +
|solmisatie1=1-2-3-2-1-7-6-5
 +
|OT2=15
 +
|JdH=351
 +
|Liedbundels={{Ld lb|Op Toonhoogte|7}}{{Ld lb|Psalmberijming van 1773|42}}{{Ld lb|Geestelijke Liederen 2016|279}}
 +
}}
 +
''' 't Hijgend hert der jacht ontkomen''' is een berijming van [[Psalm 42]] uit de collectie [[Psalmberijming van 1773]].
 +
 
 +
==Opname beluisteren==
 +
{{youtube|GL0sOgEThPs}}
 +
 
 +
==Tekst==
 
<poem>
 
<poem>
1   't Hijgend hert, der jacht ontkomen,
+
1 ’t Hijgend hert, de jagt ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
+
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frisse waterstromen,
+
Van de frissche waterstroomen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
+
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER';
+
Ja, mijn ziel dorst naar den Heer:
God des levens, ach, wanneer
+
God des levens, ach! wanneer
Zal ik naadren voor Uw ogen,
+
Zal ik naadren voor uw oogen,
In Uw huis Uw Naam verhogen?
+
In uw huis uw’ naam verhoogen?
  
2   'k Heb mijn tranen, onder 't klagen,
+
2 ’k Heb mijn traanen, onder ’t klaagen,
Tot mijn spijze, dag en nacht;
+
Tot mijn spijze, dag en nacht,
Daar mij spotters durven vragen;
+
Daar mij spotters durven vraagen:
"Waar is God, dien gij verwacht?",
+
„Waar is God, dien gij verwacht?
Mijn benauwde ziel versmelt,
+
Mijn benaauwde ziel versmelt,
Als zij zich voor ogen stelt,
+
Als zij zich voor oogen stelt,
Hoe ik onder stem en snaren,
+
Hoe ik, onder stem en snaaren,
Feest hield met Gods blijde scharen.
+
Feest hield met Gods blijde schaaren.
  
3   O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
+
3 O mijn ziel! wat buigt g’ u neder?
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
+
Waartoe zijt g’ in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
+
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust;
+
Zoek in ’s Hoogsten lof uw’ lust:
Want Gods goedheid zal uw druk
+
Want Gods goedheid zal uw’ druk
Eens verwisslen in geluk.
+
Eens verwisslen in geluk.
Hoop op God, sla 't oog naar boven;
+
Hoop op God; sla ’t oog naar boven,
Want ik zal Zijn Naam nog loven.
+
Want ik zal zijn’ naam nog looven.
  
4   'k Denk aan U, o God, in 't klagen,
+
4 ’k Denk aan U, o God! in ’t klaagen,
Uit de landstreek der Jordaan.
+
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe 'k Hermon wagen;
+
Van mijn leed doe ’k Hermon waagen;
'k Roep van 't klein gebergt' U aan.
+
’k Roep van ’t klein gebergt U aan.
'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
+
’k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar 't gedruis der waatren groeit,
+
Daar ’t gedruis der waatren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
+
Daar uw golven, daar uw baaren
Mijn benauwde ziel vervaren.
+
Mijn benaauwde ziel vervaaren.
  
5  Maar de HEER' zal uitkomst geven,
+
Pauze
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt.
 
'k Zal in dit vertrouwen leven,
 
En dat melden in mijn lied;
 
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
 
Zingen, daar ik Hem verwacht;
 
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
 
Tot den God mijns levens heffen.
 
  
6  'k Zal tot God, mijn steenrots, spreken:
+
5 Maar de Heer zal uitkomst geeven,
"Waarom, HEER', vergeet Gij mij?
+
Hij, die ’s daags zijn gunst gebiedt:
'k Ga in 't zwart, door rouw bezweken,
+
’k Zal in dit vertrouwen leeven,
Om mijns vijands dwinglandij,
+
En dat melden in mijn lied.
Die mij hoont, mij 't hart doorboort,
+
’k Zal zijn’ lof, zelfs in den nacht,
Dat gestaag deez' lastring hoort:
+
Zingen daar ik Hem verwacht,
Waar is God, op Wien gij bouwdet,
+
En mijn hart, wat mij moog’ treffen,
En aan Wien g' uw zaak vertrouwdet?"
+
Tot den God mijns levens heffen.
  
7   O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
+
6 ’k Zal tot God, mijn steenrots, spreeken:
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
+
„Waarom, Heer, vergeet Ge mij?
Voed het oud vertrouwen weder;
+
„’k Ga in ’t zwart, door rouw bezweeken,
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust;
+
„Om mijns vijands dwinglandij,
Menigwerf heeft Hij uw druk
+
„Die mij hoont, mij ’t hart doorboort,
Doen verandren in geluk;
+
„Dat gestaag deez’ lastring hoort:
Hoop op Hem, sla 't oog naar boven.
+
„Waar is God, op wien gij bouwdet,
Ik zal God, mijn God, nog loven.
+
„En aan wien g’ uw zaak vertrouwdet?”
 +
 
 +
7 O mijn ziel! wat buigt g’ u neder?
 +
Waartoe zijt g’ in mij ontrust?
 +
Voed het oud vertrouwen weder;
 +
Zoek in ’s Hoogsten lof uw’ lust:
 +
Menigwerf heeft Hij uw’ druk
 +
doen verandren in geluk.
 +
Hoop op Hem, sla ’t oog naar boven;
 +
Ik zal God, mijn’ God, nog looven!
 
</poem>
 
</poem>
(Berijming van 1773)
+
 
 +
==Hymnologische informatie==
 +
* Deze Psalm is opgenomen in de bundel [[Op Toonhoogte]], maar dan alleen de strofen 1, 3 en 5.
 +
* De [[Zangbundel Joh. de Heer]] bood in eerste instantie alleen de strofen 1, 3 en 5, maar voegde in 1991 de strofen 2, 4 en 7 toe (netto: laat strofe 6 weg). De [[Geestelijke Liederen 2016]] coen het met strofe 1 en 5.
 +
 
 +
{{Navigatie Psalmberijming van 1773}}

Huidige versie van 6 jan 2024 om 20:16

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):
Op Toonhoogte 2015 15 Zangbundel Joh. de Heer 351
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.
't Hijgend hert, der jacht ontkomen
Herkomst
Taal Nederlands
Land Nederland
Periode 18e eeuw
Psalm 42
Schrijver Zonen van Korach (volgens opschrift)
Type Klaagzang
Latijnse titel Quemadmodum
Vulgaat Psalm 41
Berijming Psalmberijming van 1773
Tekst
Dichter Genootschap Laus Deo, Salus Populo
Metrisch 8-7-8-7-7-7-8-8
Muziek
Componist Loys Bourgeois
Herkomst Genève 1551
Solmisatie 1-2-3-2-1-7-6-5
Liedbundels
Op Toonhoogte 2015 15
Zangbundel Joh. de Heer 351
Op Toonhoogte 7
Psalmberijming van 1773 42
Geestelijke Liederen 2016 279

't Hijgend hert der jacht ontkomen is een berijming van Psalm 42 uit de collectie Psalmberijming van 1773.

Opname beluisteren

Tekst

1 ’t Hijgend hert, de jagt ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frissche waterstroomen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den Heer:
God des levens, ach! wanneer
Zal ik naadren voor uw oogen,
In uw huis uw’ naam verhoogen?

2 ’k Heb mijn traanen, onder ’t klaagen,
Tot mijn spijze, dag en nacht,
Daar mij spotters durven vraagen:
„Waar is God, dien gij verwacht?”
Mijn benaauwde ziel versmelt,
Als zij zich voor oogen stelt,
Hoe ik, onder stem en snaaren,
Feest hield met Gods blijde schaaren.

3 O mijn ziel! wat buigt g’ u neder?
Waartoe zijt g’ in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in ’s Hoogsten lof uw’ lust:
Want Gods goedheid zal uw’ druk
Eens verwisslen in geluk.
Hoop op God; sla ’t oog naar boven,
Want ik zal zijn’ naam nog looven.

4 ’k Denk aan U, o God! in ’t klaagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe ’k Hermon waagen;
’k Roep van ’t klein gebergt U aan.
’k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar ’t gedruis der waatren groeit,
Daar uw golven, daar uw baaren
Mijn benaauwde ziel vervaaren.

Pauze

5 Maar de Heer zal uitkomst geeven,
Hij, die ’s daags zijn gunst gebiedt:
’k Zal in dit vertrouwen leeven,
En dat melden in mijn lied.
’k Zal zijn’ lof, zelfs in den nacht,
Zingen daar ik Hem verwacht,
En mijn hart, wat mij moog’ treffen,
Tot den God mijns levens heffen.

6 ’k Zal tot God, mijn steenrots, spreeken:
„Waarom, Heer, vergeet Ge mij?
„’k Ga in ’t zwart, door rouw bezweeken,
„Om mijns vijands dwinglandij,
„Die mij hoont, mij ’t hart doorboort,
„Dat gestaag deez’ lastring hoort:
„Waar is God, op wien gij bouwdet,
„En aan wien g’ uw zaak vertrouwdet?”

7 O mijn ziel! wat buigt g’ u neder?
Waartoe zijt g’ in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in ’s Hoogsten lof uw’ lust:
Menigwerf heeft Hij uw’ druk
doen verandren in geluk.
Hoop op Hem, sla ’t oog naar boven;
Ik zal God, mijn’ God, nog looven!

Hymnologische informatie