Gezangboek der Evangelisch-Lutherse Kerk/Inhoud

Deze pagina bevat de Inhoudsopgave van de bundel Gezangboek der Evangelisch-Lutherse Kerk.

I. Advent

• 1. Christus, kom, der heid'nen Heer
• 2. Daal tot ons af, Immanuel
• 3. Verheft uw boog, o poorten wijd
• 4. Bereidt, o mensenkind'ren
• 5. Hoe zal ik U ontvangen
• 5a. Hoe zal ik U ontvangen
• 6. Op, al gij rijksgenoten
• 7. De Heer op wie wij hopen
• 8. Laat al wat leeft de Here prijzen
• 9. Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht
• 10. Nu daagt het in het Oosten
• 11. De nacht is voortgeschreden

II. Kerstfeest

• 12. Komt allen te zamen
• 13. Geen dag is zo aan vreugde rijk
• 14. Komt, zingt nu allen blij
• 15. Een roze fris ontloken
• 16. Nu zijt wellekome
• 17. Komt, verwondert u hier, mensen
• 18. Uit hoge hemel daal ik neer
• 19. U, Christus, zij ons lied gewijd
• 20. Van boven kwam der Eng'len stoet
• 21. Looft God, gij Christ'nen, al te zaam
• 22. O Kerstnacht, schoner dan de dagen
• 23. De Christenschare blij van geest
• 24. Komt, en laat ons Christus eren
• 25. Ik kniel hier bij uw kribbe neer
• 26. Vrolijk mag mijn harte springen
• 27. Dit is de dag, die God ons schenkt
• 28. Jezus, uw geboortefeest
• 29. Heil'ge nacht, u groeten wij
• 30. Zo lief had God dit boos geslacht

III. Oud- en nieuwjaar

• 31. Het oude jaar gaat henen
• 32. Het oude jaar is heengegaan
• 33. O God, die droeg ons voorgeslacht
• 34. Komt, Iaat ons samen nederknielen
• 35. Uren, dagen, maanden, jaren
• 36. Halleluja, prijst de Onbegonnen'
• 37. Heer Jezus, wees geprezen

IV. Epifaniën

• 38. O Jezus Christus, Here
• 39. Hoe heerlijk blinkt de Morgenster
• 40. Wordt verlicht, gij heidenlanden
• 41. t Licht dezer wereld is reddend verschenen
• 42. Daar is uit 's werelds duist're wolken

V. Lijdenstijd

• 43. Des Konings vanen rukken voort
• 44. Mijn Verlosser hangt aan 't kruis
• 45. O hoofd vol bloed en wonden
• 46. Aan des Heren kruis te denken
• 47. Met de tranen in haar ogen
• 48. O Christus, door wie 't al bestaat
• 49. O godd'lijk Lam, onschuldig
• 50. Noem d' overtreding mij
• 51. Als, o Jezus, onze zonden
• 52. Jezus, leven van ons leven
• 53. U treurigheid, o hart, dat lijdt
• 54. Het godd'lijk Lam gaat been
• 55. O wereld, zie uw leven
• 56. Komt, knielen wij voor Jezus samen
• 57. Als ik het wond're kruis aanschouw
• 58. Middelpunt van ons verlangen
• 59. Ontsluit, o Heer, ontvlam
• 60. Dat mij de viering van uw lijden
• 61. Jezus, uw verzoenend sterven
• 62. Een ding is mijn allerdiepst begeren
• 63. Wie heeft op aard de prediking

VI.Pasen

• 64. Christus verrezen na zijn bitter lijden
• 65. Halleluja, de blijde toon
• 66. Christus, voor onze zonden
• 67. Jezus Christus, onze Heiland
• 68. Verschenen is de zaal'ge dag
• 69. Geloofd zij God op hoge troon
• 70. Zingt nu verheugd
• 71. Nu triomfeert de Zoon van God
• 72. Jezus is ons licht en leven
• 73. Spring op, mijn hart, wees blijde
• 74. O christenschaar, verban uw druk
• 75. Volk Gods, herinner u verheugd
• 76. Halleluja, lof en ere
• 77. Ja, amen, Jezus is in 't leven
• 78. O zegt het allen, dat Hij leeft

VII. Hemelvaart

• 79. De Christus Gods ten hemel vaart
• 80. Wij knielen voor uw zetel neer
• 81. Gij, Jezus, die ten troon verheven
• 82. Gij, Jezus Christus, opgestegen

VIII. Pinksteren

• 83. Kom, Schepper God, o Heil'ge Geest
• 84. Nu bidden wij de Heilige Geest
• 85. Kom, Heilige Geest, God en Heer
• 86. Geest des Heren, kom van boven
• 87. O Heilige Geest, o Heilige God
• 88. Bron der hoogste zaligheden
• 89. Daal in ons, o stroom van leven
• 90. Komt alien, deze dag

IX. Trinitatis

• 91. De hoge God alleen zij eer
• 92. God en Vader, sta ons bij

X. Einde van het kerkjaar

• 93. Voorwaar, ophanden is de tijd
• 94. Op, waakt op, zo klinkt de horen
• 95. Heer Jezus Christus, Vredevorst
• 96. Jeruzalem, gij schone stad
• 97. Ja. Jezus Christus, Gij zult heersen
• 98. Slaat d'ogen naar 't gebergte henen
• 99. Ene kudde zal 't eens zijn
• 100. Wachter op de heil'ge muren
• 101. Waterstromen wil Ik gieten
• 102. Wachter, hoever is de nacht?
• 103. Toch overwint eens de genade

XI. Liturgische stukken

• 104. Kyrie, God Vader in eeuwigheid
• 105. God in de hoogt' alleen zij eer
• 106. Wij geloven allen in een God
• 107. Heilig is God de Vader
• 108. O Godd'lijk Lam, onschuldig werdt Gij
• 109. Heer God, wij loven U
• 110. Geloofd zij de Heer, de God van Israel
• 111. Mijn ziel maakt groot de Heer
• 112. Nu laat G' uw knecht in vrede gaan

XII. Psalmliederen

O God, neem van de hemel waar 113 Waarom hebt Gij mij nu verlaten, God 114 'k Weet, dat de Heer mijn herder is 115 d'Almachtig' is mijn Herder 116 Gij, poorten, heft uw hoofd omhoog 117 Ben vaste burcht is onze God 118 God is voor ons een sterkt en slot 119 Mijn ziel, loof nu de Here 120 Looft God de Heer, zingt Gode lof 121 'k Hef vol verlangst 122 Uit diepe nood roep ik, o Heer 123 Heer, Gij hebt mij doorgrond 124 Loof nu, mijn ziele, loof, loof nu 125 Looft de Koning aller volken 126

XIII. H. Doop

Heer Jezus, die uit d' eeuwigheid 127 'k Heb in uw naam de doop ontvangen 128 Verheerlijkt Hoofd 129 Wil onze kind'ren, Heer, bewaren 130 U, Vader, U zij dank gebracht 131

XIV. H. Avondmaal

God zij gezegend 132 Houdt Jezus in gedachtenis 133 Dit moogt gij. Jezus' jong'ren 134 Christ'nen, komt 135 God heeft onze schuld vergeven 136 Het Woord gaat uit van 's Vaders huis 137 Breek ons, Heer, het brood 138

XV. Huwelijk

U zeeg'ne God 139

XVI. Woord Gods

Heer, houd ons staande bij uw Woord 140 Heb dank, Heer, dat G' uw Woord ons geeft 141 Heugelijke Hiding 142 Heer, uw Woord heeft eeuwig waarde 143

XVII. Kerk

Wees niet versaagd, gij kleine schaar 144 Een Heer verbindt ons 145 Waak op, gij geest der bloedgetuigen 146 Behoed uw Kerk 147 Een stem weerklinkt er schoon en luid 148 Voor alle heil'gen, rustend 149 Komt, laat ons prijzen in ons lied 150

XVIII. Lof- en bedezangen

Wij loven U, o God 151 Heer onze God, LI zij de lof 152 Looft God getroost met zingen 153 Dankt, dankt nu allen God 154 Zie in genaad' op ons terneer 155 Zou ik God niet altijd zingen 156 Zie, o Vader, ons bijeen 157 Lof zij de Heer, het hoogste goed 158 Lof zij de Heer 159 O, kon mijn mond uw lof bezingen 160 Siuit de heil'ge poort mij open 161 God is tegenwoordig 162 Grote God, wij loven U 163 Het Lam, voor ons op aard geslacht 164 Halleluja, eeuwig dank en ere 165 Van U zijn alle dingen 166 O God van hemel, zee en aard 167 De Heer is God, een enig Heer 168 Wees gegroet, gij eersteling 169

XIX. Boete

Gij,'Jezus Christus, zijt alleen 170 Ontferm LI onzer, heilig God 171 God, enkel licht 172 Ontwaak, gij, die slaapt 173 Schep in mij, o God, een harte 174

XX. Geloof en leven

Verheugt u, Christ'nen, thans te zaam 175 O Vader in het hemels rijk 176 Het heil kwam van de hemel neer 177 Wat God wil, dat geschied' altijd 178 Ik roep uw naam, Heer Jezus, aan 179 Van U wil ik niet wijken 180 Ach, blijf met uw genade 181 Beveel gerust uw wegen 182 Al heb ik alles tegen 183 Jezus, mijn verblijden 184 Wie maar de goede God laat zorgen 185 Laat ons saam met Jezus wand'len 186 U wil ik minnen, bron van krachten 187 Laat ons trouw zijn tot het ende 188 Zij onze ziel ook door 't leed 189 Jezus neemt de zondaars aan 190 Ik heb de vaste grond gevonden 191 Wat God doet, dat is welgedaan 192 Mogen ook de bergen wijken 193 Harten, aan elkaar verbonden 194 Voor mij heeft Christus toebereid 195 Jezus, ga ons voor 196 Op bergen en in dalen 197 Wat zou ooit mijn hart doen beven 198 Alleen, o Vader, in uw kracht 199 Leer ons, Vader, U verbeiden 200 'k Heb Jezus lief 201 Rust, mijn ziel, uw God is koning 202 Zingt des Vaders Zoon 203 Alle roem is uitgesloten 204 Verlosser, vriend, Gij, hoop en lust 205 Als ik Hem maar kenne 206 Jezus Christus, heil der aarde 207 Laat m' in U blijven, groeien, bloeien 208 God is mijn God 209 O Jezus, die het aards geslacht 210 Neem mijn leven, laat het, Heer 211 Heer, ik geloof 212 Neen, waarlijk nimmer zal 't koninkrijk 213 Heer, ik kom tot U gevloden 214

XXI. Dood en eeuwigheid

'k Dorstend hart smacht 215 Midden in het leven zijn 216 'k Moet scheiden van deez' aarde 217 U heb ik hart'lijk lief, a Heer 218 Wees stil, mijn ziele, wees tevreden 219 Alle mensen moeten sterven 220 Jezus is mijn toeverlaat 221 Jezus komt om ons van lijden 222 Komt, laat ons voortgaan, kind ren 223 Nooit kan 't geloof teveel verwachten 224

XXII. Morgen- en avondzangen

De nieuwe dag breekt stralend aan 225 Van harte wil ik danken 226 Morgenglans der eeuwigheid 227 Het licht der zonne 228 Blijf bij ons, Jezus, onze Heer 229 O grote Christus, eeuwig Licht 230 Met LI, mijn God, leg ik mij neer 231 De nacht, de moeder van de rust 232 Nu slapen woud en dreven 233 De dag is weer vervlogen 234 'k Wil U, o God, mijn dank betalen 235 Blijf bij mij, Heer 236 Leid, vriend'lijk licht, mij 237 De dag, uit Godes gunst ontvangen 238 In 't late licht der avondzon 239

XXIII. Psalmliederen (Berijming 1773)

Het ruime hemelrond 240 Maak, o Heer, mij uwe wegen 241 God is mijn licht, mijn heil 242 Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven 243 Zingt vrolijk, heft het hart naar boven 244 't Hijgend hert, der jacht ontkomen 245 Geduchte God, hoor mijn gebeden 246 Juicht. o volken, juicht 247 Gena, o God, gena, hoor mijn gebed 248 Mijn ziel is immers stil voor God 249 De lofzang klimt uit Sions zalen 250 Juich, aarde, juich met blijde galmen 251 De Heer zal opstaan tot de strijd 252 Fens roemt heel d' aard Gods gunstbewijzen 253 Ja, waarlijk, God is mild en goed 254 U alleen. U loven wij 255 Mijn geroep uit angst en vrezen 256 Gedenk niet meer aan 't kwaad 257 Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot 258 Neig, o Heer, uw gunstig' oren 259 k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen 260 Hij, die op Gods bescherming wacht 261 Komt, laat ons samen Isrels Heer 262 Zingt, zingt een nieuw gezang de Here 263 Juich, aarde, juieht alom de Heer 264 Loof, loof de Heer, mijn ziel 265 Looft looft verheugd de Heer der heren 266 God heb ik lief, want die getrouwe Heer 267 Laat ieder 's Heren goedheid loven 268 Welzalig zijn d' oprechten van gemoed 269 Ik ben verblijd, wanneer men mij 270 O ziet, hoe goed, hoe lief'lijk 271 Looft Iooft nu aller heren Heer 272 'k Zal met mijn ganse hart uw eer 273 Prijs de Heer met blijde galmen 274

XXIV. Bijzondere gelegenheden

Wilhelmus van Nassauen 275 Komt nu met zang van zoete tonen 276 O Heer, die daar des hemels tente 277 Wilt heden nu treden 278 Gelukkig is het land 279 Hoe groot, o Heer, en hoe vervaarlijk 280 Heere, keere van ons af 281 O grote God, o goede Heer 282

Toegevoegde liederen

Schoonste Heer Jezus 283 U bid ik aan, o macht der liefde 284 O, hoe heerlijk, hoe begeerlijk 285 Heilig, heilig, heilig 286 De zijnen kent de Here 287 U kan ik niet missen 288 O hoogt' en diepte, looft nu God 289 Vrees niet, o mijn ziele 290 O Gij, mijn troost, mijn zielsverlangen 291 Hosianna, Davids Zoon 292 Neem, Heer, mijn beide handen 293 God is getrouw 294 Wat de toekomst brenge moge 295 God roept ons broeders tot de daad 296