Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Zingend Geloven/Inhoud: verschil tussen versies
k (→Levenseinde) |
k (→Uitvaart) |
||
Regel 439: | Regel 439: | ||
===Uitvaart=== | ===Uitvaart=== | ||
− | 1- 7 | + | * [[Wie als god wil leven hier op aarde]] (1-7) |
− | 2- 122, 2-123 | + | * [[Wie zijn leven niet wil geven]] (2-87) |
+ | * [['t Uur van het scheiden]] (2-114) | ||
+ | * [[Gij, Christus, zijt mijn leven]] (2-115) | ||
+ | * [[Wanneer dit kleed wordt afgelegd]] (2-116) | ||
+ | * [[De mens, geboren uit een vrouw]] (2-117) | ||
+ | * [[De dood van één voor allen]] (2-118) | ||
+ | * [[Hier leggen wij zijn/haar lichaam neer]] (2-119) | ||
+ | * [[Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild]] (2-120) | ||
+ | * [[Wie in de schaduw Gods mag wonen]] (2-121) | ||
+ | * [[Here Jezus, na dit leven]] (2-122) | ||
+ | * [[Zalig, zalig zijn de doden]] (2-123) | ||
+ | * [[Voor de toegewijden]] (2-124) | ||
+ | 3-30, 3-54, | ||
* [[Langs de luchten snelt een spoor]] (3-58) | * [[Langs de luchten snelt een spoor]] (3-58) | ||
* [[Christus heeft het pleit gewonnen]] (3-75) | * [[Christus heeft het pleit gewonnen]] (3-75) |
Versie van 17 apr 2014 om 22:46
NB Deze pagina is nog in voorbereiding. Aanvullingen zijn welkom!! Rubrieken bij liturgisch gebruik zoals opgenomen in het boekje Zingen Geloven - Register bij de complete reeks (ISBN 9023919793).
Register op liturgisch gebruik
Inhoud
Getijden van het jaar
Advent
- De wortel bloeit, de stam loopt uit (2-96)
- Scheur toch de wolken weg en kom (2-99)
- Een stad van vrede zoeken wij (2-102)
- Zal er ooit een dag van vrede (3-1)
- Wat heeft Maria ons bewaard (3-2)
- Als die koning zal verschijnen (3-3)
- Hoor, herder, hoor (3-37)
- Troost, troost mijn volk (3-65)
- Wat zijt gij uitgegaan (3-70)
- 4-1 4-4 4-5 4 6
4-69. 5-16, 5-24. 5-25, 5-26. 5-33, 5-34, 5-35, 5-36, 5-38, 5-86 6-1* 6- 2,6-48,6-79, 6-80, 6-89. 6-90, 7-1,7-2,7-3, 8-1,8-2, 8-3 8-4 8-5* 8-6, 8-22, 8-36, 8-77, 8-78, 8-79
Kersttijd
- Laat, Heer, uw knecht in vrede gaan (2-152)
- Wat heeft Maria ons bewaard (3-2)
- In den beginne was het woord (3-5)
- Heer van leven en van dood (3-6)
- Waren wij niet geboren (3-7)
- God komt op aarde (3-8)
- Een engel heeft het zelf gezegd (3-9)
4-2, 4-3, 4-4, 4-5, 4-6, 4-7, 4-9, 4-11,4-12, 4-46, 4-48, 5-42, 5-43, 6-3, 6-4, 6-5, 6-6, 6-48, 7-5,7-6, 7- 7, 7-8, 7-11, 7-27, 7-87, 8-7, 8-9, 8-10, 8-78, 8-79
Kerstnacht
- Een stad van vrede zoeken wij (2-102)
- Licht dat ons aanstoot in de morgen (2-133)
- Zal er ooit een dag van vrede (3-1)
- Als die koning zal verschijnen (3-3)
- Heden zult gij zijn glorie aanschouwen (3-4)
- Het Woord brengt de waarheid teweeg (3-46)
4-1,4-2, 4-3,4-8,4-10,4-67a, 4-69, 5-34, 5-37, 5-39, 5-41. 5-40, 6-3, 7-3, 7-4, 7-5, 7-87, 8-3, 8-5. 8-6. 8-7
Kerstmorgen
- Een stad van vrede zoeken wij (2-102)
- Heden zult gij zijn glorie aanschouwen (3-4)
- In den beginne was het woord (3-5)
- Het Woord brengt de waarheid teweeg (3-46)
4-2, 4-8, 4-10, 6-4, 6-6, 7-3, 7-7, 8-6, 8-7
Gedachtenis van Stefanus (26 december)
8-20
Jaarwisseling, 8e Kerstdag
- Laat, Heer, uw knecht in vrede gaan (2-152)
- Als Daniël tussen de leeuwen (2-153)
- Wees, lieve Heer, geprezen (2-154)
- Wij, varend op de oceaan (2-155)
,8-8
Epifaniëntijd
,4-5, 4-11,5-18, 6-35, 6-48, 8-9, 8-10, 8-11
Epifanie, Verschijning van de Heer
- Uit uw verborgenheid (3-77)
, 4-4, 4-6, 4-7, 4-8, 4-12, 5-16, 5-40, 6-3, 6-5, 6-6, 7-4, 7-5, 7- 8, 7-9, 7-10, 8-7, 8-11
Doop van de Heer (1e zondag na Epifanie)
- Toen Mozes was geboren (2-68)
- Johannes doopte bij de Jordaan (2-73)
- Nu wij naad'ren tot het water (2-75)
- Water, water van de doop (2-76)
- O Vogel Heil'ge Geest (3-27)
- Christus ging als eerste (3-43)
, 5-16, 6-14, 7-69, 7-79, 7-80, 8- 11
Kanazondag (2e zondag na Epifanie)
4-31,5-25, 5-29, 8-11
Veertigdagentijd
- Toen Israël geboren is (1-1)
- Uit nacht en ontij komen wij (1-2)
- Wij gaan met heel Gods volk (1-3)
- Al wie in de renbaan loopt (1-4)
- Wie als een god wil leven hier op aarde (1-7)
- Alles wat over ons geschreven is (1-9)
- Wij gaan de veertig dagen in (1-11)
- Veertig dagen, veertig nachten (1-12)
- Het waren tien geboden (1-13)
- Wie zeggen de mensen, dat Jezus is (1-14)
- O God en Heer almachtig (1-16)
- Wie zal voor God verschijnen (1-25)
- Die rechtens God gelijk (1-32)
- Gedenken wij dankbaar de daden des Heren (2-86)
- De winter is vergangen (3-10)
, 4-13,4-42, 5-48, 6-8, 6-48, 6-81,6-91,7-12,7-45, 7-66, 8-81,8-82
Aswoensdag
- Alles wat over ons geschreven is (1-9)
- Getrouwe Schepper (1-10)
- Wij gaan de veertig dagen in (1-11)
, 8-81, 8-82
1e zondag van de Veertigdagentijd
- Wij gaan de veertig dagen in (1-11)
- Het waren tien geboden (1-13)
- Jezus, diep in de woestijn (1-15)
4-35,6-65,6-70,7-12
2e zondag van de Veertigdagentijd
- Het waren tien geboden (1-13)
- Op de berg van het verbond (1-17)
- Die in de hoogte woont (1-18)
- De winter is vergangen (3-10)
4-14,6-33,6-72, 7-12
3e zondag van de Veertigdagentijd
- Mijn ogen zijn gevestigd (1-19)
4e zondag van de Veertigdagentijd
6e zondag van de Veertigdagentijd (Palm- en Passiezondag)
- Klim in de hoogste bomen (1-28)
- O mensen, hoort wat is geschied (1-29)
- Dochter Sions (1-30)
- Een droeve stem, met druk en pijn bevangen (1-31)
- Die rechtens God gelijk (1-32)
5-45, 6-7, 7-13, 7-14, 8-12, 8-83
Goede Week
- O God en Heer almachtig (1-16)
- Gij die ver voor ons uit (1-40)
- Hier zwijgt het hoge denken (1-49)
- Het lastdier van de vrede (3-11)
5-48, 6-8, 6-32, 6-81, 6-92, 8-12
Witte Donderdag
- O Jezus Christus, Zoon van God (1-22)
- Die rechtens God gelijk (1-32)
- Hij ging van stad tot stad, Hij sprak (1-33)
- Gij hebt ons toegesproken (1-34)
- Vannacht zal het wonder gebeuren (1-35)
- Hoort, mensenbroeders die hier nu zijt (1-36)
- Toen Jezus in zijn uur gekomen was (1-37)
- Toen Jezus met de zijnen at (1-38)
- Met Hem in ons midden (1-39)
- Gij die ver voor ons uit (1-40)
- Nadat zij zongen, God ten lof (1-41)
- Kent gij uw goede Herder? (1-42)
- Het woord tot ons gesproken (2-78)
- Gedenken wij dankbaar de daden des Heren (2-86)
- Het lastdier van de vrede (3-11)
4-15, 4-16, 5-46, 5-63, 6-8, 6-9, 6-58,
6-76, 7-15,7-16, 7-43, 8-75
Goede Vrijdag
- Wie zal voor God verschijnen (1-25)
- Die rechtens God gelijk (1-32)
- Gij die ver voor ons uit (1-40)
- Nadat zij zongen, God ten lof (1-41)
- Kent gij uw goede Herder? (1-42)
- O Christus, onze koning (1-43)
- In de mantel van het duister (1-44)
- Daar is een koning opgestaan (1-45)
- Neem ter harte't kruis des Heren (1-46)
- Jezus' kruis, zijn angst en pijn (1-47)
- O Jezus, Man van Smart (1-48)
- Hier zwijgt het hoge denken (1-49)
- Gij zijt op aarde neergedaald (1-50)
- Zingerder wijze wilt uw Heiland prijzen (1-51)
- Nu Gij de dood zijt ingegaan (1-52)
- O lichaam van het Woord (1-55)
- Het lastdier van de vrede (3-11)
- Die onze nood is ingegaan (3-12)
4-17,4-18, 5-25, 5-47a, 5- 48, 5-87, 6-8, 6-10, 6-103, 8-12
Stille Zaterdag
- Straf mij in uw gramschap niet (1-53)
- Geboren zijt Ge (1-54)
- O lichaam van het Woord (1-55)
- De hemel trekt te velde (1-62)
- Wanneer het licht ten einde gaat (2-141)
- Het lastdier van de vrede (3-11)
- Die onze nood is ingegaan (3-12)
- Stil ligt de tuin rondom het witte graf (3-13)
, 5-47a, 5-50, 6- 10
Paastijd (algemeen)
- Toen Israël geboren is (1-1)
- Uit nacht en ontij komen wij (1-2)
- Wij gaan met heel Gods volk (1-3)
- O visioen van 't heiligdom omhoog (1-26)
- Hoort, mensenbroeders die hier nu zijt (1-36)
- Dit huis dat God gevestigd heeft (1-61)
- Nu wij naad'ren tot het water (2-75)
- Bij God is geen schijn of schaduw (2-82)
- Gedenken wij dankbaar de daden des Heren (2-86)
- De dood van één voor allen (2-118)
- Here Jezus, na dit leven (2-122)
- O Christus, heel de wereld is verheugd om uw verrijzenis (2-143)
- Hoe lief'lijk is het leven (2-144)
- Licht om te leven de duisternis voorbij (2-145)
- Die onze nood is ingegaan (3-12)
- Het pure witte licht (3-18)
- Zeg het aan ieder dat Hij leeft (3-19)
- 't Zal Pasen zijn in de woestijn (3-20)
- Wij loven U, o God (3-21)
- De toekomst is al gaande (3-22)
- Zingt Jubilate voor de Heer (3-23)
- Wie op de bodem van de stroom (3-24)
- Taal op de tong (3-28)
- Nooit lichter ving de lente aan (3-47)
- Christus heeft het pleit gewonnen (3-75)
- Het oude woord (3-81)
4-11, 4-21, 4-39, 4-46, 4-48, 4-57, 4-66, 4-68, 5-8, 5-21, 5-28, 5-49, 5-50, 5-51, 5-64, 5-65, 5-88, 6-13, 6-23, 6-48,7-20, 7-27, 7-45, 7-48, 8-14, 8-15, 8-22, 8-78, 8-79
Paasnacht
- Geboren zijt Ge (1-54)
- Heel de schepping, prijs de Heer (1-57)
- Met Mozes zijn wij meegegaan (1-58)
- De koning van Egypteland (1-59)
- Uitzoeken NB Moet dit 1-60 zijn???? (1-57)
- Dit huis dat God gevestigd heeft (1-61)
- De hemel trekt te velde (1-62)
- O God die uit het water (2-72)
- Water, water van de doop (2-76)
- De dood van één voor allen (2-118)
- Licht dat ons aanstoot in de morgen (2-133)
- Wanneer het licht ten einde gaat (2-141)
- Het lastdier van de vrede (3-11)
- Stil ligt de tuin rondom het witte graf (3-13)
- De morgen der herschepping gloort (3-14)
- Wij loven U met man en macht (3-15)
- De eerste dag der week (3-16)
- Tussen waken, tussen dromen (3-17)
- Zeg het aan ieder dat Hij leeft (3-19)
- Een twee drie (3-84)
4-20, 4-13, 4-16, 4-19, 4-20, 4-21, 4-51, 4-73, 5-21, 5-49, 5-50, 5- 52, 5-88, 6-10, 6-11,6-12, 6-57, 6-58, 6-84, 6-85, 7-15, 7-16, 7-17, 7-18, 7-35, 7-43, 7-44, 7-80, 8-14
Paasmorgen
- Toen Israël geboren is (1-1)
- Dit huis dat God gevestigd heeft (1-61)
- De hemel trekt te velde (1-62)
- De wortel bloeit, de stam loopt uit (2-96)
- De dood van één voor allen (2-118)
- Licht dat ons aanstoot in de morgen (2-133)
- O Christus, heel de wereld is verheugd om uw verrijzenis (2-143)
- Licht om te leven de duisternis voorbij (2-145)
- De eerste dag der week (3-16)
- Tussen waken, tussen dromen (3-17)
- Het pure, witte licht (3-18)
- Zeg het aan ieder dat Hij leeft (3-19)
- 't Zal Pasen zijn in de woestijn (3-20)
- Wij loven U, o God (3-21)
- Christus ging als eerste (3-43)
- Een twee drie (3-84)
4-13, 4-21, 4-39, 4-51, 4-53, 4- 57, 4-68, 5-25, 5-47b, 5-51, 5-52, 6-12,6-13, 6-48, 6-57, 6-58, 6- 83, 6-85, 7-19, 7-34, 7-35, 7-43, 7-44, 7-48, 8-13
2e zondag van Pasen
- De eerste dag der week (3-16)
4-19,4-22
3e zondag van Pasen (Luthers: 4e zondag van Pasen)
- Zingt Jubilate voor de Heer (3-23)
4e zondag van Pasen (Luthers: 3e zondag van Pasen)
5-20, 6-69
5e zondag van Pasen
- Zolang wij adem halen (3-30)
4-46
Hemelvaartsdag
5-53,8-15
7e zondag van Pasen
4- 24
Pinksteren
- De winter is vergangen (3-10)
- O Pinksterdag (3-26)
- O Vogel Heil'ge Geest (3-27)
- Taal op de tong (3-28)
- Voortgedreven waait de Geest (3-31)
- Mijn lief plantte een wijngaard aan (3-64)
- Hoor, God, ons roepen (3-74)
- Christus heeft het pleit gewonnen (3-75)
4-24, 4-25, 4- 26, 4-48, 4-57, 5-21, 5-25, 5-54, 5-55, 5-56, 6-14, 6-15, 6-16, 6-17, 6-18, 6-48, 7-21, 7-22, 7-27, 7-48, 8-16, 8-17, 8-39, 8-84
Trinitatis
- Zingt Jubilate voor de Heer (3-23)
6-45, 6-82, 8-66
4 en 5 mei
- God die ons ooit bevrijdde (3-33)
- Nooit lichter ving de lente aan (3-47)
5-83, 8-32, 8-33
Zomertijd
- Licht om te leven de duisternis voorbij (2-145)
- Regen en zon, aarde en hemel (2-146)
- Wij danken U, God, voor het lieve licht (2-147)
- Wij ploegen en wij zaaien (3-29)
4-25, 4-43, 4-48, 5-80, 6-35, 7-25, 7-26, 7-27
Herfsttijd (algemeen)
- Laat ons dank bewijzen (2-148)
4-48, 5-57, 5-58, 5-59, 7-27
Oogstdienst, Dankdag voor het gewas
- Hoe lief'lijk is het leven (2-144)
- Laat ons dank bewijzen (2-148)
- De oogst is wel groot (2-149)
- De oogst is wel groot (2-150)
- God is in zijn gaven goed (2-151)
3-29, 3-80, 4-34, 4-60, 4-67, 5- 15,5-58, 6-67
Joodse feesten
- Een kwetsbaar onderkomen (3-34)
- De vreugde die het hart verwarmt (3-35)
- Schuldig staan wij voor U, Heer (3-36)
Allerheiligen
- Wie zeggen de mensen, dat Jezus is (1-14)
- Reizend naar het land van ons verlangen (2-88)
- Zalig, zalig zijn de doden (2-123)
- Voorde toegewijden (2-124)
- Niemand die U verstaat (2-125)
- Zwoegend volk van zwervelingen (3-25)
- Christus heeft het pleit gewonnen (3-75)
- Die ons in 't hart geschreven staat (3-78)
4-32, 4-66, 5-57. 5-60, 5-61, 5-62, 6-19, 6-102, 7-66, 8-18,8-19, 8-33, 8-62, 8-86, 8-87, 8-89
Gedenkdag van Willibrord (7 november)
8-21. 8-88
Voleinding, Koninkrijk van God
- O Christus, onze koning (1-43)
- Reizend naar het land van ons verlangen (2-88)
- Door de wereld gaat een woord (2-93)
- Jeruzalem, zo zegt de Heer (2-107)
- Het huis waarin wij wonen (2-112)
- God is in zijn gaven goed (2-151)
- Zal er ooit een dag van vrede (3-1)
- Als die koning zal verschijnen (3-3)
- De toekomst is al gaande (3-22)
- Zwoegend volk van zwervelingen (3-25)
- De nacht is voorbij (3-32)
- Langs de luchten snelt een spoor (3-58)
- Die ons in 't hart geschreven staat (3-78)
4-43, 4-45, 4-53,4-76, 5-59, 5-78, 6-19, 7-44a, 7-68, 7-77, 8-4, 8-5, 8-18, 8-19, 8-36, 8-43
Getijden van de dag
Morgen (lauden)
- Gij hoogste licht der eeuwigheid (2-126)
- O Heer, ik draag U op vandaag (2-127)
- Schepper der wereld, licht van Licht (2-128)
- Looft, in het licht ontwaakten (2-129)
- Hij wekt mij elke morgen (2-130)
- Heer van hemel en van aarde (2-131)
- God van hemel, zee en aarde (2-132)
- Licht dat ons aanstoot in de morgen (2-133)
- Des ochtends als het licht ontstaat (2-134)
- Taal op de tong (3-28)
- Zo vriendelijk en veilig als het licht (3-54)
4-33,4-41,4-46, 5-40, 6-24, 6-40, 6-55, 6-80, 6-82, 6-83, 6-85, 6-88, 7-23, 8-22, 8-80, 8-84
Middag
Avond (vespers, completen)
- Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild (2-120)
- De nacht gaat komen, rusten wij nu allen (2-135)
- Met U, mijn God, leg ik mij neer (2-136)
- O Schepper van dag ende nacht (2-137)
- Nu deze dag ten einde gaat (2-138)
- Heer, in uw hoede is het goed (2-139)
- O licht, vrolijk licht van de hemel (2-140)
- Wanneer het licht ten einde gaat (2-141)
- De nacht komt nest'len in de bomen (2-142)
- Laat, Heer, uw knecht in vrede gaan (2-152)
, 5-26, 5-44, 5-66, 5-67, 5-68, 5-69, 5-70, 5-71, 5-72, 5-73, 6-20, 6-21, 6-22, 6-23, 6-41, 6-65, 6-79, 6-83, 6-88, 6-97, 6-102, 6-109, 6-110, 7-24, 8-9, 8-10, 8-23, 8-24, 8-25, 8-26, 8-27, 8-28, 8-29, 8-30, 8-85
Aan tafel
- O Vader die het daag'lijks brood (2-83)
- O Heer, die onze meester zijt (2-90)
- Om het voedsel ons gegeven (2-91)
6-51,7-82, 8-69
Getijden van het leven
Algemeen
- Hoog in de hemelen heeft God gesproken (2-74)
- Door de wereld gaat een wind (2-93)
- Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild (2-120)
- Wij, varend op de oceaan (2-155)
- God, die mij riep (3-42)
- Geef, o Heer, dat onze namen (3-52)
- Als ik groot ben (3-83)
4-27, 4-30, 4-64, 5-44,
5-77, 5-79, 6-29, 6-30, 6-37, 7-28, 8-19, 8-38, 8-40
Geboorte
4-27, 4-64, 5-77, 8-38
Trouwviering
- De Heer komt met het woord van zijn verbond (2-109)
- God, die ons aan elkaar als wijn te drinken geeft (2-110)
- Wij danken U, o God (2-111)
- Het huis waarin wij wonen (2-112)
- De mens gemaakt uit aarde (2-113)
3-45, 3-76, 4-30, 4-31, 5-85
Huiszegen
8-64
Alleen zijn, ziekte
2-121, 2-139, 4-38, 4-65, 4-71, 4-72, 5-7, 5-87, 6-27 6-28 6-32 8-23, 8-35, 8-36
Levenseinde
- 't Uur van het scheiden (2-114)
- Gij, Christus, zijt mijn leven (2-115)
- Wanneer dit kleed wordt afgelegd (2-116)
- Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild (2-120)
- Wie in de schaduw Gods mag wonen (2-121)
- Here Jezus, na dit leven (2-122)
- Heer, in uw hoede is het goed (2-139)
- Heer Jezus, denk aan mij (3-50)
- Geef, o Heer, dat onze namen (3-52)
- Langs de luchten snelt een spoor (3-58)
4- 63, 4-65, 5-7, 5-87, 6-11, 6-25, 6-27, 8-19, 8-23, 8-28, 8-30, 8-31, 8-35, 8-36
Uitvaart
- Wie als god wil leven hier op aarde (1-7)
- Wie zijn leven niet wil geven (2-87)
- 't Uur van het scheiden (2-114)
- Gij, Christus, zijt mijn leven (2-115)
- Wanneer dit kleed wordt afgelegd (2-116)
- De mens, geboren uit een vrouw (2-117)
- De dood van één voor allen (2-118)
- Hier leggen wij zijn/haar lichaam neer (2-119)
- Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild (2-120)
- Wie in de schaduw Gods mag wonen (2-121)
- Here Jezus, na dit leven (2-122)
- Zalig, zalig zijn de doden (2-123)
- Voor de toegewijden (2-124)
3-30, 3-54,
- Langs de luchten snelt een spoor (3-58)
- Christus heeft het pleit gewonnen (3-75)
- Die ons in 't hart geschreven staat (3-78)
4-24, 4-32, 4-66,
5- 60, 6-11, 6-25, 6-26, 6-27, 6-65, 6-106, 6-107, 6-108, 7-81, 8-10, 8-33
Uitvaart kind
4-77,7-78,7-81
De gemeente bijeen
Aanvang, drempelgebed
2- 64, 2-65, 2-66,
- Een huis moet zijn gebouwd (3-62)
4-1, 4-2, 4-37, 4-39, 4-46, 4-67a, 5-1, 5-2, 5- 3, 5-4, 5-85, 6-38, 6-46, 6-47, 6-48, 6-49, 6-65, 6-83, 6-86, 6-87, 6- 88, 6-89, 7-3, 7-17, 7-84, 8-2, 8-16, 8-22, 8-52, 8-63, 8-64,8-80
Litanie, Kyrie
3- 36, 3-38, 3-40, 4-1, 4-39, 4-44, 6-90, 6-91, 6-92, 6-94, 7-85, 7-86, 8-51
Gloria
3- 23, 3-30, 6-45, 6-82, 6-82, 6-94, 7-87, 7-88, 8-18, 8 66
De Tien Woorden
4- 54, 7-46
Acclamatie bij lezingen
6-95, 6-96, 6-97
Credo
3-49, 4-11, 6-82, 6-98, 6-99, 8-67
Voorbeden, acclamaties bij voorbeden
3-40, 6-95. 6-96, 6-97. 6-102, 8-65
Doop
2-67, 2-6S, 2-69, 2-70, 2-71, 2-72, 2-73, 2-74, 2-75, 2-76, 2-77, 2- 118, 3-42, 3-43,4-27, 4-28, 4-75, 5-3, 5-77, 7-69, 7-79, 7-80, 8-14, 8-19, 8-31,8-68
Bevestiging ambtsdragers, viering ambtsjubileum
3- 72, 4-35, 4-36, 4-40, 5-79, 8-61, 8-76
Maaltijd van de Heer
1- 22, 1-34, 1-61, 2-78, 2-79, 2-80, 2-81, 2-82, 2-83, 2-84, 2-85, 2-86, 2- 87, 2-88, 2-89, 2-90, 2-91, 2-110, 3-88, 4-14a, 4-16, 4-19, 4-21, 4- 29, 4-47, 5-63, 5-64, 5-65, 5-80, 6-12, 6-49, 6-50, 6-51, 6-104, 7-16, 7-83, 8-54, 8-69, 8-70, 8-71, 8-72, 8-73, 8-74, 8-75
Tafelgebed
6-104
Sanctus en Benedictus
6-100
Onze Vader
6-101
Afsluiting, zegen
1-63, 2-103, 3-41, 4-58a, 6-105, 7-89, 8-43, 8-72, 8-74
De gemeente en de wereld
Vrede en gerechtigheid
2-84, 2-92, 2-93, 2-94,
- O Babylon, o Babylon (2-95)
2-96, 2-97, 2-98, 2-99 2-100 2- 2-102, 2-103, 2-104, 2-105, 2-106, 2-107, 2-108 ' 2-112* 2 2-150,3-1,3-33,3-80,4-34,4-42,4-50,4-52,5-58,5-80 5-81 5 5-84, 6-52, 6-63
Kerk en oecumene
2-94, 2-155, 3-62, 4-40, 4-47, 5-81, 6-34, 6-38, 8-58, 8-89
_________________
- Licht om te leven de duisternis voorbij (2-145)
- Lof zij den Here (1-24)
- Looft, in het licht ontwaakten (2-129)
- Met U, mijn God, leg ik mij neer (179)
- Niemand die U verstaat (2-125)
- Niet meer op verre bergen (2-65)
- Nog maar nauw'lijks uitgeslapen (2-77)
- Nu wij naad'ren tot het water (2-75)
- O Christus, heel de wereld is verheugd (2-143)