Opwekkingsliederen Bromet/Inhoud

• 1 Ziet gij die overgrote schaar
• 2 De dierb're Heiland is nabij
• 3 Kloppend, kloppend! Wie is daar?
• 4 Komt, zondaars, komt met al uw leed
• 5 Ga mij niet voorbij, o Heiland
• 6 Wie het hoort, die roepe: "kom, zondaar, kom!"
• 7 Heer, ik hoor van rijke zegen
• 8 In zonde en in duisternis leefde ik voorheen
• 9 Hebt gij in de Heer geloofd?
• 10 Wij wand'len deels in 't duister
• 11 'k Verliet het al voor Jezus
• 12 Bijna bewogen Christen te zijn
• 13 Mannen broeders! Ziet het teken
• 14 Hoort de hemelzangen! Daar is heden vreugd
• 15 Tot het kruis van Golgotha
• 16 Nog is er plaats, de feestzaal is bereid
• 17 Wij prijzen U, God, voor de komst van Uw Zoon
• 18 De blijde boodschap van Gods heil
• 19 Veilig in Jezus' armen
• 20 Hoe donker de weg ook, de Heer zal voorzien (Bromet)
• 21 Keer huiswaarts, keer weêr
• 22 Ik hoord' Uw liefdestem
• 23 'k Ben slechts een wapendrager flink op mijn post
• 24 Kom tot uw Heiland, toef langer niet
• 25 Hoort het troostwoord, gij, Gods kinderen
• 26 Uw hoofd gebukt door droefheid Heer
• 27 Alzo heeft God de wereld lief
• 28 O denk aan dat Huis ver van hier
• 29 Neen niets onreins kan ooit bestaan
• 30 Rijst op, rijst op voor Jezus
• 31 Neem mijn leven, laat het, Heer (Bromet)
• 32 Hoort, Jezus klaagt, de Heiland zucht
• 33 Ik zal opstaan, ik zal opstaan en gaan tot mijn Vader
• 34 Ik zie een poort wijd open staan
• 35 Breng mij d' aloude tijding
• 36 Verberg diep uw droefheid, want elk heeft zijn deel
• 37 Elk uur, elk ogenblik
• 38 Gij, die treurt, kom met uw smart
• 39 Is Jezus' bloed voor mij gestort (Bromet)
• 40 Hoor de stem van Jezus, roepen
• 41 Als de Heiland zal verschijnen (Bromet)
• 42 Jezus, Die mijn ziel bemint
• 43 'k Ben zoo verblijd om den troost, dien God geeft
• 44 Door een blik op het kruis
• 45 Wil, Heiland, onze Gastheer zijn
• 46 Voor al hetgeen Gij ons weêr schonkt
• 47 In het leger is er veel zond' en verraad
• 48 Hoe liefelijk zijn op de bergen
• 49 Hoe zoet klinkt Jezus' dierb're naam
• 50 Jezus redt mij elken dag
• 51 Niet mijn', Uw weg, o Heer
• 52 Zoals ik ben, 'k pleit anders niet
• 53 Niets te doen, 't zij groot of klein
• 54 Meer heiligheid geef mij (Bromet)
• 55 Volzalig ure van gebed
• 56 Heer Jezus, ik wensch te zijn rein en volmaakt
• 57 Hij leidt mij voort, o zalig lot
• 58 Ik hoorde Jezus' zachte stem
• 59 Ontwaak! ontwaak! Gij, arm van God
• 60 'k Heb gehoord van de liefde van God
• 61 Kom, o zondaar, met uw leed
• 62 De dierbre Heiland
• 63 Vader, zegen mij, Uw kind
• 64 Heilige Geest, Gij zijt nabij
• 65 Dit is het Evangeliewoord
• 66 Mijn leven gaf ik vrij
• 67 Kom, Gij Heilfontein van zegen
• 68 Als ik bij 't kruishout peinzend sta
• 69 'k Geef nimmer op mijn Bijbel
• 70 Rots der eeuwen, troost in smart
• 71 Jezus mint mij: zalig lot
• 72 Werk, want de nacht komt dalen
• 73 Heiland, als een herder leid ons
• 74 'k Zie het land, waar de zon nimmer daalt
• 75 'k Zing een lied voor Jezus
• 76 Vrij van de Wet, o vreugdevol leven
• 77 Kom, gij vermoeide ziel
• 78 Ik breng zo graag de tijding
• 79 Nog niet, mijn kind, een weinig langer strijden
• 80 O, dag van heil, o, dag van vreugd
• 81 Hier zijn negen en negentig bij elkaar
• 82 Ik denk zoo graag aan Jezus
• 83 'k Verlang te zijn als Jezus
• 84 Ik hoor des Heilands stem
• 85 Ik leg mijn zonde op Jezus
• 86 Welk een vriend is onze Jezus
• 87 De wereld lag lang in de zonde en den nacht
• 88 In God is mijn schuilplaats, mijn rust
• 89 Hoe zalig, verlost te zijn door Jezus' bloed
• 90 Volg ons Heer, met Uwen zegen
• 91 O, de bittre smart en schande
• 92 Gij alléén, mijn ziels-Verlosser
• 93 Met Jezus laat ik alles
• 94 Ik mag wand'len in 't dal van Gods zegen en heil
• 95 'k Hoor een stem, zoo zacht en teeder
• 96 Neem den Naam van Jezus mede
• 97 Er vloeit een stroom van heilig bloed
• 98 Ben 'k vermoeid, belast, beladen
• 99 Wie zijn het die aan 's levens stroomen staan
• 100 O, had ik duizend tongen meer
• 101 Een dag meer werk voor Jezus
• 102 Hoor de Heiland roepen
• 103 Blijf bij mij, Heer! 't wordt donker om mij heen
• 104 Slechts vertrouwen elke dag
• 105 Mijn ziel rust vrij bij Jezus
• 106 Zoals gij zijt en niet gepleit
• 107 Kom, spreek een woord voor Jezus
• 108 Heer, Gij zijt mijn eeuwig erfdeel
• 109 Bij den bleeken glans der maan
• 110 'k Weet een Vriend ver boven andren
• 111 Gij zijt mijn eenge steun, o Heer
• 112 Mijn lied zal zijn van Jezus
• 113 Al mijn twijfel breng ik Jezus
• 114 Jezus roept mij. Ik zal volgen
• 115 Kom, arme zondaar, o kom nu
• 116 Zullen w' eenmaal, eenmaal komen
• 117 Ik heb een troost in droefheid
• 118 Zaaiend het zaad in de morgenstond
• 119 Ga werk in Mijn wijngaard, want d' oogst is wel groot
• 120 Ziet, Hij komt op 's hemels wolken
• 121 De Geest strijdt, o zondaar!
• 122 Mijn Herder is de trouwe God
• 123 Prijs de Heer met blijde galmen
• 124 Ik zal van mijn Heiland zingen
• 125 'k Heb hemelsch nieuws voor u en mij
• 126 Gij volk'ren die op aarde woont
• 127 Deez' zaal'ge zoete troost
• 128 Jezus Christus gaat voorbij
• 129 O zondaar, ik breng u een zegen
• 130 Jezus, houd mij dicht bij 't Kruis
• 131 Komt, zingt met mij het lied
• 132 Ik weet niet het uur, dat mijn Heer verschijnt
• 133 O, dat mijn wandel nader zij
• 134 Haastig ijlt de tijd voorbij
• 135 Kom, Heil'ge Geest! Kom, Heer
• 136 In de Rotskloof ben 'k geborgen
• 137 Dierbre Heiland laat mij leven
• 138 'k Behoor U toe o Heer
• 139 Mijn geest, mijn ziel, mijn lichaam, Jezus
• 140 Dierb're Heiland, blijf Gij bij ons
• 141 Looft den HEER, want Hij is goed
• 142 'k Ben hier een vreemdeling op reis naar huis
• 143 Ik heb den besten Vrind
• 144 Jezus is de Herder, droogend elken traan
• 145 Behoud, o Heer! wil ons te hulpe komen
• 146 Komt, broeders, komt met vreugdegalm
• 147 Hoort, daar komt een bitt're klacht
• 148 Kom! kom! kom! Kom naar het kruis met mij
• 149 Ik heb een Heiland, Hij pleit bij mijn Vader
• 150 Reeds lang verwacht Uw bruid, o Heer
• 151 Mij is erbarming wedervaren (Bromet)
• 152 Heiland, meer dan 't leven mij
• 153 Prijst den naam van onzen God
• 154 Tot U, mijn dierbre Heiland
• 155 Daar boven is een heerlijk oord
• 156 Wij reizen naar Gods hemelhof
• 157 Komt, hoort wat Jezus voor mij deed
• 158 Komt, prijst nu Abra'ms God
• 159 In de stille nacht'lijk' ure
• 160 Onze reis gaat naar 't land van geluk en van vrede
• 161 De Heer regeert: de hoogste Majesteit
• 162 Heer, ik wil mijn kruis hier dragen
• 163 U alleen vertrouw ik, Heiland
• 164 Al de weg leidt mij mijn Heiland
• 165 Vervuld van 's Heeren liefdegloed
• 166 Wien heb ik nevens U omhoog?
• 167 Hier, ver van 't aards gewoel
• 168 Meer liefde, o dierbre Heer
• 169 De liefde van mijn dierb'ren Heer
• 170 Hij heeft mij lief! Zijn liefd' is eind'loos groot
• 171 Spreek tot mijn ziel die woorden weer
• 172 Mijn Heiland gaf Zijn dierbaar bloed voor mij
• 173 Behoud Uw werk, o Heer
• 174 Ik woon in 't land van most en wijn
• 175 'k Ben een vreemd'ling en een pelgrim
• 176 Ik heb nu waar geluk
• 177 Jezus Christus mint u en Hij wacht op u
• 178 Komt, vermoeiden, zwaar belaad'nen
• 179 Gij zult komen, dierbre Heiland
• 180 Een enkel uur met Jezus
• 181 Juich vroolijk, juich! Gij inwoners van Zion
• 182 Komt tot Mij, komt
• 183 Er is geen naam zoo lieflijk schoon
• 184 Zondaar! is uw hart verslagen?
• 185 Weenen redt mijn ziel niet
• 186 Komt gij zondaars, arm ellendig
• 187 Uw grenzelooze liefde, o Heer
• 188 Leid mij, trouwe Herder!
• 189 Zingt nu den lof van Davids Zoon
• 190 In den naam van Jezus, buigt elke knie gewis
• 191 Zij raakte alleen den zoom van Zijn kleed aan
• 192 Ik zie nu vol heil'ge aanbidding
• 193 O, Heiland, ik ben blind
• 194 Als de levensstormen woeden
• 195 Mijn Jezus, ik min U, ik weet Gij zijn mijn'
• 196 Wat maakt mij rein en heilig
• 197 Waak op mijn ziel en zing verblijd
• 198 Voorwaarts Christen! voorwaarts steeds!
• 199 O, kom tot uw Heiland — geloof in Zijn naam
• 200 Waar ik u zie, daar hoor ik steeds
• 201 Vaarwel mijn klagen, vaarwel mijn smart
• 202 O, Gij trouwe, dierb're Heiland
• 203 Heer, geef m' een hart tot Uwen lof
• 204 Het is gewin — als 't sterfuur zal genaken
• 205 Alles wel, alles wel!
• 206 Verblijdt u in Jezus uw' Heer
• 207 In het Vaderhuis zijn woningen zoo schoon
• 208 Rondom den troon van God omhoog
• 209 Ik zing verblijd, mijn leven lang
• 210 Kleine kind'ren, prijst den Heiland
• 211 Emmanuël! Emmanuël!
• 212 Wij reizen heen naar 't hemelsch oord
• 213 Komt, zingt, komt, juicht met hart en stem
• 214 Bethlehem's Ster, zoo schoon van glans
• 215 Lieve Jezus, Vriend van kind'ren
• 216 Ik heb een Vader in 't beloofde land
• 217 't Evangelieschip is zeilend
• 218 Neem de wereld, geef mij Jezus
• 219 Ik weet, dat mijn Verlosser leeft
• 220 Geef dat de lessen uit Uw Woord
• 221 Komt, zingen wij verblijd
• 222 Hier zijn wij dikwijls moede
• 223 De Bijbel! De Bijbel! meer kostbaar dan goud
• 224 Hoe zalig is het kind
• 225 O, had ik vleug'len, ik vloog weldra heen
• 226 Hier op aarde is leed voor 't hart
• 227 Looft den Heer! Zijn Woord is liefde
• 228 Ik weet een woord zoo heerlijk
• 229 Eens brachten er moeders haar kinderen tot Jezus
• 230 Voor eeuwig met den Heer
• 231 Zie ons wachten aan de stromen
• 232 'k Ben verlost door U, mijn Heiland
• 233 Volmaakt in Hem, volzalig lot
• 234 Al wat ik was — mijn zonde en schuld
• 235 Maakt, o zondaars, plaats voor Jezus
• 236 O, wat zal ik doen, dierb're Heer?
• 237 Wilt gij vrij van zonden zijn?
• 238 Om als Herder ons te weiden
• 239 Laat niet het Woord Gods ledig gaan
• 240 Voor mij stierf Jezus uit gena
• 241 Hoor de stem van macht en liefde
• 242 Niet wat mijn hand ooit deed
• 243 Verlost! Verlost! Vermeldt Gods lof te saam
• 244 't Is maar één stap tot Jezus
• 245 Geen oordeel meer, hoor dit mijn ziel
• 246 Mijn! — hoe zalig en hoe goed
• 247 Ik spreek van Jezus telkens weer
• 248 Halleluja! Jezus Christus
• 249 Ziet gij die overgrote schaar
• 250 Als de wereld mijn laatste vaarwel heeft gehoord
• 251 Jezus, Die mijn ziel bemint
• 252 Als ik zwak ben en vermoeid, Heer
• 253 In het graf geborgen
• 254 In het land der vreemden
• 260 Heerlijk Evangeliewoord
• 262 Als ik maar weet, dat hier mijn weg
• 275 't Licht straalt van verre
• 282 Spreek mij van Jezus, mijn Heiland (Bromet)
• 295 Hoe zalig is 't, o dierb're Heer
• 299 Een korte wijl, de tijd genaakt
• 300 Aan 't eind der reis, geeft Hij ons d' overwinning