Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!
Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.
|
Liedbundel met Bijbellezingen/Inhoud
Bij de cursief aangeduide nummers gaat het om (Bijbel-)teksten, niet om liederen.
Liedbundel met Bijbellezingen
Inhoud
God
1. Drie-eenheid
- 1 Prijst God, die ons zijn zegen geeft
- 2 God in de hemel, geeft Hem eer
- 3 Zingt de HERE (Psalm 98:1-5)
- 4 Halleluja, eeuwig dank en ere
- 5 Geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel
- 6 Heilig, heilig, heilig, Here God almachtig
- 7 Halleluja, lof zij de Heer
- 8 Alleen aan God zij eeuwig eer
- 9 Apostolische geloofsbelijdenis
- 10 Ere zij de Vader en de Zoon
- 11Prijs Hem, al zijn knechten (Psalm 134:1,2; 148:13)
- 12 Ere zij aan God de Vader
2. Aanbidding
- 13 U, Vader, Bron van Leven
- 14 God enkel licht
- 15 Almachtig God, o heilig God
- 16 O God, Gij zijt mijn God (Psalm 63:1-5,6b)
- 17 God is tegenwoordig; God is in ons midden (Schröder, Van Oosterzee)
- 18 En Ik zal mijn tabernakel in uw midden zetten (Leviticus 26:11-12, Psalm 46:1-6)
- 19 Aan U behoort mijn hart en leven
- 20 Liefde Gods, o hoogste liefde
- 21 Gods onuitputtelijke liefde (Psalm 36:6-10)
- 22 O liefde, nooit laat gij mij gaan
- 23 Meer liefde o dierb're Heer
- 24 Wij knielen voor uw zetel neer
- 25 Geeft God de eer (Psalm 95:1-7)
- 26 U bid ik aan, o macht der liefde
- 27 ..wij aanbidden wat wij weten (Johannes 4: 22b-24, 2 Kronieken 7:14)
- 28 'k Bemin U, Heer Jezus
- 29 Veilig in Gods hoede (Psalm 27:1-5, 8-14)
- 30 'k Ben de uwe Heer
- 31 Met Christus opgewekt (Kolossenzen 3:1-4, 9-10)
- 32 Heer, wil mij leiden
- 33 En gij zult Hem de naam Jezus geven (Matheus 1:21, Handelingen 4:12, Openbaring 22:13, Johannes 14:6, 6 48, 8:12, 10:11, 11:25, Openbaring 22:16, 1:8, Psalm 66:1-2)
- 34 Leid mij Heer, o machtig Heiland
- 35 Morgengebed (Psalm 5:1-4, 8-9, 12-13)
- 36 Heer, Gij zijt mijn trouwe Leidsman
- 37 De HERE is mijn herder (Psalm 23)
- 38 Laat mij, Heer Jezus
- 39 Hoor mij, Heer Jezus
- 40 U is het Koninkrijk (1 Kronieken 29:11-13)
- 41 Een dierbare Heiland is Jezus
- 42 Open mijn ogen, toon mij
- 43 Rots der eeuwen, troost in smart, laat
- 44 Wie zal ons scheiden
- 45 Blijf mij nabij
- 46 Blijf bij mij Heer, want d' avond is nabij
- 47 God aller vertroosting (2 Korintiërs 1:4, Psalm 34:19, Johannes 14:27, Psalm 91:1-2, Romeinen 15:13)
- 48 Jezus, die mijn ziel bemint
- 49 De wapenrusting Gods (Efeziërs 6:10-17)
- 50 Jezus, die mijn ziel bemint
- 51 De wapenrusting Gods(Efeziërs 6:10-17)
- 52 Het is goed in mijn ziel
- 53 Rust vinden in God (citaten van Augustinus en Sundar Singh)
- 54 Gij zijt waardig
- 55 De almachtige God is met ons (Psalm 46:1-4, 7-9a, 11-12)
- 56 U die mij geschapen hebt
- 57 Bron van licht en leven
- 58 Kom laat ons buigen voor de Heer
- 59 Ziet zijn kracht en glorie (Psalm 63:1-5, 6b-9)
- 60 Beloofd heb ik U, Jezus
- 61 Vader, ik aanbid U
- 62 Alle verstand te bovengaande liefde
3. Lofprijzing
- 63 Dat heel de schepping Gods lof zingt
- 64 Gods erbarmen (Psalm 103:8, 11-12, 17-18)
- 65 Een vaste burcht is onze God
- 66 Gods goedheid (Psalm 34:2-9)
- 67 Geprezen zij God op zijn heilige troon
- 68 O God, vervul mijn hart
- 69 Onze hoop (Romeinen 1:20, 8:18, 22-23)
- 70 Laat ons de Heer lofzingen
- 71 Loof de HERE (Psalm 103:1-5)
- 72 Alles wat adem heeft love de Here
- 73 Komt nu met zang van zoete tonen
- 74 Verblijdt u in de Heer (1 Kronieken 1:31, Psalm 118:15-16,24,28; 13:5; 69:30)
- 75 Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning
- 76 Juicht de HERE (Psalm 100)
- 77 Alle volken, looft de Here
- 78 Wees mij genadig, o God (Psalm 57:2a,3,6,8,10-12)
- 79 U, Heer, zij lof gebracht
- 80 Glorie aan God (Psalm 116:5-6.,12,13,17;86:12)
- 81 Zingt voor de Heer een nieuw gezang
- 82 Looft God in zijn tempel (Psalm 100)
- 83 Zingt voor de Heer van liefde en trouw
- 84 Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven
- 85 Wij loven U, o God
- 86 Looft Hem die deze wereld schiep
- 87 Wij eren God uw majesteit
- 88 O God, die droeg ons voorgeslacht
- 89 Wanneer de gouden zon
- 90 Prijst de Heer! Aanbidt Hem heem'len
- 91 Gods heerschappij (Psalm 24)
- 92 Heer, God, U loven wij
- 93 Wij zijn hier gekomen
- 94 Dit is de dag die de Heer ons geeft
- 95 Grote God, wij loven U
- 96 Machtig God, sterke Rots
- 97 Maak groot de Here
- 98 Gods grootheid en goedheid (Psalm 145:1-3,5-7,20-21)
- 99 O God van hemel, zee en aard
- 100 Aanbidt nu de Heer
- 101 Leid ons, o eeuw'ge Koning
- 102 Wees blij de Heer is God
- 103 Zingt nu de Heer, stemt allen in
- 104 O Heer mijn God, als ik in still' aanbidding
- 105 Hoort het zegelied weergalmen
- 106 En alle schepsel in de hemel... (Openbaring 5:13-14)
- 107 Vreugde, vreugde, louter vreugde
- 108 Zingt de HERE een nieuw lied (Psalm 96:1-6)
- 109 Geef Jezus de eer
- 110 Geprezen zij des Heilands naam
- 111 Geprezen zij des Heilands naam
- 112 O, had ik duizend tongen meer
- 113 Zon van mijn ziel
- 114 Halleluja, 't loflied rijze
- 115 En hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven (Efeziërs 4:11-13, 15-16)
- 116 Majesteit, groot is zijn majesteit
- 117 O HERE, onze Here (Psalm 8:2-3,10)
- 118 Ontwaak, mijn hart
- 119 Aan Hem de schepper van 't heelal
4. Dankzegging
- 120 Dankt, dankt nu allen God
- 121 Zolang er mensen zijn op aarde
- 122 'k Wil U, o God, mijn dank betalen
- 123 Groot is uw trouw, o Heer
- 124 Loof Hem, loof Hem
- 125 Zingt God de Heer
- 126 Geen bezorgdheid (Matteüs 6:25-27,31-34)
- 127 Dreigen u vaak stormen
- 128 Onder het kruis
- 129 De liefde Van Christus (Galaten 6:14-16, 2:20-21)
- 130 Wij treden, o Vader, ootmoedig thans nader
- 131 Wees blij, gij rein van hart
- 132 De schepping en haar volheid
- 133 Hoe zouden wij geloven, Heer
5. Bijbel
- 134 Woord, voor ons geschreven
- 135 Als gij naar de woorden luistert
- 136 Het nut der heilige schriften (Johannes 5:39, 2 Petrus 1:19-21, 2 Timoteüs 3:14-15)
- 137 Het woord van God kwam tot ons
- 138 Het woord van God (2 Tim. 3:16-17, 2:15, Hebr. 4:12, Psalm 119:97,103-105,130)
- 139 Als regen die de aarde drenkt
6.Schepping
- 140 Des HEREN is de aarde en haar volheid (Psalm 24:1,2;104:5;104:1-4, 10-11a,12,14-15a; Genesis 1:20; Psalm 50:10-11;104:24,31)
- 141 Het hoge ruime firmament
- 142 Gods schepping (Psalm 8:4,5, 147:4)
- 143 Bezingt de macht van God
- 144 De macht van God (Jesaja 40:25-31)
- 145 Als ik uw werken gadesla
- 146 Gods majesteit in de schepping (Psalm 19:2-7)
- 147 Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam
- 148 in den beginne (Genesis 1:1-5a,14-15)
Jezus Christus
7. Jezus Christus
- 149 O Christus, woord der eeuwigheid
- 150 Luister naar mijn dienaar
- 151 Mildheid en majesteit
- 152 Het Lam, voor ons op aard' geslacht
- 153 Liefde, boven alle liefde
- 154 Zijn naam is wonderbaar
- 155 Want de HERE is groot en zeer te prijzen (Psalm 96:4-13)
- 156 Voor uw liefde, Heer Jezus
- 157 Zingt voor Hem
- 158 Ik heb U lief, o mijn beminde
- 159 Morgenglans der eeuwigheid
- 160 In den beginne was het Woord (Johannes 1:1-10)
- 161 Ik wil U minnen, mijne sterkte
- 162 Hij is het beeld van de onzichtbare God (Kolossenzen 1:15-20)
- 163 Gij die de vriend van alle mensen zijt
- 164 Jezus is mijn toeverlaat
- 165 Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust
- 166 Middelpunt van ons verlangen
- 167 Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen (Johannes 1:11-14)
- 168 Omdat Hij leeft
- 169 Mijn hoop is vast gegrond
- 170 Liefde was het
- 171 Gods grote genade (Titus 3:3a-5a,7)
- 172 Neem de naam van Jezus mede
- 173 Neem de wereld, geef mij Jezus
- 174 Niet gelijk de wereld (Johannes 14:27-31)
- 175 Schoonste Heer Jezus
- 176 Heer Jezus, als ik aan U denk
- 177 Juicht, want Jezus is Heer
- 178 Jezus, die van uw gemeente
- 179 Ik wil de HERE te allen tijde prijzen (Psalm 34:2-3,16-19)
- 180 O Heiland, trouwe Heer
- 181 ..Want God heeft ons niet gesteld tot toorn (1 Tess. 5:9-19)
- 182 Jezus neemt de zondaars aan
- 183 Jezus, mijn Heiland
- 184 Jezus, mijn verblijden
- 185 Welk een vriend is onze Jezus
- 186 Verzekerdheid (Hebr. 10:22,2 Tim. 2:1b,1:12b, Hebr. 4:16,I Joh. 5:14-15,$:16, Psalm 91:1,2, 84:11)
- 187 De naam van Jezus, onze Heer
- 188 Halleluja voor het Lam (Openbaring 5:11-13;19:1-2a,11-13,16)
8. Verzoening
- 189 Eens was de hemel vervuld van Zijn glorie
- 190 Een grote hogepriester
- 191 Onze rijkdom in Christus (Efeziërs 1:3-7, 2 Kor. 9:15)
9. Lijdenstijd
- 192 Die de mensen heeft geroepen
- 193 Noem mij uw zonde
- 194 O, hoofd vol bloed en wonden
- 195 Onze erfenis in Christus (Romeinen 8:31,32)
- 196 O, hoofd bedekt met wonden
- 197 De lijdende knecht (Jesaja 53:1-3,5-6,12b)
- 198 Lam Gods, dat zo onschuldig
- 199 Hoger dan de mens kan denken
- 200 Daar is een heuvel ver van hier
- 201 Als ik in gedachten sta
- 202 Christus, heilig Godslam
- 203 Maar om onze overtredingen werd hij doorboord (Jesaja 53:5-7, 1 Petrus 1:18-21)
- 204 Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen
- 205 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis
- 206 Doe mij verstaan, uw lijden
- 207 Jezus, leven van mijn leven
- 208 Ik ben de goede herder (Joh 10:11; Jes. 50:5b-6,1 Petr. 2:23, Jes. 53:7)
- 209 Als ik het wond're kruis aanschouw
- 210 O, Man van smart
- 211 't Is middernacht, en in de hof
10. Pasen
- 212 De Heer is God! Verslonden is de dood
- 213 Ik zeg het allen dat Hij leeft
- 214 Christus, onze Heer, verrees
- 215 Mijn Meester is verrezen
- 216 Kroon Hem met gouden kroon
- 217 Christus' verrijzenis (Hand. 1:3-11, Matt 28:20b)
- 218 Jezus leeft, en wij met Hem
- 219 Christus, gestorven (1 Kor. 15:3b-8, 20-22)
- 220 Jezus is ons licht en leven
- 221 O dood, waar is uw prikkel nu?
- 222 Gods heil voor de volken (Jesaja 25:6-9)
- 223 Dochter Sions, wees verheugd!
- 224 Jubelt luide, gij dochter van Sion (Zach. 9:9, Matt. 21:8-9)
- 225 U zij de glorie opgestane Heer
- 226 U zij de glorie, opgestane Heer
- 227 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
- 228 Geloofd zij de God en Vader van onze Here (1 Petrus 1:3-5,8-11)
- 229 Sta op! Een morgen ongedacht
- 230 In den beginne (Gen. 1;1-4,27, 1 Kor. 15:45, Ef. 5:14, Kolossenzen 1:17-18)
- 231 Wees gegroet, gij eersteling der dagen
- 232 De opstanding (Matt. 28:1-7)
- 233 Verheft u, poorten, maakt u wijd
- 234 Onze opstanding ( 1 Kor. 15:20-23,35,42b,43b-44a,49,51-52, 1 Joh. 3:2)
- 235 Het licht verdrijft de duisternis
- 236 Hij is Heer, Hij is Heer
- 237 Nu de Here is verrezen
- 238 Onze opgestane Koning (Marc.16:6b,1 Kor. 15:55,54b,20; Rom. 6:9,14:9;Joh. 11:25-26a,1 Kor. 15:57)
- 239 Halleluja, halleluja
- 240 En Jezus zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw.. (Lukas 20:34-38)
- 241 Gij die verrezen zijt
- 242 De betekenis van Christus' opstanding (1 Kor. 15:12-14,18,20)
- 243 Daar juicht een toon
11. Hemelvaart
- 244 In bidden en in smeken
- 245 Eeuwige Koning, Heer en God
- 246 En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen (Hand. 1:9-11)
12. Advent
- 247 Mijn hart prijst hoog de Here
- 248 Lofzang van Maria (Lucas 1:48b-55)
- 249 Al wie dolend in het donker
- 250 De knecht des Heren (Jesaja 42:1-4)
- 251 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen
- 252 Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt.. (1 Kor 3:16, 6:16-20)
- 253 Verwacht de komst des Heren
- 254 Gelijk geschreven staat.. (Marc. 1:2-3, Lucas 1:50-53m Joh. 1:4,9)
- 255 Trekt op gij godsgezinden
- 256 Het volk dat in donkerheid wandelt... (Jes. 9:1, 40:1;Zach. 9:9)
- 257 Hef op uw hoofden, poorten wijd
- 258 Heft, poorten, uw hoofden omhoog (Psalm 24:7-8, Zach. 9:9, Joh. 12:12-15)
- 259 Hoe zal ik U ontvangen
- 260 Nu daagt het in het oosten
- 261 In de zesde maand nu werd de engel Gabriël.. (Lucas 1:26-35,37-38)
- 262 Hoe stralend blinkt Gij, morgenster
- 263 Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem.. (Matt. 2:1-2)
13. Kerst
- 264 Daar is uit 's werelds duist're wolken
- 265 Het volk dat in donkerheid wandelt.. (Jesaja 9:1-3,5-6)
- 266 Komt en laat ons Christus eren
- 267 Een roze, fris ontloken
- 268 Komt allen tezamen
- 269 Dit is de dag die God ons schenkt
- 270 In die nacht, uit duizend nachten
- 271 Stille nacht
- 272 Ere zij God
- 273 En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd.. (Efeze 2:17-22)
- 274 O kleine stad, o Bethlehem
- 275 God met ons (Matt 1:23,Jes. 40:9]]
- 276 O kleine stad, o Bethlehem
- 277 God met ons (Matt 1:23,Jes. 40:9]]
- 278 Komt ons in diepe nacht ter ore
- 279 Laat die gezindheid bij u zijn.. (Filip. 2:5-11)
- 280 Nu zijt wellekome
- 281 Sta op. word verlicht.. (Jes. 60:1-5a)
- 282 Komt, verwondert u hier, mensen
- 283 Hoor, de eng'len zingen d'eer
- 284 De Herder der vrede (Micha 5:1-4a)
- 285 Heerlijk klonk het lied der engelen
- 286 Welk kind is dat
- 287 De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus (Matt. 1:18-23)
- 288 Blaas de bazuin en sla de trom
- 289 Vreugde alom
- 290 Zie, mijn knecht, die ik ondersteun.. (Jesaja 42:1-7)
- 291 U kwam af van uw troon
- 292 Het Woord is vlees geworden (Joh 1:1-4,5b,10-12,14)
- 293 Het klonk te midden van de nacht
- 294 De Redder is geboren (Lukas 2:8-12,15-16)
- 295 Het klonk te midden van de nacht
- 296 De Redder is geboren (Lukas 2:8-12,15-16)
- 297 In de stad van koning David
- 298 Heiland, Christus, aller Heer
- 299 Ik kniel aan uwe kribbe neer
- 300 Hieraan onderkennen wij .. (1 Joh. 4:13-16)
14. Wederkomst
- 301 Ik kom met haast
- 302 Samen met Christus te zijn (Joh. 14:1-3, Op. 21:4-5, 22:5, 12, 20b)
- 303 Heel de aarde zal zich buigen
- 304 En ik(Johannes) zag een grote witte troon... (Op. 20:11-15, 21:1-5a)
- 305 Ja, Gij komt!
- 306 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: (1 Tess. 4:15-17)
- 307 Jezus leeft in eeuwigheid
- 308 En hij toonde mij een rivier.. (Op. 22:1-5)
- 309 O Heiland, open wijd de poort
- 310 Zal er ooit een dag van vrede zijn
- 311 Als Jezus op de wolken komt
- 312 Als Jezus op de wolken komt
Evangelie
15. Redding
- 313 Wedergeboorte (Joh. 3:1-7,16-17)
- 314 O Jezus Christus, licht ze bij
- 315 O Heer, die mij hebt vrijgekocht
- 316 Rots waaruit het leven welt
- 317 Verlossing (Rom. 5:1-2,6-11)
16. Genade
- 318 Door uw genade, Vader
- 319 De zaligsprekingen (Matt. 5:3-12)
- 320 Een pelgim was ik
- 321 De Here is nabij
- 322 Dit wonder is te groot
- 323 Mijn Heer en God
- 324 Gena van God, hoe loof ik U
17. Gods liefde
- 325 Voor mensen kunnen spreken
- 326 Liefde die mij heeft geschapen
- 327 Gods goedheid (Psalm 103:1-5,10-12)
- 328 U verzadigt mij met uw liefde, Heer
- 329 ..Indien wij elkander liefhebben.. (1 Joh. 4:12b,16-17,20-21)
18. Opwekking
- 330 Wij danken U, God , voor de komst van uw Zoon
- 331 Opwekking en vernieuwing (2 Kron. 7:14, 1 Petr. 2:9, Psalm 80:4)
- 332 God roept ons, broeders, tot de daad
- 333 Als kinderen van het licht (Psalm 43:3a, Joh. 8:12, 2 Kor. 4:6a, Ef. 5:8, 1 Petr. 2:9, Matt. 5:14-16, Ef. 5:8b)
19. Uitnodiging
- 334 Ontwaak, gij die slaapt
- 335 En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis (Ef. 5:11-13,15-17)
- 336 Zoals ik ben, 'k pleit anders niet
- 337 Jezus neemt de zonden weg (Lucas 5:17a, 18-20,25)
- 338 U, Heer Jezus, wil ik volgen
- 339 Komt toch en laat ons tezamen richten (Jes. 1:18, 1 Joh. 1:8-9)
- 340 Gij die de last van 't leven draagt
- 341 Zie mij aan, mijn Heer
- 342 Aan de deur van 's harten woning
Heiligheid
20. Pinksteren
- 343 Kom, Heilge Geest, Gij vogel Gods
- 344 Daal af, o Geest
- 345 Vader, wij komen biddend tot U
- 346 Komt allen, deze dag
- 347 En Jezus sprak: en ik zal de Vader bidden (Joh.14:16-21)
- 348 Ruis, o Godsstroom der genade
- 349 Pinksteren (Luc. 24:49, Hand. 2:1-4,16-17a,21,38-39)
- 350 Laat juichen ieders stem
- 351 ..indien iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren (Joh. 14:23b,26)
- 352 Wend U tot ons
- 353 Naar uw heil verlang ik, o HERE (Psalm 119:174-175)
21. Heilige Geest
- 354 Een groot en sterk verlangen
- 355 Heilige Geest, daal neder
- 356 Zo is er dan nu geen veroordeling... (Rom. 8:1-5)
- 357 Kom met uw levensadem, Geest
- 358 Want de gezindheid van het vlees... (Rom. 8:6-10,14)
- 359 Heil'ge Geest, spreidt Gij uw vleugels
- 360 Leven in de Geest (Rom.*:1,2,5,6,10,11,14)
- 361 Heil'ge Geest, vervul mijn hart
- 362 Duif van de Geest
- 363 Heer, ik hoor van rijke zegen
- 364 De Geest des Heren
- 365 ..en de hoop maakt niet beschaamd.. (Rom 5:5;14:7,8;@ Tim. 1:14,Tit. 3:4-7)
- 366 O Heilige Geest, o heilige God
- 367 Want allen, die door Gods Geest geleid worden.. (Rom. 8:14-17)
- 368 Beziel mij, adem Gods
- 369 Beziel mij, adem Gods
- 370 Heil'ge Geest, daal tot ons neer
22. Toewijding
23. Overgave
- 373 Vernieuwt Gij mij, o eeuwig Licht
- 374 Alles geef ik aan U over
- 375 Leiding (Kol. 3:1-3,9,10,11b-13)
- 376 Neem mijn leven, laat het Heer
- 377 HERE.maak mij uw wegen bekend (Psalm 25:4, Jes. 6:5-8, 2 Kor. 12:9)
- 378 Neem mijn leven, laat het Heer
- 379 Uw wil geschiede
- 380 Een smekeling, zo kom ik naar uw troon
- 381 Hoe lief heb ik uw wet! (Psalm 119:97-99,101-105)ë
24. Heiliging
- 382 Aan Christus gelijk (1 Petrus 2:21-24,3:8-11)
- 383 Jezus, geef dat uw liefde
- 384 Doorgrond mijn hart
- 385 Reinheid van hart (1 Joh. 3:1a,2,3,16-22)
- 386 Wees heilig, spreekt de Heer
- 387 Van ied're smet, Heer, rein
- 388 De grote liefde van Christus (Ef. 3:14-21)
- 389 Heil'ge Jezus, mij ten leven
- 390 Heil'ge Jezus, mij ten leven
Gods koninkrijk
25. Kerk
- 391 Eén naam is onze hope
- 392 Eenheid der christenen (1 Kor. 1:10, Ef. 4:2-6, Joh. 17:11)
- 393 Door de nacht van smart en zorgen
- 394 Ik dank mijn God zo dikwijls ik uwer gedenk ( Fil. 1:3-6,9-11,3:13-15a)
- 395 Bewaart op aard de broederband
- 396 Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid (1 Petr. 1:22,23; Rom. 12:9 Kol. 3:12, 1 Kor. 13:4,5,7,8a)
- 397 Zolang wij ademhalen
- 398 God echter, die rijk is aan erbarming.. (Ef. 2:4,5,8,9,13,14,17-20)
- 399 Behoed uw kerk, zet uit, o God, haar palen
- 400 Gezegend zij de band
- 401 Eeuwige Vader
- 402 Here Jezus, zie ons saam'
26. Avondmaal
- 403 Breek Heer, het levensbrood
- 404 Heer, wij komen vol verlangen
- 405 Heilig Avondmaal (1 Kor. 10:1-4,16,11:23-26, Lucas 22:15,16)
- 406 Komt zondaars tot het zalig feest
- 407 O alle dorstigen, komt tot de wateren (Jes. 55:1,2;Op. 3:20)
- 408 Komt zondaars tot het zalig feest
- 409 O alle dorstigen, komt tot de wateren (Jes. 55:1,2;Op. 3:20)
- 410 Wij zijn van U, rond de tafel geschaard
- 411 Avondmaal (Joh. 6:35,51a, 1 Petr. 1:18a, Hebr. 9:13a,14)
- 412 De eerste uit de doden
- 413 Jezus antwoordde en zeide tot haar:Indien gij wist.. (Joh. 4;10,14)
- 414 Nu het brood gebroken is
- 415 Laat ons als Kerk
- 416 Hier wordt een huis voor God gebouwd
27. Toekomst
- 417 Zingt, gij afgelegen landen
- 418 Het dorre land zal juichen
- 419 De verlosten des Heren (Jesaja 35:3-10)
28. Zending
- 420 Wij bezitten een woord voor de wereld
- 421 Een zorg voor de Kerk (Matt 9:35-38; 28:19,20)
- 422 Hoort, dit is een woord ten leven
- 423 Verkondig alle mensen
29. Discipelschap
- 424a Zegen onze oren, Heer
- 424b Zegen onze oren, Heer
Christelijk leven
30. Blijdschap
- 425 Geest van hierboven
- 426 In Hem zijt ook gij.. (Ef. 1:13,14)
- 427 De Heer heeft mij gezien en onverwacht
- 428 Uw hart worde niet ontroerd.. (Joh.14:1-3, Hand. 17:24-26a,27,28a)
31. Gods vrede
32. Rust
- 431 Wees stil mijn ziel, de Heer is aan uw zij
- 432 Psalm 121
- 433 Er is een plaats van ware rust
- 434 Wie heb ik in de hemel benevens U? (Psalm 73:23-26,28a)
- 435 Ik zie op U in alle nood
- 436 De Heer is nabij (Fil. 4:4-7,9)
- 437 Diep, diep aan Uwe voeten
- 438 Ik zal uw God zijn (Ezech. 36:25,26,28b)
- 439 Wie kan uw vaderzorgen
- 440 Jezus zeide tot hen: ik ben het brood des levens (Joh. 6:35,58;7:37)
- 441 Hij heeft ons bidden opgevangen
- 442 Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u (Joh. 14:27, 1 Tim. 4:10, Hebr. 8:19)
- 443 Wees stil tot God
- 444 Wees stil voor de HERE en verbeid Hem (Psalm 37:7, 62:2,3,6-8;131:1-3)
- 445 Gij biedt, Heer Jezus, rust mij aan
- 446 Gij zijt mijn God (Oosterhuis)
33. Vertrouwen
- 447 Leer mij uw weg, o Heer
- 448 Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik (Psalm 16:1-3,5,6,9-11)
- 449 De Heer is mijn licht en Zijn liefde is mijn steun
- 450 God is mijn licht, mijn heil, mijn kracht
- 451 Wat God wil, dat geschied' altijd
- 452 Bemoediging (Jes. 43:1,2a,5a, Jere. 29:12,13)
- 453 Beveel gerust uw wegen
- 454 Wat de toekomst brengen moge
- 455 Vertrouwen op God (Psalm 31:7,15; 32:10; Spr. 28:25)
- 456 Als g' in nood gezeten
- 457 HERE, God der heerscharen, hoor mijn gebed (Psalm 84:9-13)
- 458 Als ik maar weet, dat hier mijn weg
- 459 Geloof (Hebr. 11:1-3,6,8,9a,17; 12:1,2a)
- 460 God is getrouw, zijn plannen falen niet
- 461 hoe lieflijk zijn uw woningen, O HERE (Psalm 84:2-8)
- 462 Ik heb de vaste grond gevonden
- 463 Maar de HERE zetelt voor eeuwig (Psalm 9:8-11;1 Tim. 1:15,16)
- 464 Als God, mijn God, maar voor mij is
- 465 Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet (Spr. 3:1-6;16:17-20)
- 466 Als ik Hem maar kenne
- 467 Zegen ons Algoede
- 468 De God des vredes (Hebr. 13:20,21)
- 469 Wie maar de goede God laat zorgen
- 470 Wees mij genadig, o God (Psalm 57:2-6,8-11)
- 471 'k Stel mijn vertrouwen
- 472 Eer God in uw leven
- 473 Wie in de schaduw Gods mag wonen
- 474 Vertrouwen op God in gevaar (Psalm 91:2-4,9b-12)
- 475 De Heer is mijn herder en geen ding
- 476 De Heer is mijn herder, 'k heb al wat mij lust
- 477 Mijn goede herder is de Heer; in Hem
- 478 Rust mijn ziel, uw God is Koning
- 479 HERE der Heerscharen ( Psalm 84:13, 2 Kor. 1:9b)
34. Geloof
- 480 Ik geloof en daarom zing ik
- 481 Ik geloof in God de Vader, die, almachtig, wijs en goed
- 482 Ik geloof in God, de Vader, Schepper
- 483 Wat in 't hart ligt, diep verborgen
- 484 Geloof (Citaat Charles Wesley)
- 485 O Geest, kom met uw licht
- 486 Wie is die God die eeuwig leeft
35. Gebed
- 487 O Heer die onze Vader zijt
- 488 Ga mij niet voorbij, o Heiland
- 489 En het geschiedde terwijl Hij ergens in gebed was (Lucas 11:1-4,9-13)
- 490 Wij treden biddend in uw licht
- 491 Geef vrede, Heer, geef vrede
- 492 Neem, Heer, mijn beide handen
- 493 O, Heer, U bent groot en almachtig
- 494 Heer, zie op ons neder
- 495 Het gebed des Heren (Matt. 6:9-13)
- 496 Ik wil komen en knielen aan uw voeten
- 497 Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed
- 498 Ontmoet uw God
- 499 Ach, blijf met uw genade
- 500 Zie ons, trouwe God en Vader
- 501 Deelhebbers aan Christus (Kol. 1:9-18)
- 502 Laat m' in U blijven, groeien, bloeien
- 503 Zend, Heer, uw licht
- 504 Dierb're Heiland, nader Gij
- 505 Laat komen, Heer, uw rijk
- 506 O grote God die liefde zijt
- 507 Hier in uw heiligdom
- 508 Hoort God reeds het stil gebed
- 509 'k Behoef uw bijzijn, Heer
36. Verlossing
- 510 Mijn Bevrijder (Psalm 116:1-8a)
- 511 O hoogt' en diepte, looft nu God
- 512 Gods grote liefde (Psalm 107:1-3,31,32,35,36,42,43)
- 513 Ik spreek van verlossing zo gaarne
37. Leiding
- 514 Heel de weg leidt mij mijn Heiland
- 515 De Heer kent al de Zijnen
- 516 Wij weten nu dat God alle dingen doet medewerken (Rom. 8:28-30)
- 517 God roept de mens op weg te gaan
- 518 Jezus, ga ons voor
- 519 Wees mijn gids, o grote Heiland
- 520 Mijn herder is de Heer in wien
38. Overwinning
- 521 Een teken doet ons triomferen
- 522 Verzoening (2 Kor. 5:14,15,16-20;Rom. 5:10,11)
39. Getuigenis
- 523 Jezus, mijn Heer, zal nooit mij begeven
- 524 Hij zet mijn voet op een rots (Psalm 40:1-6,17)
- 525 Nooit kan 't geloof te veel verwachten
- 526 Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis (Kol. 1:13,14,21,22)
- 527 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
- 528 Gered door genade (Ef. 1:4-10,Joh. 1:16,17,Rom. 5:15b,21)
- 529 Gedenken wij dankbaar
- 530 En een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had (Marc. 5:25-29,32-34)
- 531 Vader, vol van vrees en schaamte
- 532 Was ik door mijn schuld gebonden
- 533 Komt, laat ons voortgaan, kind'ren
- 534 Gerechtigheid Gods (Ful. 3:3, 8-11,13,14)
- 535 Hoort hoe God met mensen omgaat
- 536 Abba, Vader, U alleen
- 537 Hij die de blinden weer liet zien
- 538 Voor de naam van Jezus, buigt zich alles neer
Speciale gelegenheden
40. Gezin
41. Kinderen
42. Doop
- 543 Wij staan, Heer, in gedachten
- 544 De doop van de gelovige (Hand. 2:38,39,Rom. 6:3,4, Kol.3:1a,2,3)
- 545 Bent u gedoopt in Christus' dood
- 546 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden (Marc. 16:16, Hand 2:38,8:34-37,6:3,4)
- 547 Heiland, 'k heb uw stem vernomen